Hoofdstuk 3

28 4 2
                                    

P.o.v. Hayley

Het is alweer maandag. Het weekend is voor bij, wat betekent dat school weer begint. Ik fiets het schoolplein op en zet mijn fiets in het fietsenrek. Ik denk nog steeds aan wat er zaterdag gebeurd is. Ik had de jongen nog nooit eerder gezien. Wat wilde hij van me? En waarom zei hij mate? Die zaterdag ben ik niet lang in het parkje gebleven. Het werd al snel schemerig en het leek me niet heel verstandig om dan daar te blijven. Stel je voor dat hij daar ineens weer staat.

De bel was nog niet gegaan. Ik kijk op mijn mobiel, 10 minuten te vroeg. Ik loop alvast naar het lokaal om de drukte voor te zijn. Dit uur heb ik Frans waar ik best wel veel zin heb. Ook al was het op de vroege maandag ochtend. Elk jaar kijk ik er weer naar uit om naar Frankrijk te gaan. Met deze lessen probeer ik goed Frans te kunnen spreken. Het lukt me al aardig. Wanneer ik bij het lokaal aan kom is er nog niemand. Ik laat me tegen de muur aanzakken naast de deur. Ik kijk op de klok, nog 5 minuten. Mooi dan kan ik nog even lezen. Ik ben echt een boekenworm. Lezen doe ik het allerliefst in mijn vrije tijd. Ik vind het heerlijk om mezelf in andere mensen in te leven.

'Oh kijk eens wie we daar hebben, ons varkentje.' O nee niet weer, dacht ik bij me zelf. Ik keek van mijn boek weg naar boven. En ja hoor daar staat Maud. Ze kan me ook nooit met rust laten. 'Zit ze weer hoor, diep in haar boek gedoken. Pas je op dat je je boek niet op eet als je honger krijgt.' Lacht ze. Tranen beginnen zich langzaam in mijn ooghoeken te vormen. Maar vandaag ga ik me niet weer over me heen laten lopen.

Ik sla mijn boek dicht en doe hem in mijn tas. Vervolgens sta ik op en ga voor haar staan. 'Bedankt voor de tip, ik zal er aan denken. Maar misschien moet jij je laxeerpillen een keer thuis laten. Boos kijkt ze me aan. Haar gezicht wordt zo rood als een tomaat. Pats! Daar ging haar hand. Recht in mijn gezicht. Een branderig gevoel verspreid zich over mijn hele wang. Ik grijp met mijn handen naar mijn wangen. Het begint steeds harder te branden. De tranen die ik net heb kunnen bedwingen komen net zo hard weer terug. 'Ik dacht laat ik ze maar meenemen voor jou. Dan zou de school meteen een stuk beter worden.'

Dat was de laatste druppel die moest vallen. Een traan rolt over mijn wang. Ik loop bij ze weg. De ene traan na de andere rolt over mijn wang. Waarom moesten ze nog steeds mij hebben. Wat heb ik ze ooit misdaan? Ik begin te rennen. Zo snel mogelijk wil ik hier weg. Leerlingen kijken me raar aan. Enkele lachen me zelfs uit. Maar het doet me niks. Ik snel me door de schoolgangen heen naar de uitgang. Alle blikken negerend. Ik duw de schooldeuren open en ren naar buiten het bos in. Altijd als ik alleen wil zijn ga ik het bos in. Eigenlijk mag je niet van school het bos in, maar dat is voor mij een reden om het wel te doen. Er zullen daar dan geen leerlingen zijn.

Ik blijf maar door rennen. Kris kras door het bos. Met de gedachte om nog lang niet te stoppen. Ik snap niet waarom ze me nog steeds moet pesten. De tranen blijven over mijn wang stromen. Vroeger was ik wel wat voller, dat geef ik toe. Dat was in de eerste klas. Maar nu niet meer. Ik was toen best veel afgevallen in een korte tijd, alleen door die rot opmerkingen. Een lange tijd was ik niet blij met me zelf. Nu vijf jaar later doen ze het nog steeds en ik word er gek van.

Ik stop met rennen. Waarom? Waarom nou? Ik laat me door mijn knieën zakken. Ze komen op de modderige grond terecht. Daar zit ik dan in mijn eentje te huilen ergens in het bos. Niet wetend hoe ik hier ooit de weg terug ga vinden. Ik hoor ineens zacht gekraak voor me. Snikkend kijk ik een stukje op. Twee grote harige poten staan voor me. Mijn hoofd schiet verder naar boven. Van schrik deins ik naar achteren. Het is een grote wolf. Groter dan normale wolven. Hij ontbloot zijn witte tanden en een lage grom komt uit zijn bek. Ik duw mijzelf naar achteren met mijn handen

Zo snel als ik kan sta ik op. Met al mijn kracht vlucht ik. Alle takken probeer ik te ontwijken. Wat niet helemaal lukt. Er zitten al flink wat krassen op mijn armen. Ik kijk achter me. De wolf zit vlak achter me. Het gaat niet lang meer duren voor hij me inhaalt. Ik kan nog maar net een los stekende boomwortel ontwijken. Gauw ren ik verder. Mijn snelheid neemt af. Ik begin buitenadem te raken. Met de wolf op mijn hielen probeer ik nog alle kracht uit me te halen. Maar dan blijft mijn voet haken aan een uitstekende tak. Een steek gaat door mijn voet. Met mijn been val ik langs een omgevallen boom. Een stuk hout snijd een diepe snee in mijn bovenbeen. Een pijn scheut schiet door mijn been. Ik rol over de grond. Het duurt even voordat ik tot stil stand kom. De pijn is ondragelijk.

Met mijn hand grijp ik naar mijn bovenbeen. Het begint al hevig te bloeden. Snel kijk ik op kijkend waar de wolf is. Hij komt met een hoog tempo aangerend. Ik probeer me omhoog te duwen. Wat niet lukt door de ondraaglijke pijn. Ik kijk weer op. Daar is hij. De wolf. Hij staat nu bij mijn voeten en springt op mijn buik. Een kreun van pijn verlaat mijn mond. Bang kijk ik hem aan. Tergend langzaam komt zijn kop dichter bij mijn hoofd. Ik hoor zijn ademhaling duidelijk. Zijn kwijl zit nog net niet op mijn gezicht. Ik voel zijn nagels in mijn buik krassen. De neus van gigantische wolf is bijna bij mijn neus. Maar dan ineens komt een andere gedaante in de zij van de wolf gesprongen. Ik slaak een gil. De poten van de wolf laat diepe sneeën in mijn buik achter. Ik krimp in elkaar. De pijn schiet door mijn hele buik. Bloed loopt naar buiten. Ik druk mijn hand er op in de hoop dat het minder pijn doet. Met mijn andere hand duw ik me naar achteren tegen een boom. De wolf die eerst op me stond staat al weer op zijn poten. Hij draait nu met de vreemde wolf rondjes om elkaar. De vreemde wolf is zelfs groter dan die andere. Ze laten hun tanden zien en grommen wild naar elkaar. Kwijl druipt uit hun bek. De wolf die me aanviel zet de eerst zet en springt op de andere wolf af. De andere wolf bijt hem in zijn zij. Een hoog gepiep komt uit zijn bek. Hij probeert zich te herstellen maar hij is te laat. De andere wolf trekt hem de bosjes in. De wolven waren niet meer te zien. Snel bekijk ik mijn wonden. Langzaam haal ik mijn hand van mijn buik af. Het bloed stroomt nog steeds hevig naar buiten. Meteen druk ik mijn hand weer op de wond. Een kreun van pijn verlaat mijn mond. Ik laat mijn hoofd naar achteren tegen de boom aan leunen. Ik voel me zwak. Mijn been kan ik nauwelijks bewegen. Gekraak komt uit de bosjes vandaan. Niet veel later komt de vreemde wolf op me afgelopen. Bang kijk ik toe hoe hij dichterbij komt. Ik probeer me nog verder tegen de boom aan te duwen. De wolf staat voor me. Dit is het dan. Dit word mijn einde. Mijn zicht wordt wazig door het vele bloed verlies. De wolf is voor mij nu alleen maar een donkere vlek. Maar dan gebeurt er iets wat ik nooit had verwacht. Ik zie de wazige vlek veranderen van vorm. Het vormt zich tot een mensen lichaam zie ik nog net. Een jongen komt naar voren gestapt. Hij knielt zich voor me neer en kijkt me bezorgt aan. Ik kijk hem bang aan. Dan herken ik hem. Het is de jongen van zaterdag! Ik probeer me weg te duwen bij de boom. Met gestrekte armen probeer ik me weg te duwen. Wat niet lukt. Mijn armen knikken weer in elkaar. Verslagen kijk ik hem aan. Hij bekijkt mijn wonden aandachtig. "Je hebt dringend hulp nodig." Ik laat mijn hoofd op mijn schouder vallen. Mijn zicht wordt ook met de minuut slechter. Hij staat op en knielt naast me neer. Met een hand onder mijn knieën en de andere op mijn rug tilt hij me op alsof ik niks weeg. Ik probeer me te verzetten wat me voor geen meter lukt. "Je bent veilig nu." Sust hij. "Niemand zal je nu nog kwaad doen." Met hoog tempo loopt hij weg met mij in zijn armen. Ik krijg niet veel meer mee van de omgeving. Mijn hoofd rust op zijn borst. Hij sust allemaal rustellende dingen wat ik al niet meer mee krijg. Er komen zwarte vlekken in mijn zicht. Verdwaasd kijk ik de jongen aan. "Blijf bij me, blijf alsjeblieft bij me." Smeekt hij me. Maar het lukt me niet. De zwarte vlekken worden groter. En dan is alles zwart.

Heyy schatjess
Ik hoop dat jullie dat het weer een leuk hoofdstuk vonden.
Like & comment?
Luff julliee❤️

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: May 05, 2016 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

The Mate StoryWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu