006

86 9 0
                                    

Heden.

Ik pak de doos met tissues en geef er een aan Nawal die naast me ligt te snotteren. ''Waarom ben je gestopt?'' zegt ze snikkend. Ik snuit mijn neus en droog mijn ogen. ''We gaan eerst even eten. Ik heb honger gekregen.'' Ik sta op en loop naar beneden met Nawal achter me aan. Als we beneden komen zijn mijn moeder en Amal al de tafel aan het dekken.De jongens zijn nog niet thuis en dat is maar beter ook. Ze maken echt veel lawaai. Nawal en ik gaan aan tafel zitten en wachten geduldig op ons eten. Net als mijn moeder mijn bord voor mijn neus schuift, horen we de voordeur open gaan en de jongens luid praten. Ja hoor, daar zijn ze.

Bachir en Ismael komen meteen naar binnen rennen en gaan aan tafel zitten. Ik staar naar het stuk vlees op mijn bord dat binnen twee seconden voor mijn ogen verdwijnt. Ik kijk kwaad op en zie hoe Chahid het hete vlees in zijn mond propt. ''Hallo, heb je geen manieren geleerd?''schreeuw ik kwaad. Nawal legt haar hoofd op de tafel en barst in lachen uit.

''Sakeena, ik heb honger. Het was maar een stukje vlees, hoor. Besides, je mag wel wat afvallen. Je begint aan de zware kant te raken.'' antwoord Chahid en gaat arrogant zitten.

Oh mijn God! Noemde hij mij nou dik? ''Bedoel je dat ik dik ben?'' Mijn stem trilt van woede. Chahid neemt een slok water en haalt zijn schouders op. ''Dat maak jij ervan. Ik heb niet gezegd dat je dik bent.'' ''Jawel, indirect.'' Ik schuif mijn stoel naar achteren en kijk hem uitdagend aan.''Sakeena, ga zitten en ga nu geen ruzie lokken.'' Chahid kijkt me dreigend aan en legt zijn glas neer. Ik draai me om naar Nawal die nog rood is van het lachen. ''Kom Nawal, we gaan naar boven.'' zeg ik en loop naar de deur, maar de kwade stem van mijn moeder stopt mij.

''Sakeena, schaam je! Laat Nawal eerst eten.'' Ik knik en zeg snel dat Nawal moet opschieten. Ik ren de trap op naar mijn kamer en sluit de deur achter me. Ik laat me zuchtend vallen op mijn bed en grijp naar het fotoalbum. Ik blader er rustig in.

Bij elke foto laat ik een traan van verdriet en een traan van vreugde gaan. Ik heb nooit kunnen dromen dat onze grijze en donkere dagen toch weer veranderd zouden worden met de prachtigste kleuren. Ik heb nooit gedacht dat ik weer zou kunnen glimlachen. Dat ik weer liefde zou leren en haat zou vergeten. Dat ik niet meer een traan zou laten gaan. Dat ik weer een meisje zou worden dat kon spelen en lachen. Dat ik eindelijk weer kon slapen en voor iedereen in tranen uitbarsten. Dat ik een vrouw zou worden met haar eigen dromen en verlangens. Een jonge vrouw die leeft met de angst dat haar verleden een deel gaat uitmaken van haar toekomst.

Een zacht geklop op de deur, trekt me uit mijn bodemloze gedachten. Ik droog mijn tranen en haal een paar keer diep adem. ''Binnen.'' zeg ik zachtjes. Nawal loopt naar binnen en sluit de deur. Ze gaat naast me liggen en glimlacht. Het blijft even stil tussen ons als Nawal met de meeste bizarre vraag komt. ''Keena, ben je verliefd op Chahid?'' Ik staar Nawal met grote ogen aan en leg mijn hand op haar voorhoofd. ''Voel je, je wel lekker, schat?'' Ze knikt en duwt mijn hand weg.

''Ben je gek, Nawal? Natuurlijk ben ik niet verliefd op hem. Heb je dan niet opgelet tijdens mijn verhaal. Ik ken hem nu al meer dan vier jaar en heb dag in dag uit ruzie met hem! Wat denk jij dan? Dat ik dan fijn de deuren van mijn hart open zodat hij met zijn arrogante neus naar binnen kan lopen?'' Mijn vriendin schudt haar hoofd. ''Keena, jij bent zelf ook niet bescheiden. Trouwens, je weet dat haat in liefde kan veranderen.'' Nawal haalt haar wenkbrauwen op en wacht op mijn reactie.

''Inderdaad, Nawal. Haat kan in liefde veranderen, maar mijn haat voor Chahid absoluut niet!'' Nawal kijkt me geschrokken aan. ''Sakeena, zo ken ik je helemaal niet.'' fluistert ze geschrokken.

Ik blijf stil en draai me op mijn zij, zodat Nawal mijn gezicht niet kan zien. Ik luister naar het gelach dat vanuit de keuken komt.Ik hoor de stem van Chahid boven die van allemaal uit. Hij maakt een grapje en iedereen ligt er blijkbaar van in een deuk. Ik glimlach even en sluit mijn ogen. Ik voel de hand van Nawal op mijn arm.

''Haat je hem echt, Sakeena?'' Ik voel mijn adem stokken en mijn hart sneller kloppen. Hoe moet ik deze vraag beantwoorden. Ik haat hem niet, dat weet ik zeker. Als ik zeg dat ik hem niet haat, dan gaat Nawal automatisch denken dat ik van hem houdt. Ik probeer de vraag te negeren en pak het fotoalbum.

''Zullen we maar verder gaan, Nawal. Het verhaal duurt nog erg lang.'' Ze knikt en gaat goed zitten. ''Als je maar niet denkt dat je van mij af bent, Keena. Ik kom zeker te weten wat jouw gevoelens voor Chahid betekenen.'' Ik negeer haar en sla het album open. Ik bekijk de volgende foto goed. Ik sta met Adnan buiten vuurwerk af te steken. Ik voel een pijnlijke steek in mijn hart. Nooit zal ik deze dagen vergeten.

Nooit, maar dan ook echt nooit.


Liefde op z'n MarokkaansWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu