Hoofdstuk 4: de vrouw

171 11 15
                                    

Hoofdstuk 4

waarom ik? altijd ik! de vrouw zag er,voor zo ver ik kon zien,nog niet zo oud uit.

haar gelaat was bedekt met lange, grijze haren die net als verschillende spinnenwebben in elkaar waren geweeft.

het onderste deel van lichaam bestond uit zwarte rook, net als de rook van een oude stoomtrein.

Hoe het mogelijk was, weet ik niet.

Ik wou er ook niet over nadenken.

Ik moest zo snel mogelijk van haar weg geraken. de enigste manier was vluchten in het bos,dat waarscheinlijk voor haar meer bekent was dan voor mij.

ik liep zo hard ik kon rechtdoor het bos in, takjes schuurden langs mijn gezicht, mijn tenen werde zo goed als verbrijzeld door die helse wortels van de bomen.

mijn conditie was verschrikkelijk dus lang lopen was ook geen optie voor mij.

het was dan ook nog eens avond en eten had ik nog steeds niet gedaan. ik bleef staan met in de hoop alleen te zijn maar ik wist dat dit niet voor korte duur was.

ik klom in de dichtsbij zijnde grote boom en maakt daar een "boomhut" dat nog niet eens de vorm van een hut had, maar ik voelde me er veilig.

het begon te regen, te gieten en te donderen. net alsof 'de vrouw' een vloek uitsprook om mij te dwarsbomen.

maar dat weerhield me niet van het plan om hier zo snel mogelijk weg te geraken. slapen deed ik op een paar takjes. die ik had afgebroken van de boom waar ik in sliep.

mijn hoofdkussen bestond uit opeengestapeld gras en mos dat nog aan mijn schoenen hing van tijdens het lopen.

Het was ijskoud, mistig en het slapen was me niet bevallen door de gedachten dat ik beide ouders kwijt was.

Hoe moest ik nu verder leven? Al mijn dromen die ik had voor laten werden vernietigd door die verdomde gedachten.

Hoe erg het ook was. ik moest verder met mijn eigen leven. later kon ik daar dan verder over piekeren. eerst moest ik zelf proberen te overleven.

ik klom zo stil mogelijk uit mijn boomhut en toen ik veilig op de grond terecht kwam, braken verschillende takken van verschillende bomen om me heen.

bij iedere stap die ik zette hoorde ik kleine takjes rond me kraken.

Blaadjes vielen uit de bomen en werden onmiddelijk zwart. Lag het aan mij of aan het bos?

te veel vragen dwaalde rond in mijn gedachten.

alles was vreemd. niets was zoals het hoorden te zijn.

door de kruinen van bomen kon ik niet zien waar de zon stond en af en toe voelde ik de lichstralen van de zon in mijn nek branden waardoor ik het toch een beetje warmer kreeg.

de honger werd me te veel. Ik moest eten!

het begon met het eten van blaadjes maar dan werd het erger. de volgende stap was het eten van insecten en tenslotten begon ik te knagen aan mijn eigen lichaamsdelen.

mijn doel was wandelen totdat ik het einde van het bos zou trotseren ookal zou dit me dagen of zelfs weken duren.

al wandelend struikelde ik over een beest.

ik kon alleen zijn rug zien dat bedekt was met wilde rode haren. op het eerste gezicht leek het een klein vosje maar toen ik het langzaam omdraaide zag ik iets helemaal anders.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Nov 22, 2014 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

alleen?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu