6. Verandering

1.4K 111 54
                                    

Omg ik was zo cringy toen ik dit schreef help! X
Link P.O.V.
We zitten nog steeds in de auto. Het is angstaanjagend stil. Met een schuin hoofd kijk ik naar Joost, hij kijkt geconcentreerd naar de weg. Daarna kijk ik naar Harm, hij staart met een verdrietig gezicht uit het raam. Ik zucht en leun achterover in mijn stoel. Jeremy ligt met zijn hoofd op mijn schoot. Ik heb een kussen onder zijn hoofd gelegd. Hij ziet nog steeds lijkbleek, ik controleer regelmatig zijn ademhaling en zijn hartslag. Dan kijk ik vluchtig om me heen of Harm en Joost niet kijken. Ik ga langzaam met mijn hand naar de hand van Jeremy. Er gaat een schokje door me heen als ik zijn koude hand voel. Ik pak zijn hand helemaal en geef er een zacht kneepje in. Zo blijf ik een tijdje zitten, totdat de auto stopt. De rest gaat allemaal te snel. Joost had de eerste hulp gebeld en er komen twee artsen aangerend met een brandcard. Joost tilt Jeremy uit de auto en de artsen nemen hem van ons over. Ik kijk nog één keer naar hem en dan rennen ze weg, met Jeremy.

Joost P.O.V.
Alles gaat veel te snel, we komen aan bij het ziekenhuis en er komen meteen twee artsen naar ons toe. Ik til Jeremy uit de auto en laat het aan de artsen over. Dan kijk ik nog één keer naar hem en dan rennen ze weg, met Jeremy. Ik maak me zorgen, ik weet iets van de andere niet weten. Zou Jeremy werkelijk van plan zijn om het hele verhaal te vertellen? Ik weet het niet... Ik maak me ook zorgen om Link, in de spiegel zag ik hem naar Jeremy kijken. Hij keek zó bezorgd. Hij heeft ook al de hele tijd niks gezegd. Daar staan we dan, verslagen bij de ingang van het ziekenhuis. Link heeft de tranen in zijn ogen staan. Ik kijk naar Harm, hij denkt het zelfde als ik: Wat is er met Link? Harm verbreekt de stilte: "Zullen we naar de wachtkamer gaan?" Zonder te antwoorden lopen we naar binnen. Harm en ik gaan alvast zitten. Ik zie dat Link naar de balie loopt.

Link P.O.V.
Ik maak me echt zorgen om Jeremy, hij zag er zo slecht uit! Ik zie dat Joost en Harm verwachtingsvol naar me staren. Ik kijk naar de meneer achter de balie en zeg: "H-hoi, weet u misschien iets over Jeremy?" "Achternaam?" Zegt de man onvriendelijk. Ik zucht, ik weet zijn achternaam niet eens. Ik kijk de man aan, "Ik laat het u weten als ik meer weet." Ik loop weer terug naar de jongens en ga naast ze zitten. "Wat is er toch allemaal gebeurd?" Vraagt Joost. Harm en ik antwoorden niet, iedereen is in shock. Ik weet dat we allemaal aan het zelfde denken: Jeremy. Na een halfuur heeft nog steeds niemand iets gezegd, dan komt er een man aanlopen: "Goedemiddag, zijn jullie de vrienden van Jeremy?" We kijken elkaar aan, "Ja, dat zijn we", zegt Joost. "Kom maar mee, zegt de man. Hij begeleid ons naar een kamer aan het eind van een gang. "Niet schrikken, hij slaapt, we hebben hem een kalmeringspil gegeven." "Zostraks was hij heel even wakker, maar hij was doodsbang!" "We mochten hem niet aanraken en hij moest huilen...". Hij heeft niet verteld waarom. Met zijn drieën lopen we de kamer in. Daar ligt Jeremy, ik sla mijn hand voor mijn mond. Hij heeft allemaal slangetjes in zijn arm en hij is lijkbleek. Harm loopt naar hem toe, Joost en ik volgen. Zo staan we daar tien minuten, we staren allemaal naar Jeremy. Ik krijg tranen in mijn ogen. Joost en Harm kalmeren me. "Het komt goed Link", zegt Joost. Dan moeten we weer weg, het is al laat in de avond. Harm en Joost gaan bij elkaar slapen. Ik zeg dat ik liever naar huis wil. Joost en Harm knikken. We lopen met zijn drieën naar buiten. Ik zwaai de jongens uit. Maar in plaats van naar huis te gaan loop ik terug, terug naar het ziekenhuis. Met een brok in mijn keel loop ik naar de kamer van Jeremy. Zachtjes leg ik mijn hand op de deuklink. De deur gaat piepend open. Dan zie ik Jeremy weer, ik loop voetje voor voetje naar hem toe. Dan sta ik naast zijn bed, ik ga zachtjes op de rand van zijn ziekenhuis bed zitten. Ik pak de hand van Jeremy, "Sorry voor alles", fluister ik zacht. Het lijkt wel alsof hij het hoort. Ik voel een klein kneepje in mijn hand. Dit is niet een normale jongen, deze jongen is heel bijzonder. In zijn leven heeft hij zoveel meegemaakt, hij heeft trauma's voor zijn leven. Dan neem ik een besluit, we moeten vertrouwen winnen. "Trust me", zeg ik half fluisterend. "Alsjeblieft". Ik begin weer te huilen. Na een half uur ga ik dichter tegen hem aan zitten. Langzaam voel ik mijn ogen dichtvallen, het maakt me niks uit als ze mij zo zien.

Jeremy P.O.V.
Wat gebeurt er allemaal? Het ene moment weet ik alles en het andere moment niks. Ik kan me herinneren dat de dokters me onderzochten. Het bracht herinneringen op. Ik stribbelde hevig tegen. Daarna viel ik in slaap, de dokters hadden me een soort pil gegeven. Nu is het donker, ik ben wel wakker, maar ook weer niet. Ik wil niets liever dan mijn ogen open doen, maar het lukt niet. Ik word opeens heel bang! Ik voel gewoon dat er iemand naast me zit... Ik begin te trillen, is dit weer zo'n aanval? Ik weet het niet. Dan hoor ik een stem door mijn hoofd galmen: "Trust me", "alsjeblieft" zegt de stem wanhopig. Ik hoor de persoon huilen, wie is dit? "Het spijt me..." Zegt de persoon. Ik wil antwoorden, het lukt niet. Ik probeer kracht te zetten in mijn hand, het lukt een beetje. Ik krijg het voor elkaar om hem een kneepje te geven. De persoon is erg zorgzaam, is het mam? Dan dringt de waarheid tot me door, ik heb geen 'moeder meer. Ik mijn hoofd begin ik te huilen. Ik voel dat de persoon dichterbij komt. Na een tijdje hoor ik niks meer. Zou hij in slaap gevallen zijn? Ik weet het niet. Wil ik dit nog wel? Denk ik bij mezelf. Mijn leven is niks meer waard, kan ik stoppen? Of is het nog geen tijd om te gaan. Treurt er iemand om mij, iemand die ik kan vertrouwen. In mijn hele leven heb ik nooit iemand vertrouwd, kan ik dat? Kan ik zonder moeite stoppen? Stoppen met het gene wat alles moeilijk maakt, het leven. Kan ik stoppen met ademen? Ik voel me rustig worden, ik sluit mijn gedachten af. Ik stop, ik stop ermee, wat heb ik er nog aan? Niemand denkt aan mij, ik sta er alleen voor. Ik neem een besluit, langzaam probeer ik te stoppen met ademen, het lukt. Steeds dieper en dieper zak ik in de duisternis. Ik word meegesleurd, er flitst van alles voorbij. Beelden van mijn ouders, familie, hoe ik mijn ouders verloor, maar niet alleen dat. Ik zie beelden van jongens, wie zijn dat? Ik herken ze, zouden ze om me geven? Ik weet het niet, niemand is hier om het aan me te vertellen. Nog dieper zak ik weg, ik ben er klaar mee.

Hoi lezers! Dat was het weer! Nee grapje dat doe ik jullie echt niet aan! Xx SNEL DOOR OMG!

Link P.O.V.
Ik hoor iets. Er duwt iets tegen me aan, langzaam open ik mij ogen. Waar ben ik? Ik zie dat ik in een ziekenhuiskamer ben. "JEREMY!" Wat gebeurt er! Zijn hele lichaam trilt en stribbelt tegen, zijn ogen staan wijd open. Ik schrik me een ongeluk. Ik mijn paniek krijg ik het voor elkaar om op de rode knop te drukken. Het duurt me te lang, ik druk net zo lang tot er iemand komt. Eindelijk, twee artsen. "HELP!" ,"ALSJEBLIEFT!" Schreeuw ik wanhopig. De artsen werken snel, de ene pakt een luchtmasker en de andere geeft Jeremy een spuit in zijn arm. Jeremy word opeens wakker! Hij stribbelt hevig tegen, hij wil dit niet. Met de angstigste ogen die ik ooit heb gezien kijkt hij me aan. Hij is bang, bang om weer naar het duister te gaan. "Jeremy, luister". Ik leid hem af. "Jeremy kijk me aan verdomme!" Schreeuw ik boos. Eidenlijk kijkt hij. "Doe het voor mij!" "A-alsjeblieft?" Hij geeft zich over, hij zakt in elkaar op het bed, hij slaapt weer diep. Ik pak zijn hand, "het komt goed Jeremy, hoor je me?" Langzaam zie ik zijn borstkas weer op en neer bewegen, nog steeds onregelmatig. Ik laat huilend mijn hoofd zakken. "Jeremy, doe me dit nóóit meer aan." "Ik geef om je, en Joost en Harm ook. Je bent niet alleen. "Trust me."

Hahaha echt kut ja doei

Trust Me Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu