2 Op zoek.

6 1 0
                                    

Deze legende maakt me echt nieuwsgierig, na een week nog ja. Het spookt door mijn hoofd een legende over een eenhoorn. Het klinkt zo geloof waardig. Maar toch ook weer niet. Ik wil er meer over weten zo erg spookt het door mijn hoofd. Als ik voor de zoveelste keer door het boek blader valt me op dat er achterin op de kaft een adres staat. Zou dat het adres zijn van waar het is gebeurt? Zo ja, dan wil ik daarheen. Ik wil kijken of het nog zo is als na hun gestorven zijn. Of het verbouwd is.

Ik besluit na school te gaan kijken. Ik bedoel het is tenslotte een open terrein. Dat kan makkelijk. 

Als ik daar aan kom kan ik het bijna niet geloven, alles is hetzelfde. Precies hetzelfde als op de plaatjes. Zo mooi. Het gras s groener dan bij de meeste mensen in de tuin.Overal in de tuin staan mooie, schattige madeliefjes. Ook staat het huis er nog, en de paarden schuur. Langs de muur van het huis klimt een rozen struik omhoog met mooie fel roze rozen. Normaal zie je nooit fel roze rozen. Deze zijn heel mooi. Al zeg ik het zelf. Ik loop er gelijk naar toe, wauw ze zijn echt heel mooi. Wie houd het hier bij? Er woont toch niemand sinds de eenhoorn. Dat komt omdat mensen zeggen dat het vervloekt is. Wat ik nu zie is het alles behalve vervloekt lijkt mij. Het lijkt eerder een sprookje.

Ik pluk voorzichtig een van de mooie fel roze rozen van de struik af. Zal iemand het merken als ik er een mee neem? Ik kijk om me heen. Niemand. Snel stop ik de roos in mijn tas. Ik hoop dat hij nog mooi is als ik thuis ben. Ooit een fel roze roos gezien? Ik niet in ieder geval. Thuis ga ik hem aan mijn ouders laten zien. Als bewijs dat ik hier ben geweest. Als bewijs dat deze legende echt interessant is voor mij. Aangezien ik nooit in legendes geloof.

Daarna loop ik naar de paardenstal. Voorzichtig doe ik de krakende deur open. Hier kan je ook niet stil naar binnen gaan, lach ik in mijzelf. Als ik om de hoek kijk zie ik een ruime schuur met twee hele mooie paardenstallen. Er ligt zelfs nog vers stro in de stallen. Voorzichtig loop ik naar binnen over de betonnen vloer. Het is hierbinnen wel koud. Logisch, er is hier geen isolatie of iets als dat. Aan de muur hangt een foto, het is een paard. Als ik wat dichter er naartoe loop zie ik het goed. Dat is het paard van de legende. Smetteloos wit met een gouden hoorn. Oogverblindend mooi. Wauw. Zo een mooi paard heb ik nog nooit gezien. Zonde dat het paard afgeslacht is, hij was zo mooi.

Als ik terug loop lang het huis om terug naar mijn eigen huis zie ik binnen iets. Het lijkt wel een man. Hij lijkt rond de 50 jaar oud, grijs haar en op zijn achterhoofd een kale plek. Hij heeft een ouderwetse houthakkers blouse aan en een kapotte spijkerbroek. Hij lijkt wel een beetje op de man uit de  legende. Als ik nog een goed kijk is hij weg. Huh? Zo snel kan hij toch niet weg zijn? Ik kijk nog even goed naar binnen maar er is echt niemand. Wat raar, ik heb hem toch echt zien zitten. Zou het de geest van de man zijn? Nee dat kan niet. Legendes komen niet tot leven, en al helemaal geen geesten. Die bestaan niet, dat zeggen mijn ouders al tegen mij sinds ik klein ben. 


The Living Legend (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu