5.

4 1 0
                                    

ik wist zeker dat dit ging werken. het moest werken. ik keek een laatste keer in de spiegel en knipoogde naar mijn spiegelbeeld. ik voelde me bijna schuldig voor wat ik ging doen. bijna. maar nog niet helemaal.  hij verdiende het. 

ik kon me nog seeds de warme gloed van zijn adem in mijn nek herinneren.  of de tinteling die ik voelde als hij me ook maar  een keer aanraakte. maar ik zette het allemaal uit mijn hoofdt. tenminste. dat probeerde ik. eigenlijk sloopte de gedachtes dat ik zijn warme warme adem nooit meer in mijn nek zou voelen me volledig. maar dat mocht ik niet laten merken. het mocht me niks schelen. dat hield ik mezelf voor. 

'heyy' de woorden van joey drongen nouwelijks tot me door. vanaf het eerste moment dat ik dean daar zag staan, nonchalant tegen de muur aangeleund, wist ik al dat ik dit niet kon. het lukte gewoon niet. ik probeerde uit alle macht mijn ogen van zijn veel te knappe lichaam af te houden. maar ik kon het niet. ik probeerde uit alle macht iets leuks tegen joey te zeggen. maar er kwam geen woord uit mijn mond. Ik voelde een arm die langzaam om mijn schouder werd gelegd. ik had nu warm moeten worden van binnen. warm door de aanraking van joey. maar ik voelde niets. helemaal niets. 'hoi'. het kwam er zo droog uit dat ik mezelf wel kon slaan. ik had hem minstens moeten begroeten met een kus op zijn wang. geen doodgewone 'hoi' zoals twee -ik-heb-jou-ooit-gekend-personen elkaar groeten wanneer ze elkaar na een eeuwigheid weer eens tegenkomen. maar hij merkte het niet. tenminste, dat hoopte ik. snel sloeg ik ook een arm om zijn schouder en glimlache uitdagen naar hem. misschien hadden we, of nee, had ik dan toch nog een kans.

alles leek goed te gaan. we kletsten gezellig en liepen, precies zoals een heel verliefdt stelletje dat zou doen, door de gang. met mijn ene oog hied ik dean goed in de gaten, die nog steeds op dezelfde plek overschillig naar zijn telefoon staarde. nog 20 meter, nog 10, nog 5, 4, 3. en toen ging het fout. hij keek me aan. niet zomaar. maar recht in mijn ogen. mijn hart maakte een sprong en het leek alsof alle adem uit mijn longen werdt gezogen. 

het leek wel een eeuwigheid te duren. ik voelde de tranen prikken in mijn ogen toen zijn geheimzinnige ogen de mijne aankeken. 

ik mocht helemaal geen verdriet voelen, niet eens een klein beetje. ik haate mezelf voor wat voor een persoon ik was. waarom kon ik hem niet gewoon van me af zeten. waarom kon ik hem niet haten. 

en toen liep hij weg. zonder ook maar enige blik van jaloezie te hebben laten zien. 

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Feb 03, 2018 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Ik + Hij = Niet Wij Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu