Het tuinhekje gaat piepend open. Ik stap het tuinpaadje op en loop met stevige passen naar de deur. Het regend zachtjes en de tuin ligt er erg sneu bij. Met een harde ruk duw ik de deur open. Ik gooi mijn tas op de grond en plof met veel lawaai op de bank. Na school was ik meteen naar huis gegaan. Ik had met niets en niemand gepraat. Daar had ik ook helemaal geen behoefte aan. Ze zouden me uitlachten. Ik Lois, had een blauwtje gelopen en wat voor een! Een kreet verbrak de stilte in de kamer. Ik was hem kwijt, voorgoed, dat was wel duidelijk. Zou ik hem ooit wel terugzien? Hij deed zo raar! Ik ren de trap op, half rennen, half kruipen. Ik had bijna de kracht niet meer om vooruit te komen. De Nederlands toets die ik vandaag had moeten maken had ik goed verprutst. Dat kon ik er ook nog wel bij hebben. Tuurlijk! Ik kijk mijn kamer rond. Op de tafel staat een porselijnen hart. Maar niet zomaar een. Een die ik van dean had had gekregen toen we 2 maanden verkering hadden. Het was 4 juli, 5 uur. Ik weet het nog precies. Ik omklem het hartje met mijn hand. Het voelt koel aan. Ik breng mijn hand omhoog en smijt het hartje tegen de muur aan, het valt in honderden stukjes uiteen. Het lucht me op. Weg met dean! Opeens trilt mijn telefoon. Ik open hem. Wat? Ik de berichten stromen opeens binnen. Het zijn en tientallen. Ik open snel mijn facebook. Dean heeft een bericht geplaatst. 'Heb het eindelijk uitgemaakt. Dat lucht op'. 'WAT!' ik heb er niet eens erg in dat ik het hardop zei. Wat denkt hij wel niet! Op school niets zeggen en nu! Ik kan het wel neersteken. Gemene moordplannen vormen zich in mijn hoofd. Maar ik jaag ze weg. Het heeft geen zin daar nu aan te gaan denken. Al mijn verdriet is opslag weg. Het maakt plaats voor woede. Haat. Ik zal hem.
Ik loop de school in. Kijk naar de vloer in de hoop dat niemand mij zal herkennen. Ik zie sommige mensen naar mij kijken en wat tegen hun vrienden zeggen. Ze doen maar. Ik neem plaats helemaal in het achterste hoekje van het lokaal. Niemand die mij ziet. Ik wil net mijn boek openslaan als ik opeens een stem naast mij hoor. 'Hey, kan ik hier gaan zitten?' het is Joey. Een jongen uit mijn klas. Ik heb hem nooit zo gemogen. Hij doet altijd stoer en probeert altijd meisjes te versieren. Dat is wel het laatste waar ik op dit te wachten. Opeens vormt zich een heel gemeen plan in mijn hoofd. Een geniaal plan al zeg ik het zelf. Ja, een fabuleus paln.... 'Ja, gezellig' zeg ik triomfantelijk tegen Joey en geef hem een knipoog. Tevreven wrijf ik in mijn handen. Dit zal hem leren.
JE LEEST
Ik + Hij = Niet Wij
RomanceIk weet niet wat ik moet doen. Dean heeft me gedumpt, zomaar, zonder reden en ik weet niet waarom! Hij heeft me voor gek gezet voor de hele school! Ik zal hem wel terugpakken, geloof mij. Ookal weet ik zeker dat er iets met hem aan de hand moet zijn...