2.

158 12 0
                                    

 Eigenlijk is het geen bezoekuur in het ziekenhuis, maar gelukkig heeft familie altijd toegang, zolang de patiënt niet slaapt

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Eigenlijk is het geen bezoekuur in het ziekenhuis, maar gelukkig heeft familie altijd toegang, zolang de patiënt niet slaapt. Maar aangezien Flynn nogal een slaapkop is was ik even bang dat de verpleegster mij zou weigeren. Bij aankomst verteld ze me dat Flynn een goede nacht had gehad en dat hij nu televisie aan het kijken is. Ze had mij eigenlijk rond etenstijd verwacht, mijn vaste bezoektijd, maar vindt het prima als ik nu bij hem ga kijken.
Ook Flynn is blij verrast. Hij draagt zijn favoriete voetbalshirt aan en oogde wakker. Door de behandeling had hij al snel zijn mooie blonde haren verloren, maar haarloos stond hem ook niet verkeerd. Gelukkig maar, verder was alles toch al zo naar.
Ik omhels mijn broertje stevig en pakte de stoel die het dichtst bij zijn bed staat. Hij is een tekenfilm aan het kijken, een herhaling, we hebben deze beide al eens gezien.
'Wat doe je hier? Heb je wat lekkers meegenomen?' Normaal smokkelde ik wel eens een reep chocola of een pak koekjes naar binnen voor de dagen waarop hij zich niet zo misselijk voelde. Vandaag was gelukkig zo'n dag, ik kon niet wachten hem dit te vertellen.
'Morgen oké? Ik moet je nu wat belangrijks vertellen.' Met quasi- beteuterde ogen keek Flynn mij aan en opeens verschenen er allemaal denkbeeldige pakjes koekjes op zijn bed. Ik lachte. 'Flynn hou ik.' Grinnikte ik. 'Straks denken de verpleegsters nog dat ik de halve supermarkt heb meegenomen.' En zo snel als ze verschenen, verdween het weer. Flynn had nog steeds de mogelijkheid om zijn gave te gebruiken, maar dit putte hem wel sneller uit.
'Wat wilde je vertellen zus?' Hij ging rechter op zitten en ik nam van de gelegenheid gebruik om hem alles te vertellen over Will en de recente ontdekking. Flynns ogen gingen steeds wijder staan, evenals zijn open mond.
'Dit meen je niet Faith.' Fluisterde hij toen ik uitgepraat was. Ondanks dat ik het in het veilinghuis niet wilde geloven, werd de waarheid toch steeds duidelijker. Ik had een zielsverwant, een echte.
'Maar, ik dacht dat James jouw zielsverwant was?' Flynn trok een zuur gezicht bij het noemen van James' naam. Ondanks dat Butch alles betaald zijn hij en James nog nooit op ziekenbezoek geweest. Ik pakte Flynns hand, die griezelig koud aanvoelde.
'Ik dacht dat ook al die jaren, maar Butch heeft ons voor de gek gehouden.' Ik voel de tranen weer prikken in mijn ogen. 'Dit voelt zo anders dan de aanwezigheid van James.'
Flynn knikte, voor een zestienjarige was hij heel wijs. Hij begreep het allemaal, hij gunt mij alles, net zoals ik hem alles gun, behalve zijn verschrikkelijke ziekte.
'Ik heb er altijd al in geloofd.' Zei hij zachtjes. 'Ik hoop de mijne ook ooit te vinden.' Ik knikte langzaam en de tranen begonnen over mijn wangen te stromen. We praten amper over de toekomst, altijd over het verleden. Flynns toekomst was 50/50, we wisten nooit of hij er volgende week ook zou zijn. Maar ik voelde hoop in Flynn borrelen. Als zijn zus haar zielsverwant kon vinden, dan zou hij overleven en de zijne ook uiteindelijk vinden.
De gedachte ontroerde me en weer vervloekte ik Butch Cumberland. Vorige week vertelde de dokter dat Flynn sneller beter kon worden met een beenmergtransplantatie. Meestal moet de donor een verwant zijn. Ik meldde me meteen aan, maar aangezien Butch – omdat hij de geldschieter is- ook op de hoogte was gesteld, werd ik meteen naar zijn kantoor geroepen. Ik mocht geen beenmerg afstaan, we moesten wachten op een andere donor. Een donor die nooit zou komen, dat wist ik nu al. Mijn wereld stortte in en dit was de eerste keer dat ik ben uitgevallen tegen Butch. Natuurlijk werd ik meteen gestraft, een week geen loon en ik werd pijnlijk tegen de muur geslingerd.
'Je doet wat ik zeg Faith, anders leeft Flynn niet lang meer.' Ik knikte en hij liet mij huilend achter in zijn kantoor, uit het oog van de anderen.
Ik was zo in gedachten, ik schrok wakker doordat Flynn met zijn vingers over mijn wang streek. Ik pakte zijn hand en gaf er een zachte kus op.
'Wil je mij een ding beloven Faith?' Zijn stem klonk schor.
Ik knikte. 'Ik doe alles voor je Flynn.' Hij wist het, hij kon mij alles vragen.
'Als die Will je vraagt met hem mee te gaan, doe dat dan.' Hij bleef mij strak aankijken terwijl hij dit verzoek deed. Mijn zicht werd weer wazig en ik begon weer te huilen.
'Doe normaal Flynn, ik laat je niet alleen.' Ik probeerde standvastig te klinken maar mijn stem brak. Ook Flynns ogen werden wazig. Een enkele traan ontsnapte en gleed over zijn wang.
'Dit is geen leven meer Faith. Ik zit de hele dag hier en jij bij die tiran.' Zijn verdriet maakte plaats voor woede. Zijn kaak verstrakte. Mijn lieve sterke broertje.
Ik zuchtte diep. 'Ik heb Will weggejaagd, hij komt niet meer terug Flynn.'
'Dat is dan stom.' Zei hij. Ik knikte. 'Dat is inderdaad stom.' Ik ging bij hem op bed liggen en nam hem in mijn armen. Hier lieten we het bij.

De veiling kwam al snel dichterbij en nam al mijn tijd in beslag. De kunstvoorwerpen werden opnieuw opgepoetst en alle benodigde formulieren werden klaargemaakt. James was de veilingmeester en ik moest weer achterin zitten. Om geen argwaan op te wekken glipte ik altijd als laatste de zaal in, op deze manier werd ik meestal niet opgemerkt door de andere aanwezigen. Het bedrijf was klein, Butch was de directeur en beheerde de zakenrelaties. James was veilingmeester en ging de nodige zakenfeestjes bij langs en ik was taxateur. Daarnaast werkte er nog een secretaresse van Butch, de receptioniste en wat invallers die we inhuurden zodra we de tentoonstelling moesten opzetten. Op deze manier kon Butch ongestoord doorgaan met zijn illegale praktijken, met mijn hulp natuurlijk.
Over vijf minuten zou de veiling beginnen, ik snel me naar de zaal en zoek een plekje achterin. Het eerste veilingstuk is een prachtig schilderij van de kust van Nederland. Er zijn een paar gegadigden, maar die bieden natuurlijk niet genoeg. Van tevoren had Butch mij al verteld tot hoeveel ik de klanten moest laten bieden.
Een van de geïnteresseerden is een oudere man. Hij bood vijfhonderd euro maar Butch wilde meer, op naar de duizend dan maar. Ik sloot mijn ogen en zocht zijn gedachtepatroon. Al snel ontwaak ik in een wirwar van kleuren en zie ik dat ik de goede heb. Mijn aanraking voelt aan als een zuchtje wind, de man zou eerder denken dat het tochtig is in dit oude pand dan dat er iemand in zijn hoofd zit. Ik plant een zaadjes in zijn hoofd, een zaadje dat zegt: ik wil graag duizend euro bieden. Meteen verlaat ik zijn hoofd en open mijn ogen. De man heft zijn bordje op, het gebaar dat hij duizend euro wil bieden. James neemt het aanbod snel aan en Butch kijkt mij tevreden aan. Daarna zoek ik nog een slachtoffer: een oudere vrouw, een vaste klant die wel vaker schilderijen koopt. Prima, niemand zou vermoeden dat zij opeens veel geld uit wil geven aan dit schilderij.
Net toen ik weer wilde beginnen werd mijn zender verstoord.
Faith, wat ben je aan het doen?
Geschrokken open ik mijn ogen. Een koude rilling gaat door mij heen. Het is Will. Meteen herpakte ik me een zond ik hem een bericht. Will? Wat doe jij hier?
Ik keek geschrokken naar James en Butch. Zij hadden niks door, nog niet. Het zou een kwestie van minuten zijn voordat zij doorhadden dat ik niemand dwong om te bieden. Gelukkig zaten we al op een bedrag van vijftienhonderd, het schilderij verkocht zichzelf wel.
Ik kom hier om jou te zien Faith, je bent mijn zielsverwant. Het klonk zo cliché, maar mijn hart maakte toch een sprongetje, wat ik stellig probeerde te negeren.
Kom mee.
Ik stond stilletjes op en verliet de zaal. Ik krijg vast een triade van Butch, dus ik zet mijn schild extra sterk op.
Ik gebaarde Will mij te volgen en ik besloot naar de kelder te gaan. Alleen personeel had toegang en we zouden hier niet gestoord worden. Butch en James kwamen hier amper, dit was mijn domein.
De kelder was jaren geleden verbouwd, waardoor het een schone, frisse ruimte was met witte muren en een houten vloer. Bij binnenkomst heb je aan de rechterkant kelderraampjes en zie je vlagen van het drukke stadsleven. Daaronder stonden stellages met kunstvoorwerpen, allemaal gelabeld met jaargang, getaxeerde waarde en land van herkomst. Mijn werk.
'Wauw, mooi spul heb je hier staan.' Ik wilde eigenlijk hem meteen uitfoeteren over het feit dat hij me gevolg was, maar hij had mijn zwakke plek gevonden. Kunst.
Ik knikte verlegen. 'Dit is mijn leven.' Verklaarde ik. 'Ik heb al deze kunstwerken getaxeerd en opgeknapt.' Will floot belangstellend. Hij schonk me een prachtige glimlach, ik moest me vasthouden aan de werktafel die in het midden van de ruimte stond. Will had het door, hij glimlachte en kwam dichterbij. Ik besloot het toe te laten en hij pakte mijn beide handen.
'Je wilt niet weten hoe blij ik ben dat ik je heb ontmoet.' Hij wreef met zijn duim zachtjes over de rug van mijn hand. Ik glimlach, maar zeg verder niks.
'Maar een ding snap ik niet.' Hij liet een hand los en wreef over zijn voorhoofd. 'Mijn gave is om gevaar te herkennen en deze laat mij nooit in de steek.' Ik voelde mij opeens licht in mijn hoofd worden. Ja hoor, deze plek is één beerput van criminele activiteiten.
'Mijn gave zegt dat jij gevaarlijk bent, maar mijn hart zegt wat anders.' Hij fluisterde, maar zijn woorden kwamen hard binnen. Ik gevaarlijk, ik weet dat wat ik doe niet goed is, maar ik heb geen keus. Dit werd nu al niks. Ik ben een gevaar, hij kan beter iemand anders gaan zoeken. Het is een keus die ik liever niet wil maken, maar zou kon ik hem niet kwetsen en is hij bovenal veilig voor Butch' en James' praktijken.
Ik liet zijn handen los. 'Ik ben ook gevaarlijk. Het is hier gevaarlijk. Vooral voor jou.'
Will keek mij verbaasd aan. 'Ik weet het, ik voel het. Maar ik denk dat jij alleen een pion bent in deze organisatie. Ik wil je helpen.' Hij klonk oprecht en ik wilde hem ook geloven, maar hij moest hier weg.
'Kom om vijf uur naar de Dam, weet je waar dat is?' Ik wilde hem zien, maar niet in deze omstandigheden. Niet onder het alziend oog van Butch.
'Nee, maar daar kom ik wel achter.' Will lachte, het gaf mij een warm gevoel.
'Goed, dan zie ik je daar, maar nu moet je echt weggaan.' Ik duwde hem tegen zijn brede borst, hij had weer een Wreckenridge T-shirt aan, maar nu een witte wat erg goed stond bij zijn gebruinde huid. Maar daar moest ik nu niet aan denken, meer aan de tirannie die ik over me heen kreeg van Butch. Will stond op het punt om weg te gaan, maar moest mijn emoties hebben gevoeld. Zonder aankondiging pakte hij mijn arm beet en trok me in zijn armen.
'Geen zorgen, wat er ook is, wij komen er samen uit.' Bij die woorden verstevigde hij zijn omhelzing. Voor een momentje vergat ik alles. Vergat ik de tiran die boven op zoek was naar mij en vergat ik zelfs mijn zieke broertje. Will gaf mij een goed gevoel, misschien was het hebben van een zielsverwant toch niet zo slecht.
'Ik kijk al uit naar onze volgende ontmoeting.' Hij liet me los, ik voelde zijn warmte wegglippen en liet mij alleen achter. Ik kon het niet helpen; ik kon niet stoppen met glimlachen. Maar ik moest nog naar boven en die gedachte zorgde ervoor dat er een angstig gevoel over mijn rug kroop. Ik rilde. Butch zou niet genadeloos zijn.
Zo goed als Will gevaar kon aanvoelen, zo slecht kon ik dat. Butch had mijn afwezigheid wel opgemerkt, maar de veilig was nog niet afgelopen dus ik hernam mijn taak en zorgde voor nog wat extra euro's. Ik deed zo hard mijn best, ik had achteraf barstende koppijn.
Butch was zo opgewonden, dat hij mijn afwezigheid amper benoemde toen we achteraf de veiling gingen evalueren. Ik gooide mijn afwezigheid op een vrouwelijk probleempje, daar vroegen ze nooit over door. Will hadden ze wonder boven wonder ook niet opgemerkt. Een klein stemmetje in mijn achterhoofd vond het wel verdacht. Butch is een sterke savant, hij moest de aanwezigheid van een andere savant wel hebben opgemerkt. Maar dat stemmetje verdween snel weer bij Butch' aankondiging een paar dagen naar New York te gaan.
'Een bliksembezoek, ik sluit het veilinghuis voor dit weekend. Vanaf morgen tot maandag ben je dus vrij Faith. Je hebt het verdiend.' Ik viel zowat van mijn stoel. Heeft hij een bord voor zijn kop? Ik zat openbaar de communiceren met een andere savant en nou geeft hij mij een paar dagen vrij? Normaal gesproken moest ik gewoon doorwerken bij zijn afwezigheid. Maar ik berispte mezelf. Doe normaal Faith, neem gewoon die dagen vrij. Er is goed weer voorspeld! Ik zette mijn glimlach op en wenste Butch een fijn verblijf in New York.
'Ik neem wel een leuk jurkje voor je mee.' Zei James. 'Dan kunnen we na mijn terugkomst gezellig uit eten.' Ik voelde me misselijk worden, de gedachte alleen al. Oké, James is wel redelijk knap: hij heeft blond haar, wat hij altijd achterover kamt en droeg ook altijd een dure maatpak. Evenals Butch, hij had hetzelfde kapsel, maar dan grijs. Maar ik was niet het type meisje dat zou vallen voor James, vooral niet omdat ik hem al zolang ken. Ik viel meer voor types zoals... zoals Will. Ik glimlachte bij de gedachte aan Will. Helaas interpreteerde James mijn glimlach als een bevestiging van zijn uitnodiging. Prima, laat hem maar in die waan. Ik keek op mijn horloge. Over een uur zou ik Will weer zien. Mijn zielsverwant.

Jk6rNmQe5

Trusting Faith - een soulmates FanficWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu