Hoofdstuk 8 ~ Dag 4

91 7 14
                                    

Ik schrik en gil ineens de longen uit mijn lijf, wanneer ik stevig in mijn armen word vastgegrepen.

Achter me staat een roze olifant die me verbaast aankijkt. "Wat doe je bij mijn waterval?" vraag hij verbaast. Ik gil en vlieg weg.








~~~~ Oke JK, dat is niet echt het vervolg van het verhaal. Dat komt nu. Alleen ik vond het leuk, want mn verhaal is zo cliché haha. (Wie houd er nou niet van dat cliché-ige gedoe? :P )  Amandavanw  eet je schoen maar op, het was een Roze olifant.~~~~




Ik schrik en gil ineens de longen uit mijn lijf, wanneer ik stevig in mijn armen word vastgegrepen.

"Wil je dat niet meer doen?" hoor ik Evan streng en bezorgd zeggen. Ik draai me om, om hem onder ogen te komen. Ik zet een geforceerde glimlach op en lach vriendelijk naar hem. "Graag gedaan hoor, voor het vinden van een zoet water bron." zeg ik zo vriendelijk, maar vol sarcasme, mogelijk.

Hij zucht en kijkt dan weg van mij, richting de waterval.

"Is het zoet water?" vraagt hij

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

"Is het zoet water?" vraagt hij. Ik knik. "Dan zal het vast schoon zijn, het is tenslotte stromend water." zegt hij serieus. Ik knik. "Ik wil erin zwemmen." zucht ik. Evan gniffelt zachtjes. "Laten we maar weer terug lopen. We weten nu dat er een zoet water bron is." Ik knik en samen lopen we dan weer naar het kamp.

Het kamp is letterlijk een rechte lijn lopen vanaf de lagune. Evan en ik lopen weer naar het kamp en ik ga zitten op het bamboe plateau. "Wat wil je deze dag nog doen?" vraag ik. Evan denkt even diep na, maar weet vervolgens iets.

"Zie je de wolken daar verder op?" vraagt hij. Ik kijk op en zoek de wolken op de horizon. Ik knik als ik zie. "Ze zijn nog donkerder als die we zagen op zee. Het wordt een zware storm. We kunnen beter ons plateau inruilen voor een steviger, meer inlandse tijdelijke hut." zeg hij. Ik knik. "Wat heb je nodig?" vraag ik aan Evan, die duidelijk al een plan heeft. "Ik denk aan een kleine hut. En bamboe lijkt me het geschiktst." Ik knik en nadat Eva uitlegt hoe het eruit gaat zien gaan we allebei veel bamboe verzamelen.

We maken een soort stevig schuin dak, waaronder we kunnen schuilen. Evan komt aan met bamboe, wat ik aan elkaar knoop door middel van scheepstouw, wat we vonden op het strand, en planten. Dan komt Evan met palmbladeren wat we erop liggen. Vervolgens zetten we het geheel schuin vast en staat het zeer stevig.

Wanneer het inmiddels al weer aardig donker is, eten we de laatste ratsoenen en drinken we het laatste water op

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Wanneer het inmiddels al weer aardig donker is, eten we de laatste ratsoenen en drinken we het laatste water op. We hebben een tas leeggehaald en neergezet, zodat het regen kan opvangen voor schoon drinkwater. Al niet veel later gaat de zon onder en begint het te regenen.

Evan en ik bevinden zich beide onder het geïmproviseerde dak. Door de plotselinge omslag in het weer hadden we geen tijd gehad voor een vuurtje en nu hadden we geen warmte bron om ons warm te houden tegen de kou van de nacht en regen.

Evan ligt tegen de achterkant van het geïmproviseerde dakje en ik zit aan de open kant, met mijn knieën opgetrokken en bij elkaar geklemd door mijn armen er omheen. Ik kijk naar de regen die terecht komt op de steeds groter wordende golven. Waar eerst ons plateau was, staat nu de zee hoog en enkele bamboe takken zijn weggeblazen of zitten nog aan één kant vast.

De lucht is donkergrijs door de weerlichting, die de lucht oplicht. Ik kijk naar het weerfenomeen en denk aan thuis. Zouden ze al doorhebben dat ik weg ben? Zal überhaupt de bemanning al wat gemerkt hebben? Hoe zou mijn moeder reageren op het bericht van de bemanning dat haar dochter vermist is en ongeveer ergens op de oceaan is met een rubberbootje? Hoe zou het met Amy en Stella zijn, mijn beste vriendinnen? Ik stel me al voor dat ze net terug komen van hun gezamenlijke vakantie naar Spanje en ze dan moeten horen dat ik misschien nooit meer terug kom. Ik mis ze nu al zo erg.

Ik denk aan een van de laatste dagen voordat ik op de boot stapte, dat we met z'n drieën in het centrum van Amsterdam uitgingen. We hadden alle drie te weinig geld voor vervoer én drankjes, dus zijn we zo erg met jongens gaan dansen en flirten zodat ze ons drankjes gaven. Ik vond het vreselijk, maar aan de andere kant zag ik er de lol wel van in.

Mijn ogen worden steeds vochtiger, maar ik stop abrupt wanneer ik word onderbroken door een hand op mijn rug. Ik draai me om naar Evan.

"Ara, ga slapen. Je hebt rust nodig."

Ik wou zuchten en hem verbeteren dat ik liever Bella dan Ara word genoemd, maar hij had gelijk. Het was laat en ik had mijn rust nodig.

Evans hand glijd van mijn rug af en mijn rug tintelt waar zijn hand net lag. Ik draai mijn hoofd naar Evan en bekijk hoe zijn gezicht wordt opgelicht door het licht van de maan. Zijn uiterlijke kenmerken zoals zijn kaaklijn komt mooi uit. Ik zucht en wil me neerleggen naast Evan, maar ineens zie ik iets in het water. Eerst schrok ik, omdat ik dacht dat het een persoon was, maar later realiseerde ik me dat het een van de tassen is die we achter hebben gelaten op de boot. Als ik nogmaals goed kijk, zie ik er nog een tas naast liggen.

Ik sta op en ren in de regen door het water van de zee naar de tassen.

Ik wist dat ik nog tot hoever ik het water in kon sinds normaal waar ons plateau was, de zee nog niet begon. Ik loop verder en pak de twee drijvende oranje tassen die ik had gezien en loop dan weer terug. Ook zie ik rechts van me een stuk van de rubberboot drijven, maar dat is te veel om mee te trekken.

Wanneer ik weer voor me kijk, proberend weer op het strand te komen, voel ik ineens een hand mijn pols pakken.

"Ben je gek geworden?" vraagt Evan bezorgd. Ik negeer zijn kleine uitbarsting en het enige wat ik zeg is, "Kan jij die overblijfselen van die boot meenemen?" Ik zie Evans gezichtsuitdrukking niet, maar ik denk wel zeker te weten dat hij niet vrolijk is momenteel. Ik trek de tas door het water met me mee en leg het dan onder ons dak.

Wanneer ook Evan terug is, legt hij het stuk rubber van de boot naast het dakje en gaat hij naast me zitten.

"En nu ben je nat geregend en tot je middel doorweekt" zegt Evan. Ik knik kort. "Door twee tassen ben jij straks ziek" zegt hij teleurgesteld. Ik zucht, maar hou mijn mond, sinds me dat verstandiger lijkt.

Ik kijk naar hoe de maan weerspiegeld op het water en hoe het vervormd op het water. Vervolgens lig ik neer en kruip ik zoveel mogelijk naar Evan voor zijn warmte, die ik door mijn eigenwijze zet nodig ga hebben. Maar hij zal wel anders spreken nu we iets meer voorraden hebben.


Nothing but OceanWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu