Hoofdstuk 2

5.6K 340 49
                                    

Ik wandel tussen de armen en benen van Keith en Mira door om zo een poging te maken om bij de koelkast te komen.

Mira ligt met haar stinkvoet in Keith zijn gezicht. Cute.


"Godver," sis ik kwaad naar het kussen waar ik zojuist over ben gestruikeld. Ik rol met mijn ogen uit irritatie.

Langzaam aan loop ik door naar de keuken en bedenk daar wat ik eigenlijk wilde pakken.

Ik heb honger, maar niet honger als in het eten van een boterham. Al misschien met nutella, wel.

Terwijl ik nadenk hoor ik voetstappen.

Nee.

Na alle afleveringen van CSI, NCIS en Criminal Minds, weet ik dat ik niet eerst 'is daar iemand' moet roepen, maar gelijk het zware geschut er bij moet halen. Ik ben voorbereid. Ik kan dit aan.

En Mira is een lichte slaper. Als ik één keertje gil word ze wel wakker. Hoop ik.

Ik probeer zo zachtjes mogelijk te doen en ik doe of ik de schaduwen die ik zie niet echt zijn. Er is hier een inbreker. Ongelofelijk. Ik heb dit appartement pas verschrikkelijk kort en ik zal nu al de sloten moeten vervangen.

En er werd me nog wel verteld dat dit een nette beschaafde buurt was en inbraak zelden voorkwam. Natuurlijk hoor ik bij de 0,0001 procent waarbij het wel moet gebeuren.

Ik zie het maar als een compliment dat ze mijn huis mooi vinden. Wacht. Ze. Misschien is het er meer dan één.

Mijn hand reikt naar de la waar het bestek in zit maar mijn pols word beet gepakt waardoor ik versteen.

Ik wil het uitschreeuwen, slaan, schoppen, maar ik kan het niet. Ik sta vastgenageld aan de grond.

Net als ik mijn stem bij elkaar heb geraapt en mijn mond open doe om te beginnen met schreeuwen komt diegene nog iets dichterbij.

"Boe."

Ik frons. "Godverdomme Keith je liet me schrikken!" sis ik naar hem terwijl hij de longen uit zijn lijf lacht.

Boos stampvoet ik naar mijn slaapkamer.

"Sorry babe, het spijt me." zegt Keith die me gevolgd is. Ondanks dat het donker is, weet ik dat de grijs op zijn gezicht enorm groot is op dit moment.

"Ik zal het nooooit meer doen," zegt hij liefjes wanneer hij merkt dat ik niet van plan was om te reageren en mijn bed in was gekropen.

Het ligt lekker warm. Veel warmer dan op de bank zonder deken, aangezien Mira die met zich mee had getrokken toen ze op het kleed ging liggen.

"Het spijt me." jammert Keith dramatisch als hij mijn bed in kruipt.

Ik schop hem weg. "Sorry, dit is de no boys zone." glimlach ik, ook al ziet hij dat niet. Hij weet dat ik glimlach. Hij kent me.
"Dat deed pijn"

"Jammer joh" murmel ik met mijn hoofd in mijn kussen geplant.

"Mag ik een kusje?"

"Ga slapen." zeg ik ineens erg moe. Ik zou zo in slaap kunnen vallen en de hele dag door slapen.

"Mag ik wel hier liggen dan? De vloer is koud." vraagt hij. Ik murmel iets wat op een 'ja' hoort te lijken. Want wat maakt het ook eigenlijk uit. Ik ben moe. Verschrikkelijk moe. Ik wil slapen.

"Ik hou van je." hij drukt een kus op mijn wang. Ik murmel iets onverstaanbaars terug, deels uit protest aangezien ik nog steeds boos ben maar niet meer de energie in me heb om dat te uiten.



"Goedemorgen allemaal!" suf open ik één oog, wat ik beter niet had kunnen doen.
Mira staat voor mijn gordijn en trekt het met een sluwe grijns open.
"Het licht!" krijs ik. "Wat heb ik je ooit aangedaan?" jammer ik vol zelfmedelijden.
Ik duw mijn hoofd in mijn kussen, hopend dat ik weer in slaap val en Mira dan weg is. Kreng dat het is.
Ik zal de nutella vervangen door pindakaas. Dat zal haar leren. Niemand hoort met het licht in de ochtend te spotten. Zelfs mijn beste vriendin niet.

"Jezus, Mira rot een eind op." hoor ik Keith zijn krakende ochtend stem. Ik glimlach bij het horen van zijn stem. Zie je ik heb Brandon niet nodig. Ik heb zijn liefde niet nodig. Zeker niet zijn neppe, manipulerende prut die niet goed samen ging met mijn naïviteit. Verdomme.

"Appeltaart." kreun ik.
"Arm kind." Mira duwt Keith aan de kant en komt bij naast me zitten en begint meteen met mijn haar te spelen.

Aangezien Keith er de hele tijd bij is, hebben ik en Mira een codewoord bedacht voor als ik aan Brandon denk.

"Waar was dat voor nodig?" gromt Keith. Ik open mijn ogen, en kijk voor me uit. Gelukkig hoef ik na deze weken niet meer zo vaak te huilen als ik aan Brandon denk. Misschien zijn mijn tranen gewoon op gegaan, dat kan ook.

Ik probeer mezelf beter te laten voelen, door naar mijn goddelijke vriendje te staren terwijl hij, helaas, een shirt over zijn hoofd trekt.

"Zal ik appeltaart voor je maken? Aangezien je daar trek in hebt." zegt Keith in een poging om lief te zijn. Ik kruip in één, en mijn maag maakt allemaal rare bochten.

"Nee, ga weg!" schreeuw ik met mijn hoofd in mijn kussen. Ik hoor Mira vaagjes met Keith discussiëren, maar uiteindelijk verlaat Keith de slaapkamer.

"Het komt echt wel goed, schat." probeert Mira me te troosten. Het komt niet goed. Het enige wat ik kan proberen is er het beste van zien te maken, maar dat werkt tot nu toe ook niet echt geweldig.

I love him, crazy isn't it?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu