Hoofdstuk 1 - Gedonder in Tonder

13 1 1
                                    


Ik span mijn boog, richt op het konijn en laat los. Ik schiet het diertje recht door zijn kop. Voor de zoveelste keer vandaag heb ik raak geschoten. Ik schiet altijd beter wanneer ik gefrustreerd ben, en wees er maar zeker van dat dat vandaag het geval is. De oorsprong van mijn frustratie ligt bij deze ochtend...

Het begon als een normale ochtend, even vervelend als gewoonlijk. Ik stond op, kreeg een rothumeur en schrokte mijn ontbijt binnen als een varken. Dat laatste ergerde koningin Adaline zichtbaar. Maar ach, is er iets aan mij wat haar niet ergert? Dat ik de bastaard van haar man, koning Darwin, ben, is voor al meer dan genoeg reden om mij te haten.

Ondertussen kwam mijn zusje Fee sprankelend en vrolijk de eetkamer binnen. Ze lijkt qua uiterlijk sprekend op haar moeder, de koningin, maar gelukkig heeft ze de persoonlijkheid van een warm appeltaartje. Haar honingblonde haar wapperde achter haar, terwijl ze statig naar haar stoel schreed, zoals het een dame betaamt. Ze begroette iedereen met een stralende glimlach, die ik niet beantwoordde. Begrijp me niet verkeerd, ik hou zielsveel van mijn twaalfjarige zusje, maar mijn persoonlijkheid gelijkt iets minder op die van een appeltaartje. Je zou het eerder kunnen vergelijken met een roestig bakblik.
Zoals gewoonlijk verscheen mijn vader als laatste aan de ontbijttafel, hoewel hij ons altijd verzoekt op tijd op te dagen voor de maaltijden. Zijn raadsman Rodrick bracht hem zijn post, die hij altijd bij het ontbijt doorneemt. Nadat hij enkele zakelijke brieven had gelezen, nam hij een chique ogende, verzegelde rol van de stapel. Hij verbrak het zegel en zijn ogen vlogen over het papier. Plots trok alle kleur uit vaders gezicht. Hij kuchte: 'Rodrick, zou ik je even apart kunnen spreken?'
'Natuurlijk, Majesteit.'

Adaline volgde de twee mannen met haar blik, at haar sinaasappel op en vertrok ook.

'Waarom zou vader zo bezorgd zijn?' vroeg Fee

'Geen idee, het zal vast niets zijn.'

Nadat ik mijn eten op had, stond ik ook op. Toen ik door de gang liep om naar mijn kamer te gaan, kwamen mijn vader, Rodrick en de koningin net uit de vergaderzaal.

'Storm, meisje, zou je even met ons mee willen komen?' vroeg vader.

Verward volgde ik hen terug naar binnen. Ik kwam bijna nooit in de vergaderzaal. Vader gebood me om in één van de zachte, fluweelrode stoelen plaats te nemen.

'Het was een brief uit de Tonder', viel mijn vader met de deur in huis. 'Hij kwam van de hofmeester van graaf Tibert.'

Tonder is één van de steden in ons land die op een bepaalde manier onafhankelijk zijn. Deze steden zijn ooit veroverd door vaders voorouders, maar liggen aan de rand van ons gebied, waardoor ze moeilijk te controleren zijn. Daarom bestuurt een hertog of graaf zo'n stad in dienst van de koning. Graaf Tibert is een wat oudere man, die wel eens verdacht wordt van het gebruik van zwarte magie. Omdat hij er nog niet veel mee bereikt heeft, laat vader hem meestal wat aanmodderen.

'De hofmeester meldt dat graaf Tibert zich steeds meer bezig houdt met duistere magie. Hij experimenteert zelfs op zijn eigen mensen. Hofmeester Payne zegt dat er iets is veranderd in de graaf, het maakt hem duisterder en wreder. Payne vraagt om hulp en vertelt ons voorzichtig te zijn, omdat hij vermoedt dat Tibert een aanval wil doen op onze monarchie.'

'Dat klinkt heel verschrikkelijk, vader,' zei ik lichtjes sarcastisch, 'maar wat heb ik hier mee te maken?'

Adaline antwoordde in zijn plaats: 'Wel, Storm, we willen dat jij naar Tonder trekt om een einde te maken aan zijn daden. We kunnen deze zwarte magie niet langer tolereren.'

'Wat?!' riep ik uit. 'Vader, dat kunt u niet menen! Ik heb geen enkele ervaring buiten de hoofdstad. En ik moet graaf Tibert gaan vermóórden?'

'Meisje, meisje, zo laat je het allemaal wel heel wreed klinken. Je wordt er natuurlijk niet alleen op uitgestuurd. Je krijgt twee van mijn lijfwachten mee, plus een andere metgezel.'

'En wie mag die metgezel dan wel zijn?' vroeg ik uitdagend.

'Rowen Longwood, de bode die deze brief uit Tonder bezorgde.'

'Dus je stuurt niet alleen je dochter, maar ook nog eens een arme bode naar een graaf met onbekende krachten? Was dit háár idee?' Ik keek ziedend naar Adaline.
Haar zelfvoldane glimlach was bijna erger dan de opdracht.

Ze wilde me al dood vanaf het moment dat een dienstmeid me baarde. Mijn vader kon dat nog net verhinderen, maar mijn echte moeder werd verbannen en ik werd vervloekt. Zoals wel meer adellijke mensen, oefent de koningin magie uit. Helemáál geen zwarte magie natuurlijk, de hare is zo zuiver en onschuldig dat je er een baby mee kan vervloeken. Ze bepaalde uit het niets dat ik voor de rest van mijn leven van niemand zal kunnen houden, zonder dat deze persoon sterft. Ze voorkwam natuurlijk wel dat dit ook haar geliefden, zoals Fee en vader, zou overkomen.

Je begrijpt nu vast wel waarom ik me gedraag als een roestig bakblik. Niemand mag sterven omdat ik zo dom ben om om hen te gaan geven.

Het zou me dus niet verbazen als dat serpent deze opdracht, die gedoemd was te mislukken, had ingefluisterd bij vader.
Die stuurde me -ondanks mijn luide protesten- naar buiten. De discussie was blijkbaar gesloten.


Dus nu zit ik hier, met zeventien konijnen rondom me. Volgende week vertrek ik naar Tonder. De reis, die we te voet maken, duurt ook ongeveer een week. Dat wil zeggen dat ik waarschijnlijk over twee weken morsdood ben. Dat botte gedrag gaf me duidelijk een pessimistische kijk op het leven.

Ik breng mijn buit naar de keuken van het paleis. Onze kokkin Marie is altijd blij met het verse wild dat ik vang.
Deze namiddag heb ik een afspraak met de smid. Het enige positieve aan dit avontuur, is dat ik eindelijk een eigen zwaard krijg.
Als gevolg van mijn vloek ben ik nooit een erg meisjesachtig meisje geweest. Me lief en voorbeeldig gedragen zat er voor mij niet in, daarvoor wordt mijn zusje opgeleid.
Ik trek me graag terug in het bos, om te jagen, of in de wapenkamer, om te oefenen met de zwaarden die er toch maar voor de sier hangen. Ik weet dus ongeveer hoe ik me moet verdedigen en ik hoop dat dat met een op maat gemaakt zwaard nog beter gaat lukken. Ik zal het nodig hebben tijdens de reis naar Tonder.

*~*~*~*~*~*

Aanschouw: het eerste hoofdstuk! Er is duidelijk nog ruimte voor verbetering, maar dat komt nog wel ;p
Vote, comment, whatever. 

Fun fact: dat systeem met graven en hertogen die een ver deel van het land besturen heb ik stiekem van mijn geschiedenislessen. Wie had ooit kunnen denken dat het feodaal stelsel me nog eens van pas zou komen :p


Voor de StormWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu