Hoofdstuk 2 - Gloeiend ijzer & zeegroene ogen

11 0 3
                                    


'Ik hou hier van!' roep ik uit tegen de smid, een oude man genaamd Davros. Hij kijkt toe hoe ik zwaai met mijn gloednieuwe zwaard, terwijl hij aan een tweede exemplaar bezig is.
'Davros, waarom maak je een tweede zwaard?'
'Wel, dat is voor...' Davros wordt onderbroken door het kraken van de deur. 'Ah, daar zal je hem hebben.'

Een jongen met een bos zwarte krullen komt binnen. Wanneer hij opkijkt, glinsteren zijn zeegroene ogen in het licht van het vuur.

'Ik zal mezelf even voorstellen: mijn naam is Rowen Longwood, mijn prinses.'

Even sta ik verstomd. 'Ik ben geen prinses, meneer Longwood. Ik ben gewoon Storm Wester.'

'Elke dochter van de koning is een prinses. Jij bent een dochter van de koning. Dat maakt jou een prinses, nietwaar? En noem me toch Rowen! We zullen samen een lange reis moeten maken, dus dan kunnen we die onnozele formaliteiten beter achterwegen laten.'

'Dáárvan ken ik je naam dus!' Mijn zilveren munt was eindelijk gevallen. 'Jij bent de bode uit Tonder die met me mee gaat!'

'Tot uw dienst.' Rowen maakt een overdreven diepe kniebuiging en neemt mijn hand vast. Plots plant hij er een handkus op. Geschrokken trek ik mijn hand terug. Fronsend komt hij terug recht.

Om deze gênante situatie iets minder gênant te maken, verander ik van onderwerp. 'Wat kan een bode zoals jij doen met een zwaard?'

'Prinses Storm, ik ben diep beledigd', zegt Rowen, die me gespeeld geschokt aankijkt. Hij grijpt het snikhete zwaard van tafel en zwiert er een paar keer soepel mee. Voor ik het weet ligt mijn eigen zwaard op de grond en houdt hij het zijne zo dicht bij mijn gezicht dat ik de hitte kan voelen.
Hij. Heeft. Me. Ontwapend. Deze bode heeft me ontwapend. Deze bóde heeft me ontwápend.
Auw, dat is vast mijn ego dat gekrenkt is. 

'Zoals u merkt ben ik niet zomaar een bode, prinses', zegt Rowen met een mysterieuze glimlach.

'Ik ben geen... Ach, laat ook maar!' roep ik hem na, maar hij is al door de deur verdwenen. Zijn krullen dansen op zijn hoofd als hij door de gang loopt. Verdwaasd blijf ik achter.

'Ik zou maar uitkijken met die jongen, Storm', zegt Davros op een waarschuwende toon.

'Ach, Davros, ik hou hem wel in toom.'

'Nee, meisje, ik bedoelde het op een manier die wel eens veel gevaarlijker zou kunnen zijn voor jullie allebei.'

*~*~*~*~*~*

Hoofdstuk 2, hoezee! Het is een kort hoofdstuk, maar ik wilde toch nog snel iets posten voor ik 10 dagen op bivak ben met mijn jeugdbeweging, de Chiro. Enjoy!
Vote, comment, whatever :)

Voor de StormWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu