"Taalgebruik"

31 3 0
                                    

"Hallo prinses heb je goed geslapen?" Ik probeer mijn ogen te openen. "Voorzichtig prinses we willen niet dat je jezelf verwond." Ik hoor gegniffel om me heen. Hij 'wie hij ook is' is niet alleen. "Je vader vindt het vast niet leuk om zijn lieve kleine meid zo te zien." Een andere donkerdere stem klink vlak bij mijn oor. "Het is zijn schuld dat je hier nu bent. Hij heeft ons behoorlijk ...... dwars gezeten." Een ruwe hand streelt langs mijn wang. Ik draai mijn hoofd weg en voel een ondraaglijke pijn in mijn nek. Een klein gilletje verlaat mijn mond. "Hou op! Als jullie haar pijn doen komen er alleen maar meer problemen van." Een vrouwelijke stem klinkt door de ruimte en ik voel dat ik voorzichtig wordt opgetild. "Laat dat Lydia! Het is niet aan jou hoe wij informatie krijgen uit het meisje." "Ze is een kind!" Ik word ruw uit de armen van Lydia getrokken en word in een bak met ijskoud water gegooid. Ik vecht om bovenwater te komen, maar ik wordt hardhandig op mijn plek gehouden.  Zodra ik voel dat hun grip verzwakt schiet ik omhoog. Ik haal diep adem. "W.wat willen jullie van mij?" "Voor wie werkt je vader lieffie?" Wat een rare vraag. Waarom willen ze dat weten? "Thomas and Russel." Ik hoor een zucht. "Als jij ons niet gaat vertellen wat je weet over je pappies werk, weet ik niet hoe lang ik dat mooie gezichtje nog veilig kan houden. Dus ik vraag het nog een keer, voor wie werkt je vader prinses?" "Thomas and Russel." Ik wordt aan mijn haren weer terug het water in getrokken. Ik weet niet hoe lang ik  daar in die bak lig maar het water is al lang niet zo kou meer als in het begin. Ik hoor vaag nog dat er ruzie is ontstaan boven water. "Vermoord... Weet niet wat je doet... Woede is... KIND." Hierna wordt ik weer naar boven getrokken. "Geweldig gedaan nu is ze onderkoeld.." Er wordt nog meer gezegd maar ik hoor het al niet meer. Ik voel dat ik weg drijf in een vredige zwarte ruimte. 

Ik schrik wakker van een harde klap op mijn wang. Het ijsbad was een paar dagen geleden. Of een paar uur. Ik weet het ook niet. Maar een ding weet ik wel, het ijsbad is niet de enige manier waarmee ze kunnen martelen. Ik werd aan een stoel  vast gebonden en er werd op me in gebeukt. Ze speelde good cop bad cop."GEEF ANTWOORD OF IK VILT JE LEVEND!" "Je weet dat ik je kan helpen. Toe neem mij in vertrouwen." De vrouw Lydia verzorgde mijn wonden en gaf me eten en drinken. Maar nadat ze voor me opkwam heeft ze nooit meer een woord met me gesproken. Ik denk dat ik niet de enige ben die gemarteld wordt. Steeds maar weer stellen ze dezelfde vraag. "Voor wie werkt je vader?" En steeds geef ik ze hetzelfde antwoord. "Thomas and Russel." Dat is niet het antwoord wat ze willen en ze gaan door met het martelen. Zodra ik mijn bewustzijn verlies wordt ik weer terug gesmeten in mijn kamer. Beter gezegd mijn cel. Ik weet niet meer hoe ik hier terecht ben gekomen. Ik heb in die dagen of uren dat ik hier ben nog geen zak gezien. Nou ja dat is precies wat ik zie EEN ZAK. Hij zit losjes over mijn hoofd maar ik kan hem niet afdoen omdat constant mijn handen en voeten zijn vast gebonden. Hmpf dat geeft me nog enige voldoening ze zijn bang voor mij. Dertien jarige Luna Russel. Zelf ben ik al niet meer bang. Als ze me wilde vermoorden hadden ze dat al lang gedaan. Nee ze hebben me nodig voor iets. Maar wat. Ik geef een eerlijk antwoord op hun vraag en zelfs dat is niet goed genoeg voor mijn vrijheid. Helaas zorgt mijn ik ben niet bang innerlijk ook voor problemen. "Wat is er gebeurt met goed geslapen prinses?" Grom ik terwijl ik me fysiek groot maak en me mentaal een klap voor mijn kop geeft voor de domme opmerking. De man lacht met een stem die ik alleen maar kan vergelijken met een beer die met zijn prooi speelt. Ge-wel-dig. "Luister vriend, ik weet niet waar the bubbels dit allemaal opslaat maar ik ga je nu alvast mijn antwoord geven. MIJN VADER WERKT VOOR THOMAS AND RUSSEL!" Ik ben het zat ik wil weg. Weg van deze vieze plek, weg van de mensen die zo gestoord zijn dat ze een meisje van dertien pijn doen. Langzaam voel ik warme tranen van woede en wanhoop over mijn wangen glijden. "Ik weet niet wat jullie van mijn vader moeten m.m.maar ik ben het zo zat. Ik ga nooit een ander antwoord geven dus laat het alsjeblieft stoppen." Ik ben nu ongecontroleerd aan het snikken. Ik HAAT het, ik haat het dat ik me zwak opstel maar ik kan het niet meer ik.. ik ben gewoon zo moe en woedend op deze mensen. Mijn hele lichaam doet pijn en mentaal ben ik al zover weg dat ik niet meer slaap maar nep gesprekken heb met mijn oma. Ik hoor de brombeer weg lopen. Ik roep mezelf terug naar mijn kern. Iets wat ik vaak doe als ik wil ophouden met huilen. Ik herhaal mijn nieuwe mantra. "People cry, not because they're weak. But because they have been strong for too long." Ik ben niet zwak. Deze tranen maken mij alleen maar sterker. "IK BEN NIET ZWAK!" ik schreeuw zo hard ik kan. "HOREN JULLIE MIJ! IK BEN NIET ZWAK. IK HAAT JULLIE! MIJN TRANEN MAKEN MIJ STERK EN JULLIE ZWAK! JULLIE MARTELEN EEN KIND VAN DERTIEN! JULLIE ZIJN DE ZWAKKELINGEN!"Ik blijf schreeuwen tot ik geen stem meer over heb. Uitgeput valt mijn hoofd op mijn borst. "I.i.ik ben niet zwak." Het is nog maar een fluistering voordat ik in slaap val. 

How about that *ON HOLD*Where stories live. Discover now