Via de slecht belichte paskamerspiegel in een klein schattig winkeltje in Amsterdam, kijk ik naar mijn 1,60 meter lengte en 40 cm breedte die mijn heupen vormen.
In de hoek van de spiegels staat een sticker met de tekst dat je maximaal twee kleding stukken tegelijk mag passen. Wie houdt zich daar nou aan? Ze willen toch dat ik veel koop? Nou, dan moet ik dus wel meerdere dingen kunnen passen.
Op de grond in de hoek ligt een berg met kleding tot mijn knieën dat de 'niet kopen' stapel heet. De andere hoek heet de 'wel kopen'. Die is zo plat als een gestreken sok.
Ik kijk nog een keer beschaamd naar de sticker op de spiegel.
'Lea, hoeveel kleding stukken heb jij bij je?' Roep ik met een te hoge stem naar het pashokje naast me.
'Twee' roept ze terug.
Ow.
'Ben je bijna klaar?' zegt Lea ongeduldig naast mij.
'Bijna' roep ik terug.
Ik doe haastig mijn laatste outfit uit, een huid sluitend wit zomer jurkje. Bij de kraag zit crème roze make-up vlek, de gezichtsafdruk van de vorige jurk passer. Gatverdamme.
Shoppen is een sport, niet een catwalk oefening. Je kleding moet makkelijk en snel uittrekbaar zijn. Dus geen pasta laag foundation, je bent geen boterham. Weinig meisjes begrijpen dat.
Met veel geweld wurm ik me als een roze worm (meer witte worm want ik heb niet veel zon gehad deze zomer) uit het korset vernauwende witte jurkje. Cm voor cm kruipt de witte stof zich naar boven.
Als hij uit is en op de indrukwekkende 'niet stapel' ligt, check ik of alles nog recht zit.
BH zit nog steeds op de voorkant? Check.
Witte Snoopy onderbroek van vijf jaar oud, geen string tussen mijn billen geworden? Ow, even rechttrekken.
Wanneer ik de onderbroek tussen mijn billen haal, voel ik dat er een gat van wel 3 cm in op mijn linker bil zit! Dit was mijn lievelingsonderbroek, bedenk ik teleurgesteld als ik met mijn vinger door het gat, in de spiegel de schade bestudeer.
Ik ga verder met mijn lijst.
Haar nog in model? Check.
Mijn bruine haren zitten nog steeds in dé perfecte rommelige knot boven op mijn hoofd. Er steken net genoeg bruine plukken uit de knot, om de balans tussen fabuleus, nonchalant en ontploft bedhaar te vinden. Ook, en hier ben ik erg trots op, zit mijn knot net scheef genoeg op mijn kruin, zodat het lijkt, of het mij geen moeite heeft gekost om hip te zijn. Wat het duidelijk wel gekost heeft.
De kleine baby bruine haartje onder mijn oren, die krullend een eigen wil leiden vouw ik tegelijk aan beide kanten, achter mijn oren. Twee bruine Bambi ogen met enorme wallen er onder staren mij in de spiegel aan. Wallen horen permanent bij mijn look.
'Je moet deze broek écht passen.' roept Lea van buiten de paskamertjes.
Via de spleet tussen het vervelende niet goed sluitende bordeaux rode gordijn verschijnt een blauwe spijkerbroek in Lea's hand. De broek heeft zo veel gaten, dat ik bang ben dat wanneer ik hem aantrek, mijn grote teen de gaten door laat scheuren tot één groot gapend gat.
'Em, ik weet het niet' Zeg ik twijfelend.
'Amber pas nou maar gewoon' zegt ze.
Ik heb er een hekel aan als Lea die toon gebruikt. Alsof ik maar niet wil op schieten met tandenpoetsen, en we daardoor straks te laat komen bij de kleuterjuf als ik nu niet mijn sandalen aan trek.
JE LEEST
Treinboy
ChickLitElke dag reist Amber met de trein. En elke dag weet ze zich in onmogelijke en ongemakkelijk situaties tewerken. Hoe red ze zich er uit? En wie is toch die jongen, die ze steeds tegen komt?