De drang verdween niet, maar de inspiratie wel. Elke keer weer, kon ik niet de juiste woorden vinden die konden bieden als einde. Hoeveel maanden zat ik hier al over te piekeren? Er was niemand om afscheid van te nemen, dat wist ik. Eindelijk wist ik het. Toch was dit voor mij het lastigst. Keer op keer werd het papier in mijn bezit weg gegooid. Elke keer weer werden ze bedekt in tranen, krassen en scheuren. Afscheid nemen van jou was hetzelfde als vaarwel zeggen tegen een deel van mezelf. Jij was het gene waar ik me aan vast klemde in tijden van nood en verdriet. Echter had jij mij dit verdriet gebracht. Of was het toch ikzelf, het meisje dat na het ongeluk één herinnering weigerde los te laten? Gelieve had ik gewild, dat de waarheid voor mij verscholen bleef. Dat ik kon voortleven in mijn onschuldige dwangen en hoopvolle gedachtes. Dat de realiteit mij nog ver achterbleef. Ik wilde de waarheid nooit weten. Ik had daar nooit om gevraagd. Dus waarom?
Achterover geleund in mijn stoel, liet ik mijn gedachtes rond dansen terwijl mijn aandacht gericht was op de pokéball in mijn hand. "'In het einde, komen alleen de mensen met macht boven alle anderen,' huh..."
"Als we de wereld willen verbeteren, moeten we eerst macht hebben," Het was vrieskoud in de ruimte, je kon het merken aan iedereen. Ik had er ook last van. De kapot geslagen ramen lieten elke winterse wind binnenwaaien. Sommigen van ons waren meer naar elkaar toe geschoven, maar ondanks dat was iedereen verspreid over de niet al te grote ruimte. "Macht? Zijn woorden niet genoeg?" Maar hij niet, hij liet nooit zien waar hij last van had. Hierom zat hij het verst weg van iedereen, om te laten zien dat hij de leider was. En sterk moest blijven voor de rest. "We hebben al zo vaak woorden gebruikt, maar niemand luistert," Wederom kwam Gennyo ertussen, "Ik vind het wel wat vergezocht. Bedoel, mensen nemen ons dan heus niet serieus ofzo." Zelfs de simpele woorden brachten een discussie. Het was vermoeiend om naar te luisteren, zo kwamen we nooit verder. Maar ik had het lef nooit om er iets van te zeggen. Ik was altijd bang dat ik anderen zou kwetsen of boos maken, dus zei ik liever niets. "Gennyo laat 'm gewoon uitpraten, jezus." Gelukkig bevond Electra zich weer tussen ons, zij durfte dit namelijk wel. Iedereen had iets te leveren in de groep, behalve ik. Ik was niet alleen bang voor pokémon, maar ook mensen. Af en toe begreep ik niet waarom ik er nog was, waarom ik mee mocht doen. Echter maakte het mij deels ook blij, dat ondanks dat, zij mijn vrienden bleven. "Mensen leven al zolang samen met pokémon dat ze niet meer inzien hoe gevaarlijk ze zijn, ze vallen kinderen aan! En dat niet alleen, hele gebieden kunnen vernietigd worden door één pokémon," Hij had een punt. Al maakte dat niet veel verschil. Wat voor mening hij ook had, ik stond altijd achter hem. Wellicht was dat mijn kwaliteit en fout, blind vertrouwen. "Met woorden maken we dat hen niet duidelijk. Mensen houden zich altijd bij hun eigen mening en argumenten, iets wat buiten hun begrip gaat labelen ze als onzin. Precies wat er gebeurde vandaag." Sommige van ons vestigde hun blikken op Ishaan, die vervolgens de brandende blikken probeerde te ontkomen door zich te nestelen in zijn jas. "Joh, dat krijg je als je een kind erop uitstuurt." En zo schoven alle blikken een plek verder op, op Tyur. "Wat fijn dat we het áltijd met elkaar eens zijn." Sprak Electra terwijl ze haar armen over elkaar vouwde. Dit bracht een tijdige stilte, onderbroken door een windvlaag. De volgende woorden die werden gezegd, brachten een rilling over m'n rug, één kouder dan de wind ooit kon brengen, "Wat vind jij ervan, Fern?" Wat ik ervan vond, hoe moest ik dat nou weten? Waarom vroeg 'ie zulke dingen altijd aan mij? Ik voelde hoe mijn gezicht warmer werd, zelfs mijn vingertoppen voelde niet meer koud aan. Het leek wel een eeuwigheid te duren tot er een geluid uit mijn mond kwam. En al die tijd was iedereen mij aan het aanstaren, "U-Uhm, macht lijkt me wel een slimme aanpak...?" Gauw verscheen er een glimlach op zijn gezicht, "Mooi!" Terwijl ik alleen maar dingen zei die hij wilde horen...
Het verleden was zo helder en voelde zo dichtbij. Ik kon alles tot in de details herinneren en zelfs naspelen als ik wilde. Om zulke jeugdherinneringen los te laten, net wanneer ik een greep op ze had, kon ik wel zoiets? Kon ik opnieuw iedereen van Team Obsidian vergeten? Met zulke gedachtes verliet ik mijn bureau en omhelsde mezelf met de kou die mijn bed vulde. Vermoeid verwelkomde ik het donker wat zich schuilde achter mijn oogleden. En de slaap die volgde.
JE LEEST
Fern's Venatura ☆PokeParty☆
FanfictionDit is geschreven vanuit het oogpunt van Fern, het enige lid van Team Obsidian. Ze verschuilt haar angst, verdriet en onzekerheid ten alle tijden achter een arrogante toch naïeve persoonlijkheid. Vanaf haar 10e schreef ze brieven naar iemand, iemand...