De wekker gaat af. Ik wil op Snooze drukken, maar bedenk me dan dat het de wekker van Ruben is. Ik sluit mijn ogen weer, maar ik weet dat ik uit bed moet. Mijn eerste dag op een nieuwe school, met ruim 3000 leerlingen. Ik kom van een school met ongeveer 800 leerlingen, met niet meer dan 30 lokalen. Kun je nagaan. Ik hoor Ruben geeuwen. "Goedemorgen." fluister ik. "Goedemorgen Liv" zegt hij. Hij stapt uit bed, en rilt van de kou. Ik moet ook maar eens bed, spreek ik mezelf toe. Ik zie dat Ruben alleen een boxershort aan heeft, maar ik ga niet in mijn bh en onderbroek rondlopen in een kamer met een jongen die ik nauwelijks ken, dus ik wacht tot hij naar een van de badkamers vertekt. Ik sta op, trek mijn blauwe badjas en graai wat spullen bij elkaar voor onder de douce. Als ik de badkamer, nou ja, badkamer kan je het ook niet noemen, hoor ik allemaal meisjes gillen en giechelen. Niet dat ik ze kan zien, want het zijn aparte hokjes, maar waarschijnlijk horen ze elkaar, ondanks de hokjes. Ik zoek een leeg hokje, en kleed me snel uit. De warme stralen doen me goed.
Als ik heb ontbeten, voel ik me toch zenuwachtig worden. Ruben zit in A3 Havo, en ik heb te horen gekregen dat ik in C3 VWO zit. Geen een van de kinderen van dit woonhuis zitten in die klas, dus ik moet mezelf redden. Ik loop met alle kinderen van het woonhuis, van 10 tot 18, naar school. Onderweg gaan er wat kinderen weg die op de basisschool zitten. Er lopen nu nog 20 kinderen naar de Middelbare school. De meisjes giechelen als een jongen hen knuffelt, en ik zie dat Ruben erg populair is, zowel onder de jongens als onder de meisjes. Ik weet niet waarom, maar ik voel een steek in mijn buik als ik dat zie. Vast van de zenuwen.
"De eerste dag te laat! ga maar gauw zitten, eh, Liv." de docent Latijn kijkt me doordringend aan. Ik knik en loop met een rood hoofd naar de dichtsbijzijnde plek. Ik voel dat iedereen naar me kijkt. "Mag ik zeggen dat je prachtig haar hebt?" vraagt de docent. Het is een vrouw van rond de 50, en ze heeft een erg vriendelijke uitstraling. Ze heet Mevrouw Winderberg. "Tuurlijk." zeg ik. Verlegen ga ik met mijn hand door mijn lange bruine haar. Ze glimlach naar me, en klapt in haar handen. "We gaan beginnen!"
Als ik terug naar huis loop, ben ik bekaf. Elke dag is van 8:00 tot 15:30. Als ik op 'mijn' kamer kom in het woonhuis, neem ik mijn pillen in. Kalmeringspillen en anti depressie pillen. Na mijn vaders dood ben ik enorm veranderd. Dat vrolijke meisje dat altijd iedereen hielp, nooit verlegen was en hield van uitdagingen, bestaat niet meer. Als ik mijn pillen niet in neem, heb ik paniek aanvallen, en kan ik 24 uur huilen. Ik kijk naar buiten, en zie Ruben daar lopen met zijn vrienden en meisjes die om zijn nek hangen. Hij ziet me staan en zwaait naar me. Snel ga ik bij het raam weg. Als ik weer kijk, zie ik dat een paar meisjes verbaasd naar Ruben kijken. Ze zeggen vast: Waarom zwaai je naar haar? wij zijn veel knapper! Ik loop naar de spiegel, en bekijk mijn groene ogen. Misschien moet ik toch wat mascara op doen? Nee, ik heeb geen eens mascara. Ik schrik me dood als Ruben opeens binnen komt. "Hoi." Beschaamd kijk ik hem aan. "Vind je jezelf mooi ofzo?" zegt hij met een glimlach. Zenuwachtig lach ik. "Nee hihihi." ik klink als een paard. Hij haalt zijn schouders op en ploft op zijn bed. "Je bent mooi hoor." hoor ik hem zachtjes zeggen.