Ik heb mijn boek Latijn op mijn schoot, maar kan mijn aandacht er niet bij houden. Is Ruben boos op me? Heb ik iets verkeerd gezegd, of gedaan? Ik gooi mijn boek op mijn bed, en sta op. Ruben is er niet, die is vast naar die Jiska. Mijn telefoon gaat af. Ik kijk op het scherm. Mama. Mama? Die belt mij nooit. Ik neem toch maar op.
"Met Liv."
"Met wie? Hihihi"
"Met Liv. Je bent dronken."
"Dronken? hahahaha. Neeee, doe normaal."
Ik druk op het rode telefoontje, zodat de verbinding verbreekt. Sinds de dood van mijn vader drinkt ze. Met haar nieuwe vriend, Richard. Hij had ook Drugs. 's Nachts zat mama vreselijk te schreeuwen van angst, door Drugs die 'Paddo' heten. Dat zijn een soort paddestoelen waarvan je of een hele mooie wereld ziet, of de vreselijkste dingen ziet. Dat tweede had mama dus, ze vertelde me op een dag dat ze nuchter was dat ze het hoofd van mijn vader en haar vader zag rond draaien. Ik schrik op uit mijn gedachten als Ruben de kamer binnen komt.
4 Mei, Zaterdag, 2013
"Mooie kamer heeft papa he, meid?" had papa gezegd. In het ziekenhuis had hij allemaal tekeningen op zijn kamer gehangen. Met moeite hield ik mijn tranen binnen. "Ja, pap. Heel cool." zei ik schor. Kreunend ging mijn vader recht op zitten. "Hier." hij gaf me de mooiste ketting die ik ooit had gezien.
