Ik werd wakker. De zon schijnend in mijn gezicht. Ik was vergeten het kleine gordijntje dicht te doen gisteren. Hoewel het zonlicht warm was, voelde het glas koud tegen mijn huid. Stijf ging ik rechtop zitten en merkte dat dit moeilijker was dan het zou moeten zijn.
Een zwaar gewicht drukte tegen mijn ribben. Ik wist meteen dat het een lichaam was. Fijn, maar met stevige spieren. Die voelbaar waren door haar kleren heen. Inari lag tegen me aan met een halfopen mond. Zachtjes snurkend en zwart haar waarin ze leek te verdwijnen.
Ik zuchtte, duwde haar van me af. Voorzichtig zodat ze niet zou wakker worden. Ze maakte een klein geluidje. Piepend bijna. Verbazend genoeg draaide ze zich gewoon naar de andere kant en drukte zich tegen haar rechterbuur die even vredig in slaap lag.
Ik zag beweging aan de andere kant van de rij. Ik kon een grijns niet onderdrukken en bewonderde hoe zijn haren het zonlicht opvingen. De zon was vroeg, dus gaf nog een oranje gloed af. Adam werd fronsend wakker en kneep met zijn duim en wijsvinger in zijn neus.
Ik wachtte tot hij mijn kant zou op kijken. Zodat ik hem gedag kon zeggen. Nou wel, gedag kon wuiven. Ik wilde niet dat de twee die tussen ons in zaten zouden ontwaken.
Zijn donkere ogen vonden de mijne en hij glimlachte. Hij wuivde terug. Hij zag er nog slaperig uit. Ik wist wel dat het niet makkelijk slapen was op een vliegtuig, maar hij zag er verschrikkelijk uit. Buiten het feit dat hij gewoon een mooi mens was. Mijn hart voelde meteen al lichter.
Hij merkte de twee tussen ons in en keek lachend naar hun slapende lichamen. Alsof ze een persoon waren. Adam schudde zijn hoofd lichtjes. Ik werd op slag weer verliefd. Al had ik hem dat nog nooit verteld. Onze relatie was puur flirten en seks. En alles moest geheim blijven. Geen ziel dat wist wat we met elkaar deden.
Mijn hart wilde dat heel de wereld het wist. Maar dat was enkel een droom. Er was geen kans dat hij ook hetzelfde voor mij voelde.
Ik liet me tegen de leuning vallen en keek naar buiten. Zakte dieper in mijn gedachten, als het vliegtuig dieper naar beneden zakte.
Het vliegtuig landde met een voelbare klap. Die dwars door het lijf ging. Inari's ogen vlogen open. Ze besefte plots wie ze als kussen had gebruikt en zette zich met een ruk overeind. Met haar rug tegen de leuning van haar stoel. Ik giechelde zachtjes in mijn hand en zag dat Adam net hetzelfde deed.
Terwijl het vliegtuig tot stilstand kwam, klikte ik mijn gordel los. Inari keek me verdwaasd aan. De slaap was in haar ogen blijven zitten. Ik lachte. "Goeiemorgen jij." Mijn stem klonk geamuseerd, maar nog altijd een beetje schor. Bijna onhoorbaar mompelde ze gelijkaardige woorden terug.
