De dekens voelden warm over mijn naakte lichaam. Mijn handen zochten naar de vormen van een lichaam dat naast me lag. Voorzichtig schoof ik dichter tegen hem aan en viel weer in slaap. Zoete duisternis vulde mijn woelende gedachten met rust. Tot de eerste zonnestralen de binnenkant van onze kamer streelde. De marmeren vensterbanken gloeiden in het warme ochtendlicht. Gordijnen vulde de kamer met een rozige schemering waarin ik ontwaakte alsof het allemaal het einde van een geweldige droom was. Twee zachte lippen drukte de zwaarte van een nieuwe dag op mijn voorhoofd. Oude vragen en nieuw antwoorden zouden misschien komen. Ik voelde me vreselijk over de manier waarop ik de dingen had gelaten met Inari gisteren. Tegelijkertijd had ik het gevoel dat het me allemaal niet zoveel kon schelen. Want al bij al had ik toch iets klein overwonnen. Ik buigde mijn hoofd zodat ik Adam kon aankijken. Zijn halfgesloten ogen keken naar me. We deelden een zachte kus. "Mag ik elke ochtend zo wakker worden?" zei ik met een kleine zucht.
"Als we elke avond zoals gisterenavond afsloten dan wel." Grinnikend trok hij me dichter tegen zich aan. Ik had niet meer aanleiding nodig om boven op hem te rollen en mijn lippen te begraven in een passionele kus. "Dat kan geregeld worden." Ik maakte me los van zijn lippen. Schoof onder de lakens vandaan en zocht haastig mijn kleren bij elkaar. "Hey, hey, waar ga je naartoe?" Adam lachte sluw naar me.
"Inari en ik ... zijn de avond niet zo goed geeindigd als jij en ik." Ik worstelde een beetje om mijn shirt aan te krijgen en liep dan naar hem toe om hem een laatste kus te geven voor ik de kamer verliet.In de gang botste ik tegen Ricardo. "Ah, zijn de tortelduifjes toch nog niet zó uitgeput." Ik lachte en liep hem zo voorbij en opende de deur van mijn eigen suite. Inari zat er koffie te drinken. Zwart zonder suiker - wist ik, omdat ze die altijd zo dronk. Ik had liever extra veel suiker als ik dan ook ooit koffie dronk. Ze keek op en zag me met een schuldig gezicht de kamer binnenlopen. "Ik zal maar niet vragen waar je deze nacht bent geweest. Ik krijg toch niets zinnig uit je."
"Ook goeiemorgen..." Ik plukte aan de onderkant van mijn shirt voor ik verder ging. "Inari, ik weet dat ik soms krankzinnig kan doen."
"Denk je?" Ze hief een wenkbrauw naar me en nam nog een slok van haar zo te zien hete koffie.
"Het spijt me. Wel niet zozeer om wat ik gezegd heb, want ik weet dat ik gelijk..."
"God, Erica, serieus?"
"Oké, oké, het spijt me. Ik wil geen discussies hebben met mijn beste vriendin." Ik grijnsde. Als antwoord schudde ze enkel haar hoofd, maar ik zag een kleine glimlach rond haar lippen spelen.