Hoofdstuk 2

285 1 3
                                    

Mijn vingers streelden mijn dagboekje. Ik liet mijn hand vrij over de kaft. Op een bepaald moment deed die het boekje open. Twee lege, witte, pagina's. Daarna allemaal lichtroze. Ik draaide het boekje om. Daar deed ik het weer open. Twee witte pagina's. Daarna... geen twee roze. Een roze, een witte, met een enveloppe ertegenaan... Met krullige en sierlijke letters stond er op: Valentina Louisa Anna. Ik pakte de enveloppe op, en scheurde hem open. Er zat geen brief in. Maar op het binnenste stond geschreven: Zorg goed voor Juliette, en blijf in leven. Liefs: Tante Lola. Een vlaag van angst overviel me. Ik rende mijn kamer uit en schreeuwde het hele huis bij elkaar:' Tante Lola!Tante Lola!', ik was ongeveer overal in het huis geweest nu.
Geen antwoord: geen beweging. In de tuin gebeurde hetzelfde. En in het schuurtje keek ik ook rond. Niets. Ze was er vandoor. Ze is gewoon weg.... Dat mens is gek! Ze liet mij en mijn zusje achter in het midden van de oorlog! 'Tante Lola...', snikte ik. Ik schreeuwde, gilde, huilde, en viel terwijl ik alle drie tegelijkertijd deed op mijn knieën. 'Nee! Tant-', verder kon ik niet gaan. Mijn snikken onderbrak het. Merlijn kon ik niet terughalen om te helpen; hij moest in het leger helpen. Pepijn was mijn enige hoop. Nu is hij weg, door haar. De feeks... Maar ik zal hier blijven, zolang nodig, zolang Juliette nog leeft zal ik hier blijven. Haar verzorgen. Juliette mag nooit in een weeshuis terechtkomen. Nooit van mijn leven, ze blijft bij mij. Mijn hart stond stil toen ik een geweerschot hoorde. Kwam dat nu vanuit ons huis?

AppelblauwzeegroenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu