Hoofdstuk 1
Ik voel hoe de zon in mijn ogen prikt en wordt stilaan wakker. Ik doe mijn ogen langzaam open en draai me om. Ik blijf nog een aantal minuten roerloos liggen, want ik heb geen zin om op te staan. Uiteindelijk werp ik een blik op mijn wekker. Binnen een uur moet ik naar school. Mijn boekentas staat al klaar in het hoekje van mijn kamer.
De zomervakantie was zo leuk. Twee maanden zonder gepest, een echte droom, maar nu begint school weer. De nachtmerrie.
Nadat ik me moed inspreek, besluit ik om op te staan, want ik wil niet te laat zijn op school. Ik gooi mijn warme deken van mij af en ga rechtop in mijn bed zitten. Zuchtend kijk ik om me heen. Mijn kamer is redelijk groot en ik heb mijn eigen badkamer. In het midden van mijn kamer staat een tweepersoonsbed. Verder staat er nog een bureau, kledingskast, boekenrek en nog een lage kast. Nu moet ik echt uit mijn bed, anders kom ik nooit op tijd in school. Met veel tegenzin plaats ik mijn voeten op de koude grond en sta recht.
Ik loop naar de deur van mijn badkamer en doe hem open. Het is hier een echte vuilnisbelt en het lijkt alsof er een orkaan is door gegaan. Overal liggen kleren op de grond. Ik besluit om ze op te ruimen, ookal heb ik niet veel tijd. Ik hoop gewoon als ik misschien veel te laat beneden kom voor het ontbijt met mijn ouders, dat ze zeggen dat ik te laat ben om nog naar school te gaan, maar dat zullen ze nooit zeggen. Ik neem alle kledingstukken en loop uit de badkamer. Daarna leg ik ze in mijn kledingskast.
Wat zou ik vandaag aandoen? Na lang nadenken, haal ik er een kort shortje uit en een simpel wit bloesje. Ik ga terug naar mijn badkamer, trek mijn pyjama uit en ga onder de douche staan. Na het douchen trek ik vlug mijn kleren aan en kam nog even mijn blonde haren, die als een gordijn over mijn schouders hangen. Het enige wat ik mooi vind aan mij, zijn mijn blonde haren. Het is ook het enige wat ik mee heb van mijn moeder. Ik wil dat ik meer op haar lijk, want zij is beeldschoon. Iedere man op straat kijk haar na. Bij mij doet niemand dat.
Wanneer ik beneden ben, ga ik de keuken binnen en zie ik mijn ouders al aan de ontbijttafel zitten. Zoals elke ochtend zit mijn vader verstopt achter de krant en mijn moeder leest één of ander tijdschrijft.
'Goeiemorgen lieverd,' zegt mijn moeder en ze kijkt op.
'Goeiemorgen.'
Mijn moeder kijkt opnieuw terug naar haar tijdschrijft en zegt verder niets meer tegen me. Misschien is dat wel goed. Anders kan ze beginnen over school en zal ze zien dat ik er ongemakkelijk van word. Dat wil ik absoluut vermijden.
Ik eet vlug een boterham en drink een glas water. Daarna geef ik mijn ouders een afscheidskus, iets wat ik elke ochtend doe. Mijn ouders zeggen dat ik op tijd thuis moet zijn en daarna loop ik haastig de keuken uit.
Ik ga nog snel naar boven, neem mijn boekentas en trek mijn witte all stars aan. Dan loop ik naar de garage, haal mijn oude zwarte fiets uit de garage en begin te fietsen.
Als ik aan de hoek van de straat ben aangekomen wacht ik op Lucy. We spreken hier altijd af, want Lucy woont niet ver hier vandaan. In de verte zie ik een fiets mijn kant op komen. Het is Lucy.
'Hoi Anna, leuke outfit heb je aan. Hopelijk wordt dit jaar een leuk schooljaar,' zegt ze terwijl ze voor mijn neus stopt en stil blijft staan. Ik weet wat ze bedoelt. Ze hoopt dat het pesten vermindert. Stiekem hoop ik het ook, maar ik weet wel beter. Ze gaan heus niet stoppen met mij te pesten.
'Bedankt, ik hoop het ook,' zeg ik en glimlach geforceerd.
Lucy zou eens moeten weten hoe het is om gepest te worden. Ze weet dat ik gepest word en vind het heel erg, dat vertelt ze me ook altijd. Ze heeft zelf medelijden en leeft met me mee. Maar ze weet niet hoe het is. Hoe erg ik eronder lijd. Lucy is populair, maar is toch nog bevriend met mij, het zielige, gepeste meisje.
‘De vakantie in Cuba was zo leuk. Er was een knappe jongen waarop ik verliefd was, ma-‘ Lucy houdt op met vertellen wanneer ze ziet dat ik met mijn gedachten ergens anders zit en haar waterval van woorden volledig negeer. Ik ben niet in de stemming om haar lange vakantieverhalen aan te horen. Normaal zou ik vol enthousiasme geluisterd hebben, maar vandaag heb ik geen zin om naar haar te luisteren. Ik heb überhaupt geen zin om naar iemand te luisteren.
We rijden met ons fiets op een hobbelige weg richting school. Een richting waar ik absoluut niet graag naar toe fiets. Het is iets waar ik elke schooldag tegenop kijk. Dat weet Lucy goed genoeg, maar toch wil ze nog eens klagen over de jongen die haar dumpte toen ze in Cuba op reis was. Ze heeft me het verhaal al duizend keer verteld. Waarschijnlijk denkt ze dat ik achterlijk ben en het niet begrijp, waardoor ze het keer op keer weer helemaal verteld. Van het begin tot het einde, zo is Lucy.
Lucy is mijn beste vriendin en we weten alles over elkaar. Van elkaars schoenmaat tot onze stiekeme crush. Niet dat ik zo iemand heb, helemaal niet. Mijn leven is niet zoals een romantisch sprookje uit een boek. Mijn leven is het tegengestelde daarvan. Lucy’s leven daarentegen komt er aardig dicht in de buurt. Onze levens zijn dan ook het tegenovergesteld van elkaar.
‘Luister je eigenlijk naar iets wat ik je de laatste tien minuten heb verteld?’ vraagt Lucy geïrriteerd. Ze rolt met haar ogen en kijk strak voor haar uit. Soms denk ik dat ze met me omgaat omdat ze het zielig voor me vind dat ik gepest word. Die gedachte heb ik vooral als ze me meelevend of argwanend aankijkt. Dan zijn de fonkelingen uit haar anders zo fonkelende ogen verdwenen.
‘Tuurlijk,’ lieg ik, maar ik ben een persoon die niet kan liegen, dus ik vertel haar meteen de waarheid: ‘Nee sorry, ik zat met mijn gedachten ergens anders.’
‘Annabel, het is de eerste schooldag vandaag, misschien hebben ze zo’n leuke zomervakantie gehad dat ze jou vergeten zijn. Negeer ze, dan zullen ze van zelf stoppen,’ zegt ze opgewekt. Ze weet maar al te goed dat ze doordoen totdat ik wel iets moet zeggen. Ze negeren ga ik nooit kunnen doen.
Annabel, ze zei mijn volledige naam, dan is ze meestal geïrriteerd en moet ik zwijgen totdat zij weer het woord neemt, maar dat doe ik deze keer niet. ‘Ze zullen met pesten Lucy, dat weet je. Kunnen we nu alsjeblieft over een ander onderwerp spreken?’
‘Tuurlijk, ik hoop dat we de meeste lesuren bij elkaar zitten.’
‘Hoop ik ook.’ Ik glimlach, omdat ik blij ben dat ze echt over een ander onderwerp begon.
Na een tijdje fietsen doemt de school in de verte op. Lucy kijkt me aan en zegt: 'Je niets aantrekken van de pesters hé! Als er iets is, zeg het me meteen,' stelt ze me gerust, niet dat het veel helpt, want ik ben veel te zenuwachtig om echt aan haar woorden te denken.
'Oké,' mompel ik terwijl we onze fietsen naast elkaar in de fietsenstalling plaatsten.
Iedereen krijgt zijn lessenrooster. Lucy en ik vergelijken het en we zien dat we bij de meeste lesuren bij elkaar zitten. We beginnen met biologie. Als we mij het lokaal aankomen zie ik dat de populaire mensen van de school ook in het lokaal zitten. Ik zit dus blijkbaar ook met hen in de klas. Dit moet een vergissing zijn! Ik wil helemaal geen les samen met hun. Dit wordt een verschikkelijk schooljaar! Ik haal diep adem en loop samen met Lucy het lokaal in.
Ik loop snel naar de achterkant van het lokaal en voel hoe de mensen naar mij staren en over me aan het fluisteren zijn. Sommige leerlingen grinniken. Hier wordt ik zo zenuwachtig van. Terwijl ik naar achter loop, steekt iemand zijn voet uit met de bedoeling dat ik erover ga struikelen. Mooi niet dus. Ik stap met een grote stap over de voet heen en neem plaats aan een tafeltje. Lucy komt naast me zitten.
'Je weet dat je niet naast mij hoeft te zitten,' fluister ik tegen haar. 'Zit maar bij je populaire vrienden. Je maakt je belachelijk bij mij.'
'Anna, hou je mond. Jij bent mijn beste vriendin, dus ik blijf bij je zitten,' zegt Lucy geïrriteerd.
Vanuit mijn ooghoek zie ik dat Kyle en Jace op me af komen. Zij haten me en pesten me al twee jaar lang. Kyle is de grootste pestkop, maar Jace kan er ook wat van. Met een speels lachje op hun gezicht komen ze op me af. Mijn hart gegint sneller te kloppen en ik ben bang van wat er gebeuren zal.
JE LEEST
Mysterious Island
AdventureHet leven van Annabel is niet zoals een romantische film of boek. Haar leven loopt allesbehalve zoals in boeken en films. Al zou ze dat wel willen. Een groot huis, populair zijn en het perfecte vriendje hebben, maar het is niet zo. Het is het tegeno...