Hoofdstuk 3

1 0 0
                                    

Domino en Raaf keken eerst naar een paar gevechten voordat Raaf aan de beurt was.

'Je bent bijna aan de beurt, Raaf!' zei Domino. 'Ben je al zenuwachtig?'

'Ik wil niet meer.' zei Raaf. 'Kan ik ze niet zeggen dat ik misselijk ben?'

'Je wilde toch niet opgeven?' vroeg Domino.

'Ja... maar... Ik wil niet meer! Ik kan toch niet winnen!'

'Wees niet zo'n watje!' zei Domino. Hij stootte Raaf vriendelijk aan. 'Je kunt dit wel! Wat kan er nou gebeuren?'

'Raaf en Slagtand, willen jullie alsjeblieft naar voren komen?' klonk een stem door de megafoon.

'Doe je best!' zei Domino tegen zijn vriend. Hij zag dat Raaf helemaal bevroren naast hem stond.

'Ik wil niet meer, ik wil niet meer, ik wil niet meer!' zei Raaf zachtjes.

'Verman jezelf!' zei Domino, en hij gaf Raaf een duwtje.

'Ik wil niet!' Hij ging op de grond zitten en verborg zijn hoofd in zijn handen.

'Raaf? Waar is Raaf? Raaf moet naar voren komen!' klonk de stem weer.

'Kom op Raaf!' zei Domino, en hij duwde Raaf naar voren.

'Daar is hij! De nieuweling Raaf!' klonk de megafoon. Raaf kromp ineen van de zenuwen. Hij keek naar zijn eerste tegenstander, Slagtand. Een jong meisje van rond de achttien jaar. Ze was heel slank en droeg maar weinig kleding, alleen een kort broekje en een topje die nog niet eens haar navel bedekte en kleine hakjes aan haar voeten.

'Ik kan maar beter opgeven. Je ziet er zo sterkt uit!' zei Slagtand sarcastisch. Raaf voelde zich beledigd. Hij mocht van Domino opgeven, hij verloor er toch niks mee. Behalve zijn waardigheid. Even wist hij niet wat hij moest doen. Hij keek om naar zijn vriend. Domino stak zijn duim naar hem op.

'Je kunt het!' fluisterde hij naar hem. Even kreeg Raaf weer moed, maar toen hij zich weer naar Slagtand draaide zakte die moed hem in de schoenen.

'Waar blijft het startsein?' riep Slagtand. 'Ik wil beginnen!' Ze draaide zich naar Raaf.

'Ik kan niet wachten om je neer te halen.' zei ze scherp. Raaf deinsde achteruit.

'Wat moet ik doen?' vroeg hij bibberend tegen zichzelf. 'Ik zal dit nooit kunnen winnen. Waarom ben ik hier überhaupt aan begonnen?' Hij voelde tranen opkomen, maar veegde ze weg voordat ze uit zijn ogen konden rollen. Hij wilde niet voor paal staan vlak voor zoveel mensen. Ineens klonk het geluid van een bel. Dat was het startsein. Het gevecht zou beginnen.

'Eindelijk!' riep Slagtand, en ze liep op Raaf af. Hij keek op en keek een moment in haar felgele ogen. Maar dat duurde niet lang want hij viel al snel op de grond.

'Ik kan het niet!' riep hij. 'Ik geef me over!'

'Weet je het zeker?' vroeg Slagtand. 'We zijn nog niet eens een hele minuut bezig!'

'Ja! Eh.... Nee! Ik weet het niet!' stotterde Raaf.

'Sta op!' zei Slagtand, maar Raaf stond niet op. Daar was hij te bang voor.

'Sta op!' zei Slagtand weer, dit keer iets harder. 'Sta op!' Ze begon hem uit woede te schoppen.

'Kom op! Mijn overwinning wordt veel te makkelijk als je je niet durft te verzetten!'

Raaf heef zijn hoofd. Slagtand zag zijn gezicht en leek heel even bevroren. Hij huilde. Raaf huilde. Uit zijn linkeroog vloeiden blauwe felle tranen. Maar uit zijn rechteroog, zijn blinde oog, huilde hij bloed.

Domino in de RingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu