12.

2K 69 6
                                    

Harry POV
We gingen naar Zweinsveld. Ik ging samen met Cho. Ik zag Malfidus naar me kijken, maar toen ik hem betrapte keek hij gauw weg. Nu wilde ik het niet verpesten. Ik wilde Cho houden. Misschien had hij gelijk en moesten we niks meer met elkaar te maken hebben. Zelfs geen vriendschap. Verdrietig keek ik naar mijn voeten. 'Is er iets?' vroeg Cho zacht. 'Huh? Nee' zei ik gauw. 'O, oké je kunt alles aan me kwijt hè' zei Cho. Maar dit niet dacht ik. We liepen naar Zweinsveld. Het was lente dus warm genoeg zonder jas. 'Waar wil je als eerste heen?' vroeg Cho. 'Ehm, Zagarinus zoetwarenhuis?' stelde ik voor. 'Goed' zei Cho en daar liepen we heen. Ik zag Malfidus ook binnen staan en ik deed alsof ik hem niet zag.

Draco POV
Potter kwam de snoepzaak binnen. Hij schonk geen aandacht aan me. Dat vond ik ergens wel jammer. Ik moest toe geven dat ook al had ik mijn vrienden en familie nog ik was nog steeds niet gelukkig. Dat was ik wel met Potter... Ik kon tenslotte bij zijn vrienden terecht. Waarom denk ik daar nu pas aan? Hij wil me toch niet meer terug. Hij heeft Chang en ik deed niet leuk tegen hem. Potter en Chang kwamen druk pratend mijn kant op. Ik keek langs hen heen en begon in wat mandjes met snoep te kijken. Na een tijdje liep ik met een paar vrienden de winkel uit. We gingen op een bankje zitten en ons snoep op eten. Potter en Chang kwamen niet veel later ook de winkel uit. Ik keek in die mooie groene ogen die elkaar jammer genoeg niet kruisden. Ik kon er niet meer tegen. Ik hield van hem en dat wist ik heel goed.
De dag ging voorbij en ik en mijn vrienden liepen terug naar het kasteel. 'Ik ga nog even naar de wc' zei ik en daar liep ik heen. Toen ik klaar was wilde ik terug lopen naar mijn leerlingenkamer. Ik liep Potter tegen het lijf. 'Potter' zei ik en Potter bleef staan. Er was niemand. Het was nu of nooit. Misschien haalde ik hem over. Ik zoende hem. Hij trok zich gauw terug. 'Wat doe je?' zei hij boos en hij sloeg me tegen mijn wang en liep boos weg. 'Harry, Harry alsjeblieft!' riep ik hem nog na, maar hij negeerde me. Ik liep terug naar mijn slaapzaal. 'Ben je geslagen?' vroeg David toen ik door het portret gat klom. Bij mij was het goed te zien omdat ik nog al bleek was. 'Ik- nee?' zei ik verbaasd. 'Nou je wang is anders wel rood' zei hij. 'Nee, ik- het was door de kou' probeerde ik. 'Kom je  naast me zitten? Hier is het lekker warm door de openhaard' zei David en ik ging bij hem zitten.

DrarryWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu