Niemand heeft mij ooit gezegd dat ik geheim moet houden dat ik naar de rotsen ga, maar zo gaat dat met volwassenen: de belangrijkste regels waaraan je je moet houden zeggen ze nooit hardop, en dat zijn juist de regels waar ze het kwaadst om worden als je je er niet aan houdt. Ik zou toch nooit vertellen dat ik naar de rotsen ga, want volwassenen luisteren toch nooit naar kinderen. Niet echt. Als ze dat wel deden, zouden ze me aankijken als ik iets vertel, geïnteresseerd luisteren naar wat er uit mijn mond komt en ervoor openstaan. Ik ken niet 1 volwassenen die ooit zo naar me heeft gekeken. Zelfs mijn ouders niet. Dus de mooie dingen, de echte dingen die ik heb gezien en meegemaakt, zoals bij de rotsen, die hou ik voor mezelf. Mijn familie is hier toch al een buitenbeentje. Maar goed, vannacht liep ik dus over County Line Road, die nog warmte uitstraalde terwijl ik op mijn tennisschoenen over het grind slofte, en ineens kreeg ik het gevoel dat er iets mis was. Anders dan anders. Er trok een huivering langs m'n huid, ik bleef staan om naar mijn eikenboom te kijken. De wassende maan moest nog langzaam aangroeien tot hij weer helemaal zijn eigen, melkwitte zelf was, en de boom lichtte op en was tegelijkertijd donker, zijn armen gespreid naar de hemel als een priester. Terwijl ik mijn ogen tot spleetjes kneep in het zilverkleurige licht, voelde ik een steen in mijn maag, en ineens wist ik hoe dat kwam.. er zat iemand in mijn boom. 'Hoi' zegt een stem. Een jongensstem. Ik verstarde helemaal. Zo midden in de nacht is er nooit iemand buiten, geen grote mensen en geen kinderen. Misschien was het een duppy, zo'n Jamaicaans spook waar mijn vader zich altijd druk om maakt. De krachten van duppy's zijn snachts het sterkst, zegt hij, en ze wonen vaak in bomen. Je weet dat er een duppy in een bepaalde boom woont als de bladeren wild alle kanten op geblazen worden terwijl er geen zuchtje wind staat. Of als een van de takken zomaar afbreekt. Wanneer zoiets gebeurd, zit er vast en zeker een duppy in de boom. Maar ze kunnen je ook voor de gek houden en onverdacht opduiken. Dan zitten ze bijvoorbeeld in een boom waar nooit eerder een duppy in heeft gezeten. Maar de stem van deze jongen galmde ver door in de nacht, anders dan een duppy volgensmij zou klinken, en de blaadjes aan alle takken hingen doodstil, bevroren in het maanlicht. Als dit een gewone nacht was geweest, had ik me misschien voor de zekerheid omgedraaid en was terug naar huis gehold, maar het was mijn verjaardag, mijn speciale dag. En die liet ik niet verpesten door een 'duppy' ik zou me niet laten wegjagen. Dus zei ik 'hoi' terug en liep tussen het jonge grind door over het droge, keiharde aarde van het terrein van meneer McLaren. De jongen zat op op de derde tak beneden, waar ik zou gaan willen zitten. In de donkere schaduwen, met zijn benen wijd alsof hij op een paard zat, heen en weer wiebelend. Hij zat in MIJN boom en ik voelde me nogal stom omdat ik niet wist wat ik moest doen.
JE LEEST
Vogel
Teen FictionDe twaalfjarige Jade heeft haar broer John nooit gekend.. Hij stierf op vijfjarige leeftijd, op de dag dat Jade geboren werd. Jade groeit op in een wereld die word overheerst door stilte en verdriet. Haar opa praat niet meer, haar moeder is streng e...