•3•

41 3 2
                                    

June komt gelijk terecht op de bladzijde met: kijk uit! Gebruik dit boek niet. Ze scheurt de bladzijde er uit waar de tekst op staat. En ze gooit het op de grond. "Die hoef ik niet meer." Het blad lost langzaam op zonder dat June het ziet. Dan staat ze op, loopt naar de la pakt een pen, en ploft weer neer op haar bed. Ze denkt even na en begint dan op de eerste bladzijde te schrijven:

Ik ben June Novis, en in dit boek schrijf ik wat ik denk en vindt. Ik ben 14 jaar.

June zucht even, kijkt op van haar boek en schrijft dan weer verder.

Ik ga wat vertellen over een droom die ik nu al 2 keer had over een vrouw. Ik denk dat ze een soort van geest is. Zal de droom wat betekenen? De droom lijkt erg veel op wat er bij mij in het verleden is gebeurt. Ik dacht dat ik die vrouw gedroomd had. Maar wat nou als het geen droom was? Ik weet het echt niet, het frustreert me. Zal ik het maar gewoon achter me laten? En er niet meer aan denken? Ik denk namelijk dat ik dat ga doen. Dit was het voor vandaag dan maar.

June stopt met schrijven en slaat het boek dicht. "Ik ga dit boek gebruiken om op te schrijven wat ik vindt." "En niemand anders hoeft het te weten." June knikt vastberaden en verstopt het boek dan in het gat in de muur dat achter de kast is. Haar moeder had geen idee dat het daar zat. Dus ze zal het ook niet vinden. En June loopt tevreden naar de trap. Net als ze de trap naar beneden wil gaan hoort ze het geluid van iets dat valt en het komt van uit de badkamer. "Zal ik kijken.." June kijkt twijfelend naar de badkamer deur. "Het zal wel iets zijn dat op het randje stond van iets of zo, en dat er af is gevallen." June knijpt haar ogen tot spleetjes en kijkt nog even rond. Dan loopt ze heel langzaam, naar de badkamer deur kijkend naar beneden. Op de helft van de trap blijft ze nog even staan. "Hallo, is daar iemand?!" Roept June. Er komt een koude vlaag langs June. Ze rilt en rent dan de trap af naar beneden.

Als June beneden komt komt Troy vrolijk op haar afgerend. "Hey Troy." En June aait de hond liefkozend over zijn hoofd. "Als ik gegeten heb ga ik een wandeling met je maken Ok." June kijkt haar hond lief aan. En Troy blaft vrolijk. Ze gaat aan tafel zitten en eet zo snel mogelijk haar eten. Daarna springt ze van tafel. "Ik ga wel even met Troy wandelen mam." En ze rent naar de deur, doet haar jas aan. "Troy, jongen, kom we gaan wandelen!" En de husky komt vrolijk aangerend. June doet zijn riem om en loopt naar buiten. Troy rent al vooruit. June rent achter hem aan en lacht. Dan blijft ze even staan en ademt diep in. "Kom Troy." En ze wuift naar hem.

Als June en Troy bij het park zijn is het al aardig donker. June kijkt naar de lucht. "Tis al wel erg donker Troy...ach je mag nog wel even los lopen." En ze laat Troy los. De hond rent gelijk door naar de bosjes. June zucht en kijkt om haar heen. Ze wrijft even in haar handen. Zo net was het nog lekker weer, maar het leek nu steeds kouder te worden. June begint een beetje te bibberen. "Troy, kom maar we gaan terug naar huis." Het blijft stil. "Troy! Kom hier!" Schreeuwt June. De hond blijft weg. "O nee, wat nou als er iets met hem gebeurt is?" June raakt lichtelijk in paniek.  Ze begint te lopen naar de plek waar Troy de bosjes in was verdwenen. Maar de husky is daar niet. Ze kijkt om haar heen om te kijken of hij aan komt rennen, maar Troy komt niet. "O nee, O nee, O nee! Roept June in paniek. Dan komt er een koude windvlaag langs June haar arm. Ze draait zich met een ruk om. Ze loopt een drafje weer terug naar het pad. Als ze vooruit kijkt .naar waar het padje heen gaat, ziet ze een vreemd licht dat niet van een lantaarn kan zijn. Het licht wordt steeds groter. Langzaam verschijnt er iets. In het licht neemt er een vorm aan. Het maakt de vorm van een klein meisje, in haar arm heeft ze een teddybeer. Ze kijkt June met een lege blik in haar ogen aan. Over haar gezicht staan schrammen en sneeën. Haar jurkje is grijzig en hangt er een beetje versleten bij. June staart naar haar en zij staart terug. Langzaam vormt er een kleine glimlach op het gezicht van het meisje. En ze draait haar hoofd een beetje naar June. Dan lacht ze een beetje en ze zeeft wat dichter naar June toe. Ze stopt weer na een meter naar voren te zijn gezweefd en ze staat nu nog 9 meter van June af. Ze glimlacht weer en dit keer glimlacht haar teddybeer mee. June blijft gewoon staan en kijkt ze met grote ogen aan. Ze maakt een nerveuze glimlach. En er kommen weer woorden uit haar mond. "Troy, we gaan wel naar huis Ok? Kom maar hier." Op dat moment komt Troy vrolijk van achteren op haar afgerend. June geeft een klein gilletje. En ziet dan dat het Troy is. Ze ademt opgelucht en aait Troy, zonder nog naar het meisje te kijken. Dan realiseert ze het meisje weer en draait zich om. Maar het meisje en haar teddybeer zijn verdwenen. June wrijft met 2 handen in haar ogen. En kijkt opnieuw. Maar het meisje komt niet terug. "H-het was vast niet echt..." stamelt ze. En Troy kijkt haar onbegrijpelijk aan. "Kom Troy we gaan naar huis." En ze loopt weg met Troy achter haar aan. En ze begint op een te rennen. "Ik wil nu gewoon snel naar huis." Hijgt ze en ze rent door met Troy naar huis.

Als ze thuiskomt is haar moeder helemaal vrolijk. "Ik heb ijsjes, wil je ook?" "En hoe was je wandeling?" Vraagt ze lief. June kijkt haar aan met een gemaakte glimlach. En antwoord: "het was..... anders."

En dat was hoofdstuk 3 al ik hoop dat het leuk is! Ik schrijf zo snel mogelijk weer nieuw!
Ok
Doei.

GhostHeadWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu