Hoofdstuk 2

36 2 0
                                    

Sky P.O.V “Wat zit je nou steeds naar de Fillians te kijken?” Ik schrik en kijk naar Grace. “Ze zien er zo anders uit.” zeg ik zachtjes. “Ik zou je wel even voorstellen aan ze.” Grace giechelt, en komt dichterbij me zitten. “Je kent Levi al, dan heb je nog die blondie, dat is Sophie. Ze is de vriendin van de jongen die naast haar zit.” Ze draait haar hoofd terug naar mij, kijkend of ik het begrijp. Ik knik en ze keert haar hoofd weer in de richting van de Fillians. “Dat kleinere meisje heet Beau, en haar vriendje heet Max.” Ik kijk om en zie dat Levi naar me kijkt. De zoemer gaat, ik sta op en zie dat Beau snel wegloopt. Vreemde mensen Fillians.

Ik kom aan bij mij volgende les, en zie Levi zitten. De enige plek die nog vrij is, is naast hem, dus ik ga naast hem zitten. Ik mis mijn oude vriendin heel erg, wanneer ik besef dat Levi de hele tijd stiekem naar me kijkt, met een woedende tot bijna kokhalzende blik. Ik zou hem zo graag willen vragen wat zijn probleem is, maar zijn blik verandert niet, en ik ben er te verlegen voor. Vlak voordat de zoemer gaat racet Levi het lokaal uit. Ik pak mijn boeken in, en dan ineens staat Beau naast me. Ze heeft vreemde, bijna zwarte ogen. “Jij bent Sky, toch?” Ik kijk haar vreemd aan.  “Ja, en jij bent Beau Fillian, toch?” Ze kijkt om, naar Max die haar roept. “Sorry, ik moet gaan.” Ze geeft me een klein glimlachje, en huppelt daarna ritmisch naar de jongen toe. “Ook fijn om jou te ontmoeten.” Hij geeft me een kort knikje, en ze lopen weg. Ik loop de gang op en kom Grace en Kaitlyn tegen. “Tot morgen, Sky!” Ik zwaai naar ze, en bedenk me dat ik nu naar huis moet, en dat ik daar totaal geen zin in heb. Ik kom bij mijn kluisje, en zie Levi staan. Kan hij me dan geen minuut met rust laten? “Hoi…” Hij staart me een tijdje aan, zonder iets te zeggen, en loopt dan weg.

Als ik eenmaal weer thuis ben, en mijn vader eraan komt, begint er een gesprek. “Hoe was je dag? Heb je al nieuwe vrienden?” Vraagt hij. “Ik heb al wat vrienden, denk ik.” Antwoord ik kort, en wil de trap weer oplopen, maar mijn vader houdt me tegen. “We krijgen bezoek over een half uur, trek iets leuks aan.” Ik loop de trap op, en naar mijn kamer. Niet te geloven dat mijn vader dat ooit nog zou zeggen. Ik open mijn kast, en zoek mijn leukste jurk uit, en ga aan mijn bureau zitten. Ik grabbel in mijn laatjes, als ik eindelijk mijn bladmuziek vind. Ik pak mijn gitaar er ook bij, en loop de zoldertrap op. Onder het laken, vind ik mijn moeders oude piano, waar ik soms op speel. Ik schrijf mijn eigen liedjes, en bepaal daarom ook zelf de akkoorden. Ik begin te spelen, maar wordt al snel onderbroken door een WhatsApp-melding van mijn telefoon.

Ik zie het nummer staan, erachter staat de naam Grace met een hartje erachter. Dat zou Grace toch moeten zijn. Ben je lonely? :(Ik antwoord gelijk terug: Hoe weet jij mijn telefoonnummer?En ik leg mijn telefoon weer weg. Dan gaat de bel. Ik loop langzaam de trap af, en blijf halverwege staan. “Come in.” Zegt mijn vader. “That’s long ago, where’s Sky?” Hoor ik een vaag bekende stem zeggen. “Sky?! Het bezoek is er!” Ik loop de trap verder af, en zie een jongen staan van 16 of 17 jaar oud. Hij komt me vaag bekend voor. Hij loopt naar me toe. “You don’t recognise me, do you?” Ik doe een stap achteruit en bekijk hem goed.

Dan gaat er in mijn hoofd een lampje branden. Het is Damian. “What are you doing here?!” Vraag ik. “I moved here, just like you.” Ik loop naar hem toe, en geef hem een knuffel. “I missed you.” Zeg ik zachtjes terwijl we knuffelen. “I missed you too.” Ik kan het niet geloven, het is Damian. Ik heb hem al zo lang niet gezien, en nu woont hij ook hier in Amsterdam. Hij woonde vlakbij mij en mijn gezin toen we nog in Amerika woonde, ik hoop zo erg dat hij nu weer dichtbij woont. “Can you speak Dutch?” Vraag ik. Hij giechelt een beetje. “Kinda.” Zodra hij dat gezegd heeft, draait hij zich naar mijn vader. “Can I sleep here for a while?” He asked. “Of course you can.” Antwoord hij. Ik help hem met zijn spullen, als ik hem probeer wat Nederlandse woorden te leren. Hij pakt het vrij gemakkelijk op.

De volgende morgen, hoor ik Damian’s stem, die me probeert wakker te maken. “Sky, wakker wor…” Ik open mijn ogen langzaam. “Nou? Wakker wor?” Giechel ik. “Wakker worden.” Zegt hij met een raar Amerikaans accent. “Goed zo.” Zeg ik en ga in mijn bed zitten. Ik geef hem een knuffel en fluister goeiemorgen in zijn oor. We lopen samen naar beneden, eten samen ontbijt en Damian helpt me om een outfit uit te kiezen, wat raar klinkt, maar ja. Hij fietst mee naar school, maar als we bij mijn school aankomen, fietst hij weg. Hij zit vast op die andere school, die hier heel dichtbij ligt. Ik parkeer mijn fiets in de fietsenstalling en dan zie ik Grace en Kaitlyn op me afkomen. “Wie was dat?” Vraagt Kaitlyn nieuwsgierig. “Dat is één van mijn Amerikaanse vrienden, hij woont nu in Nederland. Maar spreekt nog niet vloeiend Nederlands.”

Grace giechelt. “Hoe heet hij?” Vraagt Grace, dit keer.  “Hij heet Damian.” Zeg ik. Dan ineens zie ik Beau op me afkomen, en Grace en Kaitlyn lopen gauw weg als ze haar zien aankomen.”Hoi Sky, naast elkaar zitten bij Spaans?” Ik twijfel, en kijk haar een beetje vreemd aan. “Oké, is goed.” We hebben elkaar gisteren pas echt ontmoet, en het was nou niet echt bepaald een warme ontmoeting. Het was eerder vreemd en mysterieus. Zoals gisteren herhalend, huppelt ze terug naar Max, maar dit keer laat Max mij een soort vriendelijke blik zien. De zoemer gaat en ik loop richting het Spaanse klaslokaal. Onderweg kom ik Levi weer tegen. Dit wordt toch wel een beetje eng.

“Jij bent Sky?” Het moment dat het geluid van zijn stem mijn oren binnenkom, spring ik op. “Ja, hoe weet jij mijn naam?” Vraag ik, zo rustig mogelijk. Dat hij tegen me praat is vreemd, maar dat hij het doet middenin de gang is nog enger. “Bijna iedereen kent de naam van nieuwkomende leerlingen.” Ik kijk hem aan, en zie dat zijn ogen een andere kleur hebben dan gisteren. “Jou ogen waren gisteren toch gelig?” Hij kijkt me verward aan. “Nee, waarom denk je dat?” Hij wil weglopen, maar ik houd hem tegen. “Waarom praatte je niet tegen me, onder biologie?” Vraag ik. “Ik was mijn stem kwijt.” Zegt hij flauwtjes. “Oké.” Zeg ik, maar geloof er eigenlijk helemaal niks van. Ik ga bij Spaans naar binnen, en hij fluistert: “Ik wil je iets vertellen, maar niemand mag het weten…” Dan loopt hij weg.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Feb 18, 2014 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Open Ogen (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu