003

220 11 1
                                    

Op 1 september was het zover. Ik had mijn wekker om 7 uur gezet, want ik wou op tijd komen voor de trein die om 11 uur kwam. Ik keek naar mijn koffer, die al ingepakt was, ik had het namelijk gister al gedaan. Ik deed mijn wekker uit en stapte uit mijn bed. Ik keek in mijn kast, pakte een trui en broek er uit en kleedde me om. Ik had er zo veel zin in, dat ik binnen 2 minuten al klaar beneden stond. 'Het record is verbroken Lily!' mijn vader klapte. Hij stopte gelijk toen mijn moeder hem een boze blik toe gaf. 'Waar is Petunia?' vroeg ik, terwijl ik schrok dat ik dat zelfs af vroeg. 'Ze slaapt nog, ze wou niet mee,' 'Logisch,' zei ik kortaf.
Na een paar uurtjes erg nerveus gedaan te hebben, vertrokken we eindelijk naar Kings Cross Station.
Pap en mam gaven me een kus en ik haalde mijn koffers uit de auto. Eerlijk gezegd was ik nog nooit vaak op dit station geweest. Als we ergens naartoe gingen, was het meestal met de auto of met de boot. Zelf vind ik het super om met de boot te gaan, maar Petunia denkt er anders over. 'Dag mam pap! Ik ga jullie missen!' riep ik over het perron. 'Wij jou ook, Lily!' zeiden ze en zwaaiden naar me. Ik draaide me om en keek om me heen. Goed... perron 9 3/4. Waar zal dat zijn... tussen 9 en 10 neem ik aan? Ik trok mijn koffers mee en liep erheen, zonder resultaat. Nergens een bordje of een simpele aanwijzing! Ik krabde aan mijn hoofd terwijl ik nog steeds goed om mij heen keek. Misschien moet ik het vragen? Ik liep naar een conducteur toe. Hij was slank en hij had een klein brilletje op. Zijn stekelige haar zag er scherp uit, zodat hij iemand kon neer steken als ze hun ticket niet betaalde. Ik moest giechelen bij de gedachte. 'Meneer, mag ik u wat vragen?' De man keek naar beneden, zodat hij me beter kon zien. 'Kan u misschien zeggen waar perron 9 3/4 is?' zei ik verlegen. Het gezicht van de man stond op onweer. 'Jij bent zeker zo'n vervelend kindje dat kattenkwaad uithaald, hè? Hup, oprotten!' Dat hoefde de man niet twee keer te zeggen. Ik liep gauw weg. Misschien staat het op de brief... maar waar heb ik die gelaten... ik voelde in mijn zakken en vond de brief. Ik vouwde hem open en mijn blik ging langs alle informatie, maar er stond niks over perron 9 3/4. 'Sirius, doe normaal! Je komt in Slytherin natuurlijk, net als de hele familie! Als jij in een andere afdeling zou komen dan Slytherin... ach jongen, dan zal je een schande voor de familie zijn!' Slytherin? Is dat niet een van de afdelingen van Hogwarts? Ik zocht naar de vrouw waar de stem vandaan kwam. Ik zag een dunne vrouw lopen met een klein rotjochie ernaast. Ik versnelde gauw mijn pas en liep er achter aan. Na een tijdje stopte de jongen en de vrouw met lopen. De jongen rende naar een muur toe. O jee, Zometeen botst hij! Ik moet hem stoppen! Maar voordat ik "kijk uit" kon roepen, was hij al opgeslokt door de muur. Ik schudde mijn hoofd van verbazing. Ineens klonk de stem van de vrouw weer. 'Nou, waar wacht je nog op?' 'Uh...' stamelde ik. 'Oh. Je bent zeker een modderbloedje?' 'Een wat..?' 'Niks. Rennen, de trein vertrekt zo,' zei de vrouw en ze liep met grote passen weg. Oké, gewoon naar de muur rennen dus. Ik vond het eerst een raar idee, maar als die brief binnen was gekomen op een normale zaterdag ochtend en vertelde dat ik was aangenomen op een of andere tovenaarsschool, klonk het idee al een stuk minder gek. Ik rende erheen en was voorbereid op een keiharde botsing, met als resultaat een dikke bult op mijn kop. Maar nee, ik werd net als de jongen opgeslokt door de muur.

Accio Potter {JILY}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu