004

209 10 2
                                    

Een prachtige vuurrode trein stond voor mij. Er klonken een hoop stemmen en koffers die over de hobbelige stenen gingen. Het was er erg druk, ik zag overal families met prachtige gewaden en kooien met mooie uilen of katten. Ik liep naar een conducteur toe met een rode, bijpassend gewaad en hij deed mijn koffers in een enorme cabine in de trein. Ik stapte in en zocht naar een lege  cabine waar ik kon zitten, en al gauw vond ik die. Ik liep naar binnen en sloot de deur. Ik deed mijn tas die ik bij mezelf gehouden had op het rek boven mij en ging zitten met een zucht. Zo, eindelijk zit ik en ga ik  op weg naar een enorme tovenaarsschool. In de trein was het stiller dan op het perron, maar soms kwamen er wat stemmen door de ramen. Ineens hoor ik voetstappen, eerst van één persoon, daarna volgen er nog van drie andere schat ik. 'Sirius, ik wil niet veel zeggen, maar ik vind echt dat je moeder een bitch is,' 'Vind ik zelf ook hoor James,' Sirius? Is dat het joch dat ik zag met die sjieke heks die mij aansprak als 'Modderbloedje'? Ik deed mijn deur een beetje open en spiekte erdoor. Schuin tegenover mijn cabine zaten er vier jongens. Ze waren allemaal heel erg verschillend van elkaar. Sirius, het joch dat ik zag had zwarte haren tot bijna zijn schouders. Het was krullerig maar het glimde niet echt. Hij had ook pikzwarte ogen en hij droeg een leren jack met een spijkerbroek en gympen. De tweede jongen, die werd aangesproken als James, had bruin warrig haar  en zijn ogen waren kastanje-bruin. Hij had een bril op en was druk aan het kletsen. De andere twee kon ik niet zien, ze zaten verscholen achter Sirius en James. Ik sloot mijn deur weer en ging zitten. Ik pakte mijn boek en begon te lezen.

Accio Potter {JILY}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu