002

252 11 7
                                    

Een vertrouwde hand drukte op mijn schouder en alsof ik een hond was begon ik te lopen, vol verbazing, maar ook enthousiasme. Na een paar meter gelopen te hebben pakte ik mijn brief erbij.
ZWEINSTEINS HOGESCHOOL VOOR HEKSERIJ EN HOCUS-POCUS
U N I F O R M
Eerstejaarsstudenten hebben nodig:
1. Drie effen werkgewaden (zwart)
2. Eén effen puntmuts (zwart) voor schooltijd
3. Eén paar beschermde handschoenen (drakenhuid of soortgelijk)
4. Eén wintermantel (zwart, met zilveren speld)
N.B.: Alle kledingstukken moeten van naamlabels zijn voorzien

V E R P L I C H T E L E C T U U R
Alle leerlingen moeten ik bezit zijn van de volgende werken:
Het Standaard Spreukenboek (Niveau 1) door Miranda Wiggelaar
De Geschiedenis van de Toverkunst door Mathilda Belladonna
Theoretische Grondslagen der Magie door Adalbert Zwatel
Gedaanteverandering: een Boek voor Beginners door Emeric Morfo
Duizend Magische Kruiden en Paddestoelen door Philippa Zwam
Magische Brouwsels en Drankjes door Arsenius Grein
Fabeldieren en Waar Ze Te Vinden door Newt Scamander
De Zwarte Kunsten: Een Handboek voor Zelfbescherming door Quinten Tondel

O V E R I G E B E N O D I G D H E D E N
1 toverstok
1 ketel (tin, standaardmaat 2)
1 set glazen of kristallen flesjes
1 telescoop
1 set koperen weegschalen
Leerlingen mogen tevens een uil Of een kat Of een pad meenemen.
OUDERS WORDEN ER AAN HERINNERD DAT EERSTEJAARS GEEN EIGEN BEZEMSTELEN MOGEN BEZITTEN.
'Oké, ik heb het gelezen. Zullen we eerst de boeken halen, ma?'
'Kunnen we dat niet beter aan het eind doen? Anders moet je zo sjouwen,'
Ik knikte. Met mijn vinger streek ik langs de lijst, om iets te vinden waar we mee konden beginnen, maar mijn hoofd bleef bij een toverstok hangen. 'Mam, kunnen we een toverstok halen? Dat is-'
'Waar je het meest naar uitgekeken hebt? Natuurlijk. Uh, waar moeten we zijn?'
'Ollivanders-?' zei ik terwijl mijn blik de brief met locaties afdwaalde. Uit ons zelf keken we om ons heen om ergens een vrolijk winkeltje te zien staan, die toverstokken verkocht. Maar mijn gedachte, die een vrolijk en een grote winkel voor zich zag, las ergens 'Ollivanders, de beste stokken sinds 1800'. Tot mijn verbazing knalde het winkeltje er niet zo uit zoals de andere. Het was ook niet zo vrolijk, het was een smaragdgroen, groezelig winkeltje waarvan waarschijnlijk iedereen wel verwacht dat het ieder moment kon gaan instorten. 'Daar,' mijn vinger wees naar Ollivanders. Ik huppelde vrolijk de deur in, gevolgd door mijn ouders. Het was er niet echt druk. Op het eerste gezicht leek het winkeltje helemaal leeg te zijn, maar plots kwam er een oude man achter de kasten vandaan. 'Hallo, wie hebben we daar!'
'Lily Evans,'
De man pakte iets wat op een liniaal leek en begon alles van mij op te meten. Hoofdbreedte, armbreedte, vingerbreedte, afstand tussen vingertoppen en tenen, lengte van mijn arm en vingers - het leek eeuwig te duren. Na een paar minuten verder gemeten te hebben stopte de man eindelijk en legde de liniaal weg. 'Ja... even kijken,' zei de oude man en hij verdween de onmens hoge rijen kasten in. Ik keek even om naar mijn ouders, die plaats hadden genomen op twee even groezelige stoelen als de winkel zelf. Ze knikten goedkeurend, alsof er iets spannends zou gebeuren. De man kwam uit de kasten vandaan met wat doosjes, een stuk of vijf. Hij legde Ze voorzichtig op een rij, maakte een doos open en hij haalde een paar repen satijn weg. Zijn lange vingers klemde hij om een toverstok, die er in lag. Hij legde de lichte stok in mijn hand. De stok was prachtig; het had verschillende tekeningetjes erop, zoals bloemen, maar ook dingen waarvan ik niet wist wat ze waren. 'Pixies,' zei de man, alsof hij mijn gedachte kon lezen. Ik knikte. 'Nou? Geef het een zwaai,'
Ik gehoorzaamde, gaf het een flinke zwaai en ik hoorde een luid geknal achter me. Een toren dozen waren omgevallen. 'Oeps,' zei ik zachtjes en ik legde de stok in de doos, waarbij Ollivander me een nieuwe gaf. 'Probeer maar,' Ik gaf het opnieuw een zwaai - deze keer wat rustiger. Even gebeurde er niks, maar toen klonk er een gebonk. 'Mijn klok. Oh, nou ja,' zei de man rustig en hij gaf me een nieuwe; donkerbruin, glanzend hout met weer wat gegrafeerde dingen er in. Deze keer waren het rozen. Ik hoefde geen zwaai te geven, want naarmate de stok mijn huid aaide, begonnen er lichten te flikkeren en een warme wind woelde in mijn oren, mijn vingers werden warm, dat uitgroeide tot mijn schouders. 'Ja, ja! Dit is het,' hij pakte de stok en legde hem terug in zijn doosje, hij vouwde het bordeaux rode satijn er terug om heen en de deksel erop.
'6 galjoenen, 3 sikkels en 1 knoet, graag,' zei hij. Ik keek vragend achterom, maar mam had het al gewisseld. Ze legden het juiste aantal tovenaars-geld op de toonbank en gaf de doos aan mij. 'Dank u,' zei ze en we liepen de winkel uit. Naarmate allebei mijn voeten de drempel over waren begon ik aan mijn vreugde dansje. 'Waarom zo vrolijk?,' vroeg mijn moeder.
'Kom op, ma. Ik heb een toverstok,' ik pak mijn moeders en vaders hand en trek ze mee naar een lichtblauwe winkel in de hoek van de straat: Madame Mallemour, uw beste (werk)gewaden voor een beste prijs! Ik opende de krakende deur en stapte de rumoerige winkel in. Gelijk overstemde de stemmen mijn voetstappen: 'Romeo, dat gewaad is niet om op te eten,'
'Die maat is veelste wijd,'
'Een betere kleur kan ik mij niet voorstellen!'
'Mijn man werkt op het ministerie voor toverkunst,'
Het gerinkel van een kassa die openging galmde door de winkel, door de stemmen heen. 'Oké, uh... drie werkgewaden in de kleur zwart en één zwart wintergewaad met een zilveren speld, graag,' zei ik tegen een medewerker. 'Ga je naar Hogwarts?' vroeg de vrouw.
Ik knikte.
'Ah, leuk. In welke afdeling hoop je in gesorteerd te worden?'
'Ik-'
'Oh sorry, dreuzel familie? Wat leuk,'
'Ja, dank u, kan ik-'
'O ja, de gewaden,' de vrouw trok enthousiast een paar gewaden uit een rek. En alsof ik terug bij af was, begon de vrouw ook alles te meten.

Na een tijdje gewinkeld te hebben gingen we weer naar huis. Het was een heerlijk gevoel om met van die vreemde dingen terug te gaan. Ik was eindelijk anders dan die idiote Petunia.
De man naast de muur waar we ook door waren gekomen om in de WegisWeg te komen opende de muur voor ons en we stapten het café weer in.
We stapten de auto in en reden naar huis. Half baalde ik dat ik weg moest uit de dreuzel wereld, zoals ze on- magische mensen noemen, maar half keek ik er echt naar uit om er weg te gaan. Ik zal alles leren, een top heks worden en goede cijfers halen. Dat was mijn doel.

Accio Potter {JILY}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu