Dag 0

14 1 2
                                    

Het begon allemaal op zondag 31 augustus. Voor velen een normale dag. Voor mij, een dag voordat het pandemonium weer begint. Het pandemonium genaamd school. Beter gezegd hogeschool. Ja, dat klopt. Ik ben een zeventienjarige jongen die zijn HAVO diploma heeft gehaald. Acht jaar lang basisschool, vijf jaar lang middelbare school en nu vier jaar hogeschool. Al bij het denken dat ik dertien jaar naar school ben geweest, begint mijn hoofd pijn te doen. Ik kijk naar mijn wekker, vanuit mijn bed, om te zien hoe laat het is. 10:20.'Ik kan maar beter opstaan', denk ik in mijzelf. 'Als ik het nu niet doe, staan mij ouders straks in mijn kamer en sleuren zij mij uit bed'. Ik besloot dus om uit mijn portaal naar dromeland te gaan, te douchen, snel wat kleren pakken en die aandoen. Niet kijken of het überhaupt goed staat zoals een 'normale' jongen zou doen. Daarna liep ik de trap af naar beneden. Ik stond op het punt om de woonkamer binnen te lopen en gedag te zeggen tegen mijn ouders. Toen zag ik dat er niemand was. Ik riep, kort maar wel luid, door het huis of er iemand was. Geen antwoord. Ik keek of zij misschien in de tuin zaten. Niemand. 'Dan wordt het maar bellen', dacht ik. Helaas had mijn buik andere plannen. Ik had nog geen stap verzet of ik hoorde hem al schreeuwen van de pijn. Misschien is het toch beter dat ik eerst iets ga eten. Eenmaal aangekomen bij de koelkast zag ik een briefje hangen dat er hing door een klein rood magneetje.

Goedemorgen Devon. Het spijt mij dat ik nu niet thuis ben. Ik had een oproep van mijn werk waar ik heen móést. Jouw vader is ook niet thuis, want hij houdt een lezing over zijn laatst geschreven artikel. Het zal even duren voordat ik weer thuis ben. Hoogstens kom ik om 18:30 weer thuis. Zo niet, dan moet je met je vader iets regelen voor het avondeten.
XXX mam.

Dat krijg je als jouw moeder tandarts is en vader een journalist. Zij zijn beiden nauwelijks thuis. 'Ik hoef nu tenminste geen moeite meer te doen om te vragen waar iedereen is', dacht ik. Nu maar eerst iets eten, want de pijn van honger spreid zich langzamerhand uit over mijn hele lichaam. Ik had een gewoon 'saai' ontbijtje voor mijzelf gemaakt. Cornflakes met melk, een boterham met kaas en een glas jus d'orange erbij. Na het eten wist ik niet wat ik zou moeten doen. Het is nu 11:37 en ik had het huis voor ongeveer zes uur voor mijzelf. Ik had geen vrienden waarmee ik kon afspreken, want wij waren pas net verhuisd naar Nijmegen. Ofwel, ik ben in een stad die mij nog zeer onbekend is en ik begin aan een studie waar ik nog niemand ken. Hoera voor eenzaamheid. De onbekendheid van deze stad trok mij na deze gedachte wel aan, dus ging ik maar een stuk lopen. Ik deed mijn schoenen en mijn jas aan. Trok de deur open, daarna weer dicht en deed hem op slot.

Ik liep en liep. Zag huizen voorbij gaan die voor mij nog geen betekenis hadden. Huizen die wel miljoenen geheimen in zich bewaren die alleen de bewoners weten, maar degenen van buitenaf niet. Ik zag soms kinderen spelen op straat. Kinderen die nog maar net beginnen aan het leven van de echte wereld. Waarbij zij vast zullen struikelen over de moeilijkheden die het met zich mee zal brengen en de ouders die hen dan zullen troosten en een kus geven alsof zij een wond op de knie hadden gekregen. Na ongeveer driekwartier lang lopen brachten mijn benen mij naar een park. Ik koos ervoor om erin te gaan. Toen ik in het park stond en om mij heen keek, zag ik hoe mooi en jong het was. Geen oude bomen die op het punt staan om te vallen. Geen bladeren die al op de grond liggen. Het gaf mij een fris gevoel. Het gaf mij het gevoel alsof ik alles aankon. Ik zag een bankje staan naast een vijver. Een groen eikenhouten bankje, onbekrast en zelfs nog glimmend. Ik ging er naartoe en erop zitten. Ik ben nooit echt een buiten persoon, laat staan een park persoon, geweest. Echter, nu vond ik het erg fijn om hier te zitten. In de rust. De zachte bries die tegen mijn gezicht aanwaait. Het geluid van waaiende bladeren aan de sterke bomen. Ik pakte mijn telefoon, deed mijn oordopjes in en besloot wat muziek te gaan luisteren.

Ik schrok. Ik greep mijn telefoon en keek hoe laat het was. 17:30 . Ik was in slaap gevallen. Hoe, weet ik niet, maar het was gebeurd. Ik sprong op en ging direct door naar huis. Tegen kwart voor zes kwam ik thuis. Mijn vader was er ook al. Dat had ik gezien aan de Opel die in onze oprit stond. Mijn vader en moeder hebben namelijk allebei een aparte auto. Mijn vader een Opel en mijn moeder een Kia. Zo kan je altijd zien wie er thuis is. Ik deed de deur open en het eerste wat ik hoorde was: 'Hallo Devon.' Ik ging naar de keuken, want dat is waar ik de stem vandaan hoorde komen. 'Je moeder had mij gebeld en gezegd dat zij later door moest werken en niet mee kon eten, dus ik heb pizza's voor ons beiden gehaald. Voor jou heb ik een salami pizza, omdat ik weet dat je er zo veel van houdt', zei hij met een zachte lach. Dit was, jammer genoeg, niet zo dacht ik. Als iemand mij echt zou kennen dan zou diegene een Hawaii pizza voor mij hebben gehaald. Dit is waarschijnlijk zo'n mooi voorbeeld van ouders die nooit echt hun kind leren kennen. Ik liet echter niet merken dat ik er niet gek op was. Toen hij mij eenmaal de pizza in de doos overhandigde, ging ik bij hem zitten in de woonkamer voor de televisie. Verder gebeurde er niet veel speciaals. Wij aten onze pizza's en keken breindood naar de televisie. Toen vroeg mijn vader mij opeens iets. 'En Devon, al enthousiast dat je morgen weer naar school moet?' 'Nee niet echt, school blijft school. Niemand vind het echt super leuk', antwoordde ik terug. 'Wel ben ik benieuwd of het minder erg is of juist meer dan de middelbare', dacht ik bij mijzelf. Na mijn antwoord op de vraag van mijn vader, probeerde hij het gesprek verder gaande te houden. Dit deed hij door vragen te stellen als: 'Wat heb je voor de rest van de dag gedaan aangezien jouw moeder en ik allebei een tijdje weg waren?' 'Ik heb muziek geluisterd, YouTube filmpjes gekeken en een beetje door de stad gewandeld', zei ik. 'Oh, heb je dan nog nieuwe mensen ontmoet in de buurt?' 'Nee, niet echt', antwoordde ik snel terug. Na het eten hielp ik mijn vader nog met afruimen. Daarna ging ik naar boven, naar mijn kamer. Ik poetste alvast mijn tanden zodat ik het niet zou vergeten. Als ik dat wel zou doen dan heb ik straks een boze moeder en krijg ik een hele preek over gaatjes, vullingen, tandplak enzovoort. Nadat ik dat had gedaan, trok ik een korte jogginsbroek en een T-shirt met korte mouwen aan. Ik kon nu al naar bed gaan en slapen. Het is nu 21:00 en ik moet morgen om 09:00 op school zijn. 'Het is handiger als ik eerder op school ben, want ik moet ook nog het goede lokaal vinden', dacht ik. Dan is het wellicht handiger dat ik om 08:30 op school ben. Dat betekent dat ik om 07:00 op moet staan, dus dan piept de wakker mij wel wakker. Nog tien uur voordat ik weer moet opstaan. Hoewel veel mensen deze hoeveelheid slaap nodig hebben om wakker op school te komen, besloot ik toch om muziek te gaan luisteren. Ik ging in bed liggen en pakte mijn telefoon die aan de oplader zit. Stak mijn oordopjes erin, deed de oordopjes in mijn oren en drukte op de Play-knop van mijn playlist. Mijn ogen waren open en ik hoorde de mooie melodieën van de liedjes nog door mijn hoofd zweven. Pas na het derde liedje begaven mijn ogen het al een beetje. Na het zesde hadden zij zeer veel moeite. Na het zevende waren zij dicht. Na het achtste ging ik op mijn zij liggen. Na het negende koos ik ervoor om niet meer tegen de slaap te vechten. Na het tiende dwaalde de muziek steeds verder weg. Na het elfde. Na het twaalfde.........................................................

Persona non grataWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu