Alexis:Geen Weg Terug

hoofdstuk 5

Er waren redelijk veel verlaten straten en huizen.Ik had het gevoel dat iemand achtervolgde.Maar ik zag niemand.

Uiteindelijk kwamen we aan bij de rand van de stad.Ik zag dat hier een portaal was,door de paarse, transparante muur om het zo te zeggen.Merdia en ik gingen er door.
De wereld was anders nu.Er waren houten huizen net zoals in het kamp.
Hier waren ook geen mensen.Alleen maar faunen,centaurs en ...draken?!

'Dit is net hetzelfde als jou kamp, alleen leven hier alleen maar draken, centaurs en faunen.'

'Okay,goed om dat te weten.'

Ik wist niet dat er nog een kamp was, alleen​ dit kamp was voor andere mythische wezens.Het was hier wel mooi dat geef ik toe.

'Dit is mijn broertje,Bentlo.'

'Broertje?!Ik ben maar een jaar jonger als jij!'

'Goed dan,goed dan.'

Bentlo lachte vriendelijk naar mij.Hij was best knap,hij had lichtbruin haar net zoals Merdia en groene ogen.Maar zijn ogen veranderde opeens naar lichtblauw.Ik herkende hem!Hij is een draak,ik zag hem toen in de luchthaven!

'Ik herken jou!Was je niet op de luchthaven een paar weken geleden?'

'Daar was ik inderdaad.En niet alleen daar.'

Hij grijnsde naar mij.

'Je bent een draak!Jij had toen die Abraims in brand gestoken.'

'Klopt.'

Okay,hij is dus een draak en hij had mijn leven al eerder gered.Zoals ik al zei,hij is best knap.Maar ik moet mij op de missie concentreren.

Avond

Merdia bracht mij naar mijn hut na de rondleiding.Dit kamp was veel kleiner dan dat waar ik was.Maar mijn hut was mooi ingericht.De vloer en plafond waren gemaakt van donkereikenhout,net als de muren,het bed,de nachtkastjes en de kleerkast waren van lichter eikenhout.Op het bed lagen witte lakens en kussens.
Iemand klopte op de deur.

'Binnen.'

Bentlo kwam binnen.

'Had je misschien een weerwolf gezien?'

'Euhm,ja.Een stuk of tien.'

Ja duhh!

'Had je er één gezien met blauwe ogen en lichtbruine vacht.'

Hij had het over de weerwolf die Merdia en mij heeft gered.

'Ja,hij had ons gered van een demoon.Waarom?'

'Dat is Brady.Hij is overgeschakeld maar zit nog bij de roedel.Zijn vader is de leider.En ik wou weten of hij er nog was.Dus dat weet ik nu.Bedankt.'

'Graag gedaan.'

Hij is knap maar hij is raar.Hij ging terug naar buiten en ik ging slapen.Ik was nog al uitgeput.

Volgende ochtend

Het was ongeveer 10:00 dus ik stond maar op en ging naar de ontbijttafels.
Hier moest ik een ander ontbijt nemen.Normaal nam ik gewoon cornflakes.Maar dat was er nu niet, dus nam ik twee broodjes hesp-kaas en een fruitsap.

Na het ontbijt ging ik nog eens trainen
want dat is al 'eeuwen' geleden.Ik was aan het trainen en ik voelde twee handen aan mijn ribben.Ik draaide me om en het was Bentlo.

'Ik schrok man!'

'Moet je voor te trainen niet met twee zijn?'

Vroeg hij lachend.

'Nja, normaal wel maar ik kan het ook alleen.'

Hij moest zijn lach in houden dat kon ik zien.Uiteindelijk kon hij het niet meer in houden en begon hij te lachen
Ik gaf hem een duw maar hij trok mij mee dus viel ik ook op de grond,op hem.

'Als je me een knuffel ofzo wil geven,dan moet je me niet op de grond duwen en zelf vallen hé.'

Hij moest lachen en gaf een knipoog.
We hoorden een alarm.

'Er is een ander wezen in het kamp!'

Zei Bentlo.

We renden naar het portaal en dat was inderdaad zo.Er waren weerwolven in het kamp, waaronder Brady.

'Brady,wat doe je hier?!'

Riep Bentlo.
De vader van Brady riep terug.

'We hebben genoeg onder de leiding van 'De Raad' geleeft!'

(In de raad zit onderander meneer Braindor en de vader van Bentlo en Merdia.)

Ik voelde een windvlaag en een blauwe draak landde neer.Hij veranderde in mensenvorm​ dus ik denk dat dat de vader van Bentlo en Merdia is, Benji.

'De Raad is de reden dat jij en je roedel nog leven!En vertrek nu,je bent hier niet welkom!'

De weerwolven gromden maar gingen weg.De wolf waar ik van onderstel Brady te zijn,keek treurig ons na en verdween.Bentlo kwam naast me staan.

'Voor mijn vader en Braindor De Raad waren begonnen,waren mijn vader en hij beste vrienden dus Brady en ik ook.'

Hij liep treurig weg.Ik wou hem achterna gaan maar dat deed ik beter niet.