Verweerde wangen, grijs, verroeste prikkeldraad over huid gewikkeld, donkere ogen. Als je je handen neerlegt, kan ik de littekens tellen, ruwe lijnen als rivieren door de aarde getrokken. Moeilijk om de weg te volgen, raak verdwaald door de golven en groeven erin.
Ik haal het wel.
Gebogen rug als glooiende landschappen, heuvels en dalen. Weet hoe ze voelen, kan ze beleven, zou ze zo kunnen tekenen.
Ik doe het wel.
Doen je voeten weer pijn? Moet ze op de tafel leggen, insmeren om de stijfheid weg te halen. Weet niet hoe dat moet, kan het niet meer uitleggen.
Het spijt me wel.
Je hoeft je niet te schamen, ben hier voor je.
Vandaag gezien dat licht gevangen zat in glas. Het spartelde om eruit te springen, lukte niet.
Je moet gaan slapen, stop die kronkels van gedachten. Rusten, daar is het tijd voor.
Het spijt me.
Sluit je ogen.
Ik mis je. Ik mis je wel.
Stilte.
Ik vergeet je niet.
Maar ik doe het wel.