Epiloog

226 19 23
                                    

Ik had zijn adres. Eindelijk kon ik wraak nemen voor wat hij mij destijds aangedaan had. Ik belde aan alsof er niks aan de hand was. Hij deed open en ik herkende hem meteen. "Politie, mag ik binnenkomen?" vroeg ik zo normaal mogelijk, maar vanbinnen voelde ik de woede opborrelen. Ik stapte het huis binnen. "Is er nog iemand anders thuis?" Hij schudde met zijn hoofd van niet. "Kan er iemand thuiskomen?" vuurde ik mijn volgende vraag alweer af. "Mogelijk mijn broer, geen idee" zei hij schouderophalend. "Maar waarom eigenlijk?" vroeg hij. "Ik denk dat we dit beter op kantoor afhandelen dan" zei ik, terwijl ik mijn boeien klaarnam. Dat leek hij minder prettig te vinden. "Wat heb ik gedaan?" vroeg hij op een kwade toon. "Gewoon meewerken, dat is het beste!" schreeuwde ik. Uiteindelijk gaf hij zich toch over. Ik stopte hem op de achterbank van mijn wagen en reed met hem in de richting van een afgelegen loods. "Madameke, volgens mij is het politiekantoor de andere kant uit" merkte hij op. Ik negeerde het. "Wat ben jij van plan?" De paniek in zijn ogen deed me lachen. De rest van de rit werd er niets gezegd. Toen we bij de loods kwamen haalde ik hem uit de auto zonder enige uitleg. "Trut!" schold hij. Het deed me niets, integendeel zelfs, ik genoot ervan. Best grappig eigenlijk, hij wist niet wat te doen dus ging hij me maar uitschelden. Dat maakte het alleen maar erger, hij maakte het zichzelf erger. Midden in het betonnen gebouw stond een stoel, precies zoals ik het klaargezet had. Ik boeide hem aan de stoel en nam nog eens extra ducktape zodat hij helemaal niet meer weg kon. Ook zijn voeten bond ik aan de stoelpoten vast. "Wat heb ik jou misdaan?" vroeg hij alweer. "Tineke Schilebeeckx" antwoordde ik, waarop Dirk me vragend aankeek. "Dat is mijn naam" ging ik kalm verder. Nog steeds ging er geen belletje rinkelen. "Goed" zuchtte ik geërgerd. "Zegt de naam Ron Schilebeeckx je dan meer?" Met grote ogen keek Dirk me aan. "Ron? Is dat jouw vader?" stotterde hij verbijsterd. "Dat wás mijn vader ja, tot jij hem van zijn leven beroofde!" Toen ik de woorden uitsprak kreeg ik een brok in mijn keel, maar ik mocht en zou me niet laten kennen. "Jouw vader is zélf dronken achter het stuur gekropen, juffertje!" zei hij bits. "Ken je Lisa nog?" vroeg ik aan Dirk. De man knikte. "zij zat toen ook bij jullie in de auto" ging ik verder, ook nu knikte hij weer. "Ze had kanker, ze wist dat ze niet lang meer te leven had" Dirk keek me geschrokken aan. "Dat wist ik niet!" Ik geloofde hem. "Ze is vorig jaar naar me toe gekomen en ze vertelde me alles. Hoe jij die avond voor BOB moest spelen, hoe jij dan dronken achter het stuur gekropen bent, hoe Lisa en papa zich van geen kwaad bewust waren, hoe jij tegen die boom reed en papa op slag dood was. En hoe jij vervolgens papa in jouw plaats achter het stuur zette voordat je de politie en ambulance belde!" De woede had mijn lichaam volledig overgenomen. "Lisa wilde niet sterven met zoiets op haar geweten. Eerst dacht ik het er maar bij te laten, maar toen dook je voor mijn neus op!" ik moest mijn tranen inslikken. Vervolgens zei ik kil: "En nu ga ik met jou doen wat jij met papa gedaan hebt." Aan zijn gezicht kon ik zien dat hij door had dat hij hier niet levend uit zou kunnen komen. Een grijns streek neer op mijn gezicht. "Het spijt me" piepte hij. "Mij niet" lachte ik terwijl ik de klaargezette benzine nam, tezamen met krantenpapier. Zo zou het, of beter gezegd hij, beter kunnen branden. Tranen stroomden over zijn wangen, maar het deed me niets. "Doe dit niet, alsjeblieft!" smeekte hij. Het was verloren moeite, niets of niemand kon me nu nog tegenhouden. Ik goot de brandstof rond en over hem, maar bedacht nog net op tijd dat ik nog iets moest doen. Ik nam vochtige doekjes waarmee ik zijn armen schoonmaakte en ook het vuil haalde ik vanonder zijn nagels. Mijn DNA mocht niet gevonden worden. Ik gooide het krantenpapier bij de benzine en stak het boeltje in de fik. Aangezien het hier afgelegen was kon het nog wel even duren voordat iemand de brand zou opmerken. Ik had thuis al een route uitgedokterd waar ik nergens camera's tegenkwam. Mijn auto zou dus niet op camerabeelden te vinden zijn. Ik voelde me opgeluchter dan ooit, het was het beste dat ik ooit in mijn leven had gedaan. Met een tevreden gevoel vertrok ik naar huis.

~Einde~

----------

Hello mijn liefste lezertjes, ik hoop dat jullie van dit verhaal genoten hebben! Ik heb helaas totaal geen inspiratie voor een nieuw verhaal, dus het zal nog even wachten worden.. Xx


It's just... Why?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu