We waren bij papa geweest en hij was echt blij maar ik wilde eigenlijk langer bij hem blijven. Mijn moeder en ik zitten met de man in het busje. Ik ben eigenlijk best bang voor hem maar ik moet hem maar geloven. Hopelijk doet hij niet weer zo'n test. Mijn moeder en ik waren echt bang. Mijn moeder vooral. Ze maakte zich zorgen over papa. De dokter zei dat hij overgeplaatst zou worden naar Nederland. Maar we weten nog niet waar. Mijn moeder was bang en ik vroeg aan de man: Waar gaan we heen? De man zei niks. Ik was doodmoe en ik ging slapen.
Toen ik wakker werd waren we thuis. Mijn moeder zag alle rommel.
Ik zei meteen sorry waarop mijn moeder antwoordde: Is niet erg schat. De man zei Je moet oefenen.
Oke pak de hoepel maar en houd hem heel recht. En gooi er daarna wat water door. Ik deed wat de man zei en het water was weg. Doe nu hetzelfde met de veer. Dat deed ik ook en de veer was ook weg. Doe nu je hand erdoor. Dat deed ik ook maar mijn hand bleef maar zichtbaar toen riep ik opgewonden Ik voel de veer!!! Hoort dat vroeg ik aan de man Ja zei hij. Probeer nu eens wat water te pakken. Ik deed weer wat hij zei en deed opnieuw mijn hand door de hoepel ik probeerde wat water te pakken maar het lukte niet. Hoort dit? vroeg ik aa de man. Ja antwoorde hij Je kan je gaven goed onder controle houden. Ik riep door het hele huis Cool!! De man zei Het water en de veer zijn ontzichtbaar geworden. Vet zei ik. Ik liet de hoepel vallen en het water en de veer waren weer zichtbaar de man knikte en zei goed gedaan.