Hoofdstuk 2: geluk? deel 7

83 7 1
                                    

Wolfs pov.
Als ik weer bijkom zit Eva naast me, ze is verzwakt, maar ze leeft nog.
“Wolfs…”, zegt ze heel zacht, ik kijk op, ze kijkt mij aan en zegt dat ze van me houdt.
Ik wil iets zeggen, maar dan zal die verdomde tape eraf moeten..
Net dat moment staat Bols in de deuropening. Ik hoor Eva naast me zacht kreunen.
“Hoi schatje…”, zegt hij tegen Eva.  “Ik haat je.”, fluistert ze. “zoiets zeg je alleen tegen iemand als je diep in je hart van diegene houdt”. Nog een kreun… Hij loopt naar me toe, in de verwachting dat hij me gaat slaan doe ik alvast mijn ogen dicht. Maar dan trekt hij de tape van mijn mond af, maakt mijn handen los en geeft me een fles water. Vol afschuw kijk ik hem aan: “nou, ik denk dat je wel dorst hebt. Of niet soms? En aangezien je toch zo veel voor mijn liefje betekent laat ik je niet vermoorden. Voor nu…”
Ik neem voorzichtig een slok water, en nog een, en nog een… Als het flesje leeg is merk ik dat ik moe begin te worden. “Wolfs?!”, hoor ik Eva zeggen. “gaat het?”
“Wat heb je erin gestopt?” vraag ik hem zacht. “Slaapmiddel, welterusten Wolfs…”

"Alles komt goed"Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu