proloog

806 20 0
                                    

'Weet je zeker dat je zelf kunt rijden?' Vroeg June Parker aan haar vader die haar belde om haar te vertellen dat het zaken diner er op zat. Callum verzekerde zijn dochter ervan dat hij niet teveel had gedronken en dat hij zelf terug zou kunnen rijden. 'Weet je het zeker, pap?' Vroeg ze nog eens. 'Ik kan Freddie voor jullie bellen, ik kan jullie zelf ophalen als je wilt.'
'Nee, nee, lieverd. Je moeder en ik redden het wel.' Beweerde hij, June was er niet gerust op, maar vertrouwde haar vader. Ze zuchtte.
'Goed dan, ik blijf wakker tot dat jullie terug zijn.' Zei June, een trots gevoel verspreide in het lichaam van de man. Hij was zo trots op zijn dochter. Hij hing op en liep terug naar zijn vrouw.
'Klaar om te gaan, mijn lief?' Vroeg Callum Theresa, zijn bloedmooie vrouw. Voor hem was het geen vraag waar zijn dochter haar schoonheid vandaan had. Ze knikte en liep met zijn vrouw terug naar de Porsche die door de portier al was voorgereden. Hij nam echter niet de moeite om hem te bedanken, daar voelde hij zich te goed voor. De portier opende de deur voor zijn vrouw en ze stapte in, zij bedankte hem wel. Theresa was een goede vrouw, hij grijnsde bij zichzelf. Dat zij ooit voor hem had kunnen kiezen, ze had zoveel keus. Hij stapte in en begon te rijden, sneller dan wettelijk mocht, maar er was toch geen kip meer op de weg. Callum had mazzel, alle lichten sprongen precies op tijd op groen zodat hij mooi door kon rijden, helaas zag hij de rode Toyata niet van links komen, de klap was zo hard, hij verloor de macht over het stuur en ze bleven maar tollen, uiteindelijk knalde ze tegen een lantaarnpaal aan. De Toyota reed gewoon door en werd gevolgd door vele politie auto's, één daarvan stopte om te kijken hoe het ging met de bestuurders van de Porsche, helaas toen de agenten aankwamen bij de auto waren de inzittenden al overleden. Na een korte research waren ze er al snel achter wie de inzittende waren en dat ze een dochter hadden. Zij kregen de taak om haar te vertellen wat er met haar ouders was gebeurd.

Ze zat te wachten, dus toen de deurbel ging, ging ze ervan uit dat het haar ouders waren die de huissleutel waren vergeten. Ze liep niets vermoedend naar de deur. Politie, dacht ze, wat doen die hier? 'Ben jij June Parker?' Vroeg de linker, een magere man van in de dertig. Ze knikte wat aarzelend. 'Wat kan ik voor jullie betekenen?' Vroeg ze. De agente wisselden een blik. 'Ik ben agent Caspers en dit is mijn collega agent De Bruin.' Zei de rechter, een mooie, jonge dame. 'Mogen we even binnenkomen?'
'Natuurlijk.' Reageerde het meisje meteen en liet de agenten binnen. Ze ging hen voor naar de woonkamer. June nam plaats in de stoel, de agenten gingen in de bank er tegenover zitten. 'We moeten je iets vertellen.' Zei De Bruin, June knikte.
'Vertel het maar.' Zei ze. Weer wisselden de agenten een blik, het bleef lange tijd stil. Caspers zuchtte.
'Je ouders,' Begon ze. 'zijn omgekomen bij een auto ongeluk. De politie was snel ter plaatse, maar ze waren dood voor we ze konden helpen. Het spijt me voor je.' Tranen branden in de ogen van het meisje, ze knipperde ze weg.
'We begrijpen dat dit moeilijk voor je is, is er iemand die we voor je kunnen bellen?' Vroeg De Bruin, June Parker schudde haar hoofd.
'Nee, er is niemand. Ik zou graag alleen willen zijn.' De agenten knikten, De Bruins gaf haar nog haar kaartje.
'Als je iets nodig hebt, laat het ons weten.' Ze knikte en bedankte de agenten. Ze waren nog niet weg of ze begon van al rond te bellen om van alles te regelen. Vanaf die dag was niets meer hetzelfde, ook zij niet.


I can make the badboy change (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu