Route n°4

4 0 0
                                        

Niemand schrok wakker, hij hoorde paarden voorbij komen. Hij maakte Jantje en Lukas wakker.
"Horen jullie dat ook?"
Jantje schrok: "Dat is het zelfde geluid als op de dag ze mijn ouders hebben meegenomen."
Niemand deed stilletjes de ramen open en zag paardenkarren voorbij rijden. De paardenkarren reden richting het dorp en stopten op het marktplein. Gemaskerde mannen in zwarte leren pakken stapten uit en gingen in een grote groep staan. Uit de laatste kar stapte er nog een man uit die duidelijk de leider was van de groep, hij was ook gemaskerd maar had geen zwarte leren kleding aan maar zeer flashy roze leren kleren aan. Hij ging op het podium staan, wat hij zei kon Niemand niet horen, maar toen hij een teken gaf liepen de mannen naar de karren en pakten ze wapens. Daarna liepen ze alle straten in en gingen overal binnen.
"Pak jullie spullen!" zei Niemand
"Dat zijn waarschijnlijk die mensen die je ouders hebben ontvoerd, Jantje, en waarschijnlijk zijn zij ook de ontvoerders van de kinderen uit je dorp Lucas. We moeten ze volgen."
Niemand zag dat de mensen uit het dorp naar de karren werden geleid. De karren vertrokken op de voet gevolgd door het leger van gemaskerde mannen.
Niemand, Jantje en Lucas liepen naar het dorp, Niemand zei dat ze het leger konden terugvinden door de sporen te volgen en daardoor niet overhaast te werk hoefden te gaan.
"We moeten zoeken als er niemand over is gebleven."
Ze zochten elk apart een paar straten uit. Op het einde van de dag hadden ze nog 5 mensen gevonden die zich hadden kunnen verstoppen of niet in het dorp waren toen het leger aankwam. Ze hadden de burgemeester, een advocaat, 2 landbouwers en een meisje gevonden. De burgemeester was mee gegaan met de 2 landbouwers omdat die problemen hadden over het land waar ze mochten hun gewassen planten. De advocaat had hem kunnen verstoppen in een geheime kamer en het meisje, het meisje was niet om aan te zien, Lucas had haar gevonden in de beerput van haar huis.
Toen Niemand aan haar vroeg waarom ze daar in zat, zei ze "Ik ben het lelijkste zusje van ons gezin, ik werd altijd gestraft voor de dingen die de anderen deden en net op dat moment was ik dus gestraft, ze zijn me gewoon vergeten uit de put te halen." Toen ze dat vertelde werd het stil.

Na enkele minuten vroeg de burgemeester: "Wat nu?"
Niemand antwoorde: "Ik weet het niet, dit is al het tweede dorp die ze volledig leeghalen."
"Wij weten waarschijnlijk wel waarom, is het niet waar burgemeester?" zei de advocaat.
De burgemeester werd bleek toen hij dat zei. Iedereen keek hem aan.
De landbouwers werden kwaad.
"Kunt u ons alstublieft duidelijkheid geven waarom onze vrouwen en kinderen werden ontvoerd?"

De burgemeester begon zijn verhaal.
"Vijf jaar geleden kwam er hier een man in het dorp. Ik had hem nog nooit gezien, hij was raar gekleed, hij had een roze jas en broek aan. Hij vertelde dat hij graag ons dorp zou wilde kopen en hij deed zelfs een bod. Het was een belachelijk bod en ik lachte hem uit en zei dat hij beter kon vertrekken. Hij werd woedend en vertrok, maar bij de deur stopte hij en draaide zich om en zei ik kom terug en dan ben je beter een beetje vriendelijker.
3 jaar geleden stond hij hier opnieuw en zei dat ik beter de stadsadvocaat liet komen. Toen deze aankwam vertelde hij opnieuw dat hij de stad wou kopen en nu deed hij wel een beter bod maar toch lachte ik hem uit, toen hij opnieuw vertrok zei hij dit was uw laatste kans, wraak zal volgen."  De burgemeester staakte zijn verhaal. "Vertel verder!" riepen de landbouwers.

"Oke! Toen 2 jaar geleden enkele kinderen verdwenen wist ik meteen dat het die man was."
"Waarom kreeg ik dan de schuld toegewezen?" zei Lucas.
"Ik werd bang, de dorpelingen zouden mij de schuld geven en me afzetten en dus kon ik dat niet laten gebeuren. Dus toen enkele dorpsgenoten kwamen vertellen dat ze jou hadden zien babbelen tegen de kinderen gaf me dat het idee om de schuld in jou schoenen te schuiven en zo me zelf veilig te stellen. Ik dacht dat het daar wel zou bij blijven, maar ik wist niet dat het zover ging komen."
Lucas barstte in tranen uit. De landbouwers gingen naar hem en boden hem hun excuses aan, omdat ze hem hadden uitgescholden.

Ze draaiden zich richting de burgemeester en de advocaat. "Waarom hebben jullie ons dat nooit verteld?" Ze werden woedend en liepen op hen af. Niemand die zich al een tijd stil hield, hield hen tegen. "Met geweld tegen elkaar lossen we dit nu niet op. We moeten ons verenigen. Lucas, Jantje en ik hadden al de bedoeling om hen te volgen, maar met zen drie kunnen wij zo'n leger zeker niet aan. We hebben meer mensen nodig wie gaat er nog met ons mee?" 
"Ik wil wel!" uit de achtergrond stapte het meisje naar voren. "Ik heb hier toch niets meer. Ik heet Tessa."
"Wij gaan ook mee, maar dan mogen de advocaat en burgemeester niet mee." zeiden de landbouwers. "Wij zijn David en Dries."
"Wat moeten wij dan doen?" vroeg de advocaat.
Niemand vond dat ze daar moesten blijven en wonen in het huisje van Lucas om over het dorp te waken. Ze stemden daarmee in.

En zo kwam de dag weer ten einde ze waren nu al met 6 Niemand, Jantje ,Lucas, Tessa, Dries en David. Niet wetend wat hun de volgende dag ging tegemoetkomen. Waar iedereen is niemand die het weet. Hopelijk weet iemand het ooit.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Aug 04, 2017 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

DoorgaanWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu