~2~

34 4 0
                                    

Op dat moment komt Marjolein binnen. 'Hoi lieverd, wat heb je vandaag allemaal gedaan?' Carolien haalt haar hand door Marjoleins zwarte, krullende haar. Marjolein gaat steeds meer op Carolien lijken. Marjolein kijkt naar mij, dan naar haar moeder en dan weer naar mij. 'Niks, gewoon gespeeld.' Opgelucht haal ik adem. Carolien geeft Marjolein een knuffel en loopt naar Daniël toe. Snel pak ik het boek onder mijn kleren vandaan en ren ik naar de zolder. Ik pak het houten kistje van de bovenste plank en stop daar het boek in. Ik strooi daar nog wat graan overheen en doe het op slot. Ik zet het kistje weer terug en leg er nog een deken overheen. Dan loop ik naar beneden om Carolien te helpen met het eten.

De volgende ochtend gaat Carolien vroeg weg naar haar moeder. Haar moeder heeft de pest, en Carolien is het enige kind dat nog in staat is om voor haar te zorgen.

Terwijl ik het ontbijt voor Daniël en Marjolein klaarzet komt Daniël naar me toe. 'Papa? Wat is er daarna gebeurd met die twee Perzen?' Ik zucht, ik had gehoopt dat ze er niet meer over zouden beginnen. 'Na het ontbijt, eerst eten.' Snel komt Daniël aan tafel zitten. Ik roep
Marjolein aan tafel en we gaan eten.

Na het eten ga ik in mijn stoel zitten, en meteen springt Marjolein op mijn schoot. Daniël komt naast me staan en wacht af op mijn verhaal. Ik haal diep adem en begin te vertellen over de adel. 'De Verlichtingsfilosofen vinden dat de adel allemaal nietsnutten zijn. Ze ze zeggen dat ze leven in het paleis van Versailles, bij Lodewijk. Ze zeggen ook dat de adel feest viert en geen belasting hoeft te betalen. En dat terwijl ze eigenlijk voor ons zouden moeten zorgen.' Daniël kijkt me met grote ogen aan. 'Dus wij hebben geen geld omdat de adel feest viert in een paleis?' Als ik hem dat hoor zeggen, breekt mijn hart. Hij heeft gelijk, wij hebben niks omdat zij willen feestvieren. Ik moet iets doen, ik wil mijn kinderen een goede toekomst geven. 'Jongens? Ik wil dat jullie later als jullie groot zijn, alles eraan gaan doen zodat jullie later in een goed, stevig huis wonen en gelukkig zijn. Ik vind het al erg dat ik jullie dit niet kan geven, maar ik wil dat jullie later gelukkig zijn, oké?' Marjolein geeft me een knuffel. 'Het is niet erg, papa! Zolang ik bij jou en mama en Daniël ben, ben ik gelukkig.' Ik geef haar een kus op haar hoofd en ga weer verder met vertellen.

Ik zit net weer in mijn verhaal als ik de deur open hoor gaan. Snel leg ik het boek onder een kastje en sis ik: 'Niks tegen mama zeggen hè?'

~Het moordende boek~Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu