003

221 12 0
                                    

Hermelien Griffel

Als ik 's middags aan een kop soep zit hoor ik buiten een auto stoppen, de stem van Ronald zeggen: 'kom nou lieverd, gewoon even wat vragen.' En Park die een boze 'oké' mompelt.
Ik heb zin om direct de deur open te doen en Park een knal in haar gezicht te geven, maar ik weet me te beheersen en wacht extra een paar seconden met het openen van de deur.
'Hallo Hermelien.' Zegt Ronald met een geoefende lach, en Park die verschillende woorden mompelt zoals 'Bah, Dooddoeners helpen, verrader en wat denkt ze wel niet.'
Ik kijk geschrokken naar Park, 'wat komen jullie doen? Ik ben toch niks vergeten he?' Ik werp snel een blik op de kalender om te zien of ik toevallig een afspraak over het hoofd heb gezien, maar de kalender is voor vandaag leeg.
'Welnee Hermelien, we komen gewoon kijken hoe het met je is.' Ronald frunnikt nerveus aan een knoop van zijn jas.
'Nou, kom erin.' Zeg ik met een glimlach, en ik zet de deur wijd open.

                                     •*•

'Heb je nog een zaak gekregen Hermelien?' Ik kijk geschrokken op, hij weet het, waarom vraagt hij er nog na, 'uhm ja eigenlijk wel.' Snel neem ik een slok van de rode wijn, en wacht ik op de vraag 'oh en wie help je deze keer?', Echter blijft die vraag deze keer achterwegen, opgelucht haal ik adem.
'Griffel, ik wil niet onbeleefd doen maar waarom in godsnaam, zou je een 'ex' dooddoener willen helpen?' Park kijkt me  verdacht aan, Wemel kijkt geïnteresseerd van Park naar mij en weer naar Park.
'Nou Park, dat is een goede vraag.' Ik bedenk me dat dit een van de eerste slimme dingen is wat ze zegt.
'Is het omdat je mensen zo graag wil helpen of omdat je gewoon een nieuwe zaak wil hebben?' Ratelt ze door.
Verbaasd kijk ik haar aan, die kwam hard aan.
'Nou Park, tuurlijk wil ik graag aan het werk maar ik help mensen ook graag en ik denk dat mensen een tweede kans verdienen.' Ik bekijk haar van top tot teen, haar ogen zijn bijna gifgroen, zo boos is ze.
'Het zal.' Zegt ze verontwaardigd, 'maar ik blijf hier geen minuut langer, Wat doe je Ron, ga jij mee of blijf je hier?' Bijt ze hem kwaad toe.
'Uh, ik ga mee.' Zegt hij verbaasd, hij staat op en loopt voor Park, die zich nog een keer omdraait naar Hermelien, 'nu sta je er alleen voor, Griffel.' Dreigend stapt ze naar voren toe, een gemene lach siert om haar lippen.
'Nu je een dooddoener helpt, heb je niemand meer.'
Ik schrik, in mijn hoofd begint het te draaien, ik denk na over dat wat ze zegt, wat als ze gelijk heeft?
'Nou Park.' Zeg ik kwaad, 'ik wil niet veel zeggen maar jij bent op een dooddoener geweest.' Het was er uit voordat ik had bedacht of ik dat kon zeggen, direct word ik overspoeld door spijtgevoel.
'Hoe durf je, smerig modderbloedje.' Zegt ze stoer, maar in d'r rechter ooghoek zie ik een traan zitten, langzaam rolt hij over haar wang, kleine blosjes verschijnen op haar wang, ik heb duidelijk een gevoelige snaar van haar geraakt. 'Kom je nog lieverd?' de stem van Ronald word weerkaatst door de hele woonkamer, Park draait zich verwaand om en loopt weg.

                                 •*•

Warme stralen water lopen over mijn huid, nadat Park en Wemel weg waren ben ik huilend op de bank gaan zitten, heb ik mijn boek uitgelezen en ben ik onder de douche gegaan, Ik denk na over dat wat Park toenstraks zei, ik glimlachte bij het idee dat ik een gevoelige snaar van haar heb weten raken, dat moet ik Ginny echt vertellen.

Nadat ik onder de douche ben gegaan ben ik direct naar mijn kamer gegaan, nog steeds denkend aan toenstraks. 'Misschien ben ik te ver gegaan met die opmerking.' Mompel ik tegen mezelf, een traan rolt over mijn wang.   'Wat nou als ik straks echt niemand meer heb?' Verdrietig staar ik naar het witte plafond, het is helemaal stil in huis, ik heb geen last van geschreeuw van kinderen in huis, ik heb geen echtgenoot die de hele dag zeurt over het weer of over Zwerkbal en ik heb ook geen hond die zeurt om zijn eten, het was fijn geweest als ik nu iemand zou hebben, al was het maar een hond, honden zijn best nuttig, weet je.

Na lang nadenken val ik eindelijk in slaap, de ruzie van vanmiddag herhaalt zich telkens weer in mijn hoofd, zo tussen mijn vrolijke dromen zie ik Park weer huilend, en hoor ik de stem van Ronald in mijn gedachte duidelijk worden geweerkaatst. Ik droom over Azkaban, dementors zweven rond, gevangene hoor je duidelijk schreeuwen, het is er kil en donker binnen, terwijl het buiten dertig graden is, zuchtend loop ik achter een van de bewakers aan. We staan stil bij een deur, de bewaker opent de deur en wenst me een succes, daarna draait hij zich om en verdwijnt hij in de mist. Ik mompel een veel te late bedankt en loop naar binnen, de deur waait dicht en een klein meisje zit met haar gezicht hangend op de grond. Een beetje verbaasd kijk ik naar het meisje, haar schouders schokken zacht op en neer, af en toe hoor ik een kleine snik, ik kuch zacht om te laten merken dat ik er ben, echter zonder enig resultaat. Voorzichtig leg ik een hand op haar schouder, 'Meisje, wat doe je hier?' Vraag ik zacht, langzaam komt het hoofd van het meisje omhoog, ze heeft kapotte lippen, haar gezicht is lijkbleek en onder haar ogen zitten twee diepe wallen. 'Ik dans hier de regendans, zus.' Zegt ze kwaad.


(Oke, ik heb nu echt wat besloten, ik ga een officiële update dag inschakelen, want soms update ik weken niks, voor dit boek heb ik besloten om op vrijdag wat te updaten, dus vrijdag zal er weer een hoofdstuk online staan.)

Prisoner {Voltooid}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu