Hoofdstuk 2

26 3 8
                                    

Leon en ik kijken elkaar aan. "Er gebeuren de laatste tijd steeds meer vreemde dingen. Heeft dat er ook mee te maken? En wat gebeurt er dan allemaal?" Vraag ik. Buurman Harry kijkt ons aan. "Ik zal alles uitleggen. Een deel van jullie stamboom kennen jullie niet. Dat deel bindt jullie twee samen." Leon en ik kijken elkaar verbaasd aan. "Dus wij zijn familie?" Barsten we tegelijkertijd uit. Ik grinnik zacht en zo te zien Leon ook. "Ja dat klopt. Maar dat is nog lang niet alles." Gaat buurman Harry verder. Is hij dan eigenlijk wel mijn buurman? Of is hij mijn opa ofzo?

"De reflexen die jullie toonden zijn geen gewone reflexen, dat hadden jullie vast al door." Leon en ik knikken. "Jullie hebben allebei iets geërfd van jullie oma's. Emily, jouw oma is de zus van Leons oma en dus de zus van mijn vrouw." Ik kijk buurman Harry met open mond aan. "Maar dan bent u dus eigenlijk mijn oom!" Zeg ik vol verbazing. "Dat klopt helemaal Emily en Leon is je neef." Ik kijk Leon aan. En alsof ik dat nog niet gedaan had, schiet mijn mond weer open. Oom Harry begint weer verder te praten en ik probeer mijn kaken weer op elkaar te duwen.

"Jullie oma's waren bijzonder. Ze hadden hele snelle reflexen, waren slim en hadden allebei een magisch voorwerp dat lijkt op een normaal voorwerp wat men dagelijks gebruikt. Die twee voorwerpen hebben jullie geërfd." Inmiddels staat mijn mond zo wijd open dat het haast de grond raakt. "Waar zijn die voorwerpen dan, opa?" Vraagt Leon. "Dat is een heel goede vraag Leon." Antwoord oom Harry. "Omdat ze op dagelijkse dingen lijken, heb ik ze nooit gevonden. Ik denk dat jullie ze zelf moeten vinden..." Zegt oom Harry spijtig. "Het spijt me, ik weet niet waar ze zijn."

Op de een of andere manier krijg ik ineens heel erg veel zin om naar buiten te rennen en naar mijn schuurtje te gaan om te tekenen. Ik weet niet waarom en waar ik die energie vandaan haal en al helemaal niet waarom precies mijn schuurtje, maar ik vraag aan oom Harry of ik even mijn privé-momentje mag hebben om het even te laten bezinken. Oom Harry knikt en ik ren naar mijn schuurtje toe.

Ik ben altijd de enige die daar komt. Het is dan ook mijn schuurtje, eigenlijk best logisch dus. Van buiten lijkt het op een gewone, oude en verlaten schuur, maar van binnen ziet het er precies uit zoals ik het wil.

Het is nu nog een stap of 30 rennen en dan ben ik er. Doordat ik mijn focus zo op het schuurtje leg, heb ik niet door dat ik dwars door modder heen ren. Ik struikel over mijn voeten en val plat op mijn buik in de modder. Tot mijn verbazing doet het helemaal niet zo'n pijn en ik krabbel voorzichtig op. Ik loop gewoon door, ondanks dat ik onder de modder zit. Ik moet gewoon naar mijn schuurtje. Het is alsof iets me aantrekt er naartoe te gaan. Ik moet gewoon.

Zodra ik bij de deur van het schuurtje ben, stop ik mijn sleutel in het sleutelgat. Ik duw de deur open en trek voorzichtig, nog buiten staand, mijn schoenen uit. Toch pak ik ze wel op en loop met de schoenen in mijn hand naar binnen. Ik zet ze neer op een speciaal schoenenrekje. Nouja, speciaal... Speciaal gemaakt voor vieze schoenen. Ik loop terug naar de deur en trek het dicht. Daarna loop ik, voorzichtig zodat ik niks aan raak, naar mijn kast achterin het schuurtje. Daar heb ik al-tijd reserve kleding/ondergoed liggen. Ik pak mijn reserve broek en mijn reserve t-shirt. Het is warm, dus ik hoef mijn reserve vest niet aan te trekken. Vervolgens kleed ik me om en leg de vuile kleren, met de vieze kant naar binnen gevouwen, op de deurmat.

Daarna ga ik zitten op mijn stoel. Ik schuif aan bij mijn tafeltje/bureautje en pak een tekenvelletje en een potlood. Zodra ik wil ontspannen, ga ik altijd tekenen. Dat geeft me heel veel rust in mijn hoofd... Behalve dit keer dan. Ik kan me echt niet concentreren op het tekenen. Ik denk alleen maar na over mijn oma die ik nauwelijks gekend heb, Leon die mijn neef blijkt te zijn, buurman Harry, of eigenlijk oom Harry en wat er in de tussentijd allemaal is gebeurd. Ik besluit om maar op mijn bankje te gaan zitten en een boek te lezen. Ik pak het boek waarin ik bezig was met lezen, maar ik kan er totaal niet bij blijven. Er blijft de hele tijd een vraag door mijn hoofd spoken: "Wat is het magische voorwerp van mijn oma en waar kan ik het vinden?" Ik snap het gewoon niet meer.

Ik leg mijn boek weer weg en ga languit op mijn bankje liggen. Ik sluit mijn ogen om te kunnen slapen, maar zelfs in mijn droom denk ik aan het voorwerp. Ik wordt weer wakker en ga toch maar weer aan mijn bureautje zitten. Ik pak het velletje papier en het potlood er weer bij en begin gewoon random en uit het niets iets te tekenen wat ik een normaal voorwerp vind in het leven. Het wordt een bloempot. Terwijl ik bezig ben met de bloempot tekenen merk ik dat dat waarschijnlijk niet het voorwerp is, want ik zit nog steeds na te denken over wat het kan zijn. Dus gum ik de bloempot weer uit en begin weer random en uit het niets iets te tekenen. Het wordt een potlood deze keer. Ik leg mijn (echte) potlood neer en kijk nog eens goed naar mijn potlood tekening van een potlood. Zou het kunnen?... Zou het magische voorwerp een potlood kunnen zijn?

Het Magische PotloodWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu