Hoofdstuk 2

953 16 6
                                    

Hoofdstuk 2

Hunk met de dromerige ogen

'Sorry mijn wekker was weer eens niet afgegaan', zei Isabelle hijgend. En daar was alweer de gebruikelijk aankomst van Isabelle Looijmans. Helemaal buiten adem, ze stopte even en leunde tegen de lantaarnpaal.

'Ik heb... nog nooit... pfoe, zo snel gefietst', pufte ze. Anne en ik keken haar met gemengde gevoelens aan. Aan de ene kant moest ze gewoon een fatsoenlijke wekker kopen of een bak emmer boven haar bed zetten zodat ze tenminste uit haar bed zou komen, maar aan de andere kant was het wel zielig om haar zo buiten adem te zien.

Na een paar seconden zei Anne voorzichtig: 'Zullen we toch maar aanfietsen? Dadelijk komen we nog te laat.'

Izzy's ogen werden zo groot als schoteltjes en ze legde haar hand op de schouder van Anne. 'Nog... een paar... seconden, alsjeblieft', hijgde ze -nog steeds-. Ze slikte nog eens en herstelde zichzelf door een charmante glimlach op te zetten.

'Ja, we kunnen gaan', zei ze uiteindelijk. Ik moest natuurlijk keihard lachen. Wat een pracht van een mens was ze toch. Het zonnetje in huis, maar ook een échte dramaqueen. Isabelle en Anne waren precies het tegenovergestelde van elkaar en toch beste vriendinnen.

We stonden bij een kruispunt te wachten totdat we voorrang kregen. We mochten eindelijk doorfietsen, maar er racete ineens een kleine blauwe auto roekeloos voorbij. Waardoor ik als de bliksem naar rechts moest sturen als ik niet geraakt wilde worden. Mijn stuur klapte om en ik viel met een bonk op de grond.

Met een gepijnigde blik probeerde ik op te staan. Anne stapte direct van haar fiets af en hielp me opstaan. De bestuurder van de auto zag het ongeval nu pas en drukte fel zijn rem in. Hij stapte uit en rende op ons af.

Isabelle begon als een gek te schreeuwen: 'JEZUS! ASOCIAAL! BEN JE BLIND OF ZO?! ZAG JE DAN NIET DAT WIJ VOORRANG HADDEN?!'

En ineens herkende ik hem... en ik was niet de enige. Izzy stopte direct en kreeg op slag een rood hoofd. Het was je jongeman die me gisteren ook al omver had gelopen. Of ook wel "de Hunk met de Dromerige Ogen". Tenminste zo noemde Isabelle hem. En nu schold ze hem uit voor asociaal en blind zijnde. Haar woorden waren soms zo tegenstrijdig. 'Shit', zei Izzy ellendig en ze keek me verloren aan.

'Gaat het?!' vroeg de Hunk met de Dromerige Ogen. Zijn stem klonk alweer oprecht bezorgd. Ik stond weer met beide voeten op de grond en fiets in mijn handen.

'Ja, het gaat prima', zei ik kort. Als er iets was waar ik nu absoluut geen zin in had, was het wel een bezorgde docent die me nota bene omver had gereden. En ik wilde zeker niet te laat komen, want dan zou Anne ook nog gek worden. En aan Izzy had ik mijn handen al vol genoeg.

'Sorry, ik kan soms zo'n klungel zijn', zei hij beschaamd. Hij keek een beetje hopeloos rond, niet wetend wat hij moest doen of zeggen.

'Tja, het was niet de eerste keer', mompelde Isabelle. Ik sloeg een hand voor mijn ogen en zuchtte. Oh Izzy, waarom moest je het nou weer erger maken?! Isabelle haalde onschuldig haar schouders op en ik schonk haar een zure glimlach.

Hij reageerde niet op die reactie maar scande mijn lichaam op wonden. Gelukkig had ik alleen een paar schrammetjes op mijn handpalmen, dus het was niet zo ernstig.

'Shit... ik heb jou gister ook al omver gelopen', zei hij meer tegen zichzelf dan tegen een ander.

'Ja dat klopt. Maar het gaat prima, echt waar', bevestigde ik. Ik wilde zo snel mogelijk mijn fiets weer opstappen en naar school gaan, dan ongemakkelijk op de weg staan met een klungel van een docent. 'Ga nou maar snel naar school, voordat je je klas nog eens mist.'

Teach me how to LoveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu