Hoofdstuk 1

32 4 2
                                    

                                               {Perspectief vanuit Gwen.}

'Wij gaan, doeg, doeg.' Felicia drukt me een kus op de wang en geeft me nog een klein cadeautje. Waarom moeten ze nou weer gaan protesteren op mijn verjaardag? 'Deze is van je moeder geweest,' glimlacht ze. Ik weet niet zoveel over mijn ouders. Soms denk ik dat ze nog leven alleen dan had ik ze wel gezien. Ik pak het cadeautje uit waar een oorbel inzit met een bedel eraan. 'Leuk...' mompel ik. 'Hey Gwen trek het je niet aan dat we weggaan. Ik beloof dat we morgen je zestiende verjaardag uitgebereid vieren.' Rece glimlacht naar me. Felicia en Reco zijn mijn adoptie ouders. Maar als ik naar mijn echte ouders vraag ontwijken ze me. Ze zwaaien nog een keer naar me en geven me een grote glimlach. Ik drink een beetje van mijn soep en zwaai terug. Pas als ze weg zijn giet ik de soep in de gootsteen. 'Gore soep,' mompel ik. Terwijl de avond langzaam begint te vallen, begint het ook steeds harder te regenen. Ik zet alle lichten in de camper aan. Er ontsnapt een harde gaap uit mijn mond. 'Fijne zestiende verjaardag Gwen,' mompel ik. Ik pak het boek van de tafel en ga op het bankje liggen en begin te lezen. Het getokkel van de regen maken mijn oogleden zwaar. Ergens wil ik gaan slapen en gewoon deze verschrikkelijke verjaardag vergeten maar ergens wil ik wachten tot Felicia en Reco terugkomen. Ik kan mijn concentratie er niet bij houden. Al mijn aandacht gaat naar de oorbel. Ik bekijk het bedeltje nog een keer. Het bedeltje is een rondje met een chinees figuur er in gekrast. Ik weet dat het voor eerlijkheid staat. Ik ben nooit naar school geweest dus Reco heeft me leren lezen. Eerlijkheid, best toevallig Gwen betekent eerlijkheid. Zou dit ooit mijn bedeltje zijn geweest? Nee, want anders had ik hem wel eerder gekregen. 

Er klinkt luid gebons op de deur. Zouden Felicia en Reco al terug zijn? Ik zucht en loop naar de deur toe. Als ik de deur opendoe staat er een jongen zo bleek als een spook voor me. Hij heeft zijn hand op zijn rechterzij waar een grote bloedvlek omheen zit. 'Is alles oké?' vraag ik bezorgd. 'Gwendolyn, je moet me helpen.' Ik zie zijn ogen wegtrekken en hij valt bewusteloos neer. Met moeite vang ik hem op zonder achterover te donderen. Hoe weet hij me naam en waarom is hij gewond? Ik trek de gewonde jongen mee naar binnen en leg hem op een bankje. Ik weet het, neem nooit vreemde mee naar binnen. Maar een dode die je buiten laat liggen is ook een beetje respectloos.                                                                

Ik zie een man naast me staan. Velen zullen daarvan schrikken maar ik niet. Ze zijn allemaal dood, maar ik kan ze zien. 'Je moet zijn wond verbinden,' mompelt de man. Meestal helpen de doden me omdat ik hun enige gezelschap ben maar soms vallen ze me lastig en laten me gillen in mijn dromen. 'Hoe?' vraag ik ongerust. 'Dat weet je zelf ook wel, Gwen.' De man verdwijnt weer. Dit gebeurt wel eens vaker dat er gewoon iemand naast me gaat staan. 

Met veel moeite probeer ik het T-shirt van de jongen omhoog te doen. . Het verbaast me dat ik er zo rustig onderblijf maar ja ik heb ergere dingen meegemaakt. Als het T-shirt omhoog is pak ik een doekje en maak zijn wond voorzichtig schoon. De jongen opent moeizaam zijn ogen. Het ongemakkelijke gevoel wat over me heen kruipt maakt het schoonmaken van de wond niet makkelijker. 'Gaat het een beetje?' vraag ik nerveus. 'Gwendolyn?' vraagt hij moeizaam. 'Hoe weet je mijn naam?' 'Ze zoeken je, je moet hier weg,' lispelt hij. 'Hoe weet je mijn naam?' herhaal ik nog een keer. 'Mensen praten over een meisje, weggebracht toen ze jong was. Ze heeft magische krachten, ze kan helpen. Helpen een massamoord te voorkomen,' fluistert de jongen. 'Wat is je naam?' vraag ik. 'Noem me Nathan, maar we moeten gaan.' Nathan probeert op te staan maar ik duw hem net iets te hard terug. 'Je gaat helemaal nergens heen, je bent gewond,'' zeg ik. Ik verbind wat verband strak om zijn wond, ik krijg kippenvel als mijn handen over zijn buik heen glijden. 'Waarom ben je gewond?' 'Ze zoeken mij ook Gwendolyn, mensen zijn bang.' Ik weet niet waar hij over praat. Oke, ik moet toegeven ik ben eigenlijk nooit echt in aanraking gekomen met de buitenwereld behalve het terrein waar we met de camper opstaan. 'Waarom zijn ze bang?' vraag ik nieuwsgierig. 'Op straat hoor je dingen die de regering normaal gesproken geheim houdt.' 'Nathan wat is er aan de hand?' Mijn vraag komt niet meer bij hem aan als hij weer buiten zijn bewustzijn raakt. Ergens neemt er stress toe. Waarom komt er een vreemde jongen aan de deur? En wat bedoelt hij met magische krachten, ik kan alleen doden zien. Dat is geen bijzondere kracht maar een zonde. Hebben mijn ouders me daarom weg gedaan? Omdat ik bijzonder was. En de regering wil geen bijzondere mensen omdat ze dingen opmerken die andere niet zien. 

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Oct 10, 2014 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Things that can't be seenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu