Het was op een dinsdagavond. Op die dinsdagavond werd mijn hele leven, zoals je het noemt: upsidedown. Omdat jullie waarschijnlijk geen enkel idee hebben waarover ik praat, zal ik het uitleggen:
Om half 8 in de avond ging het irritante geluid van de voordeurbel. Ik was moe na een lange dag telefoontjes beantwoorden, interviews geven, gesprekken houden, enzovoorts. Op dat moment had ik mijn badjas aan, een slordig pyamajurkje, zachte, misschien iets vuile slofjes, en een knot in die eigenlijk op alles behalve een knot leek. Ik verwachtte geen bezoek meer, dus ergens was ik verrast door het geluid.
Toen ik chagrijnig naar de deur slofte om de deur te openen, en de bezoeker uit te jouwen om zijn slechte timing, kon ik niets zeggen. Waarom niet? Omdat ik toen de deur al geopend had, en de bezoeker die een paar honderdste geleden nog voor de deur stond, mij met een moordende greep omhelst.
Toen volgde ik mijn vechtersinstinct die ik van mijn vader heb gekregen op, en wurmde me los uit de strakke greep van de vreemde, waarna ik hem tegen de muur aan druk. Een gesmoorde schreeuw kwam uit de mond van mijn aanvaller, en zo snel als ik hem of haar tegen de muur had gedrukt, liet ik hem los.
En toen zag ik pas wie het was.
De overduidelijke hoogblonde haren, de felgekleurde niet mixende kleding, de bleke huid waarvan iedereen zegt dat ze stiekem een vampier is.. het was Cassida, ook wel Cassie genoemd. Mijn beste vriendin.
Met een geschrokken gezicht keek ik naar het verwarde en pijnlijke gezicht van Cassie. Maar ja, het is ook niet het beste idee om MIJ met een moordende greep te gaan omhelzen terwijl ik in mijn pyamajurk aan een chagrijnige houding heb.
"Cassie, het spijt me.. Waarom in Godsnaam ging je me zo strak omhelzen dat ik in ademnood kwam?" Vroeg ik bezorgd, en knielde naast haar neer om te kijken of er enige schade is bij haar. Thank God niet, maar voor hetzelfde geld kon ik haar harder tegen de muur hebben geworpen. Cassie keek nog een beetje verbijsterd en verdwaasd naar mij, en ging toen langzaam opstaan. Ze leunde met haar linkerhand tegen de wand aan, en richtte zich op mij. Een diepe zucht verliet haar mond, en haar ogen veranderden in de eerst ietwat bange ogen in vrolijke, stralende chocoladebruine ogen. Degene die ik gewend ben. "Oh, Ana, Ana, Ana! Ik heb zo'n geweldig nieuws! Je zult het niet geloven, maar ik heb een vriendje!' Riep ze uit, en stond lichtjes te springen.
Een grote glimlach verscheen op mijn gezicht. "Maar dat is geweldig nieuws, Cassie! Wie is de gelukkige?" Een sluwe glimlach ontstond op het gezicht van haar beste vriendin, en liep van mij weg. Niet-begrijpend wandelde ik achter haar aan. Ik zag dat Cassie het zichzelf comfortabel heeft gemaakt, en is neergeploft op de zwart leren bank die het eigendom van moi is. Ze sloeg enthousiast op de plek naast haar, wat haar uitnodiging is om naast haar te zitten. Onbewust gingen mijn schouders even op en neer, en toen liet ik me met een luide 'plof' neervallen. Nieuwsgierig staarde ik naar het gezicht van Cassie, en haar ogen twinkelden als heldere bruine chocolaatjes.
"Oké, Ana. Mijn vriendje is.. Alec Blinkon. Je weet wel, die knappe, charmerende jongen waar we op verliefd waren vanaf onze 12de."
Ik staarde haar met open mond aan. Alec Blinkon, de volgende leider van onze aartsrivaal; De Blinkon Company. Ze zijn een beroemde handelaar van koffie. En damn, ze hebben goede koffie. Hun hoofdbedrijf staat in Costa Rica, San Jõse. Ze hebben al miljoenen, en misschien wel een paar miljarden verdiend met hun bedrijf. Toen Cassie en zij jonger waren, en geen idee hadden van het bedrijfsleven, hadden ze altijd gezwijmeld bij de foto van de toen 13-jarige Alec Blinkon, die toen al wel degelijk iets wist van zaken doen. Maar nu, nu heeft Ana haar crush wel opgegeven, en is er een stille rivaliteit tussen hun twee ontstaan.
"O ja, en nog iets.. Wil je samen met mij, Alec en Alec's vader mee naar Costa Rica voor een kort zakenuitje?"