4. Het begin

16 1 0
                                    

Zond 13 april 2234

Ik opende mijn ogen. Een kramp van zenuwen schoot door mijn buik en zweet liep over mijn voorhoofd. Vandaag was de dag dat alles zou gebeuren. Misschien ging ik wel dood, misschien doordat ik te zwak was, maar het zou ook kunnen dat mijn pak kapot zou gaan. Dan heb ik geen lucht meer en barst ik uit elkaar. Alleen mijn ziel zou daar misschien nog rondzwemmen in een zee van lichten en planeten. Ik kon alleen maar denken aan het ergste wat zou kunnen gebeuren, maar dat moet niet. Misschien winnen we wel heel snel en hoef ik me alleen te verstoppen.

Waar ik nog niet bij had nagedacht was dat papa en ik misschien wel eens gescheiden konden worden, dan zou ik niks meer hebben om van te houden. Ik zou bedroefd zijn, huilen , schreeuwen en te denken aan mijn lieve broertje die zich elke nacht zorgen zou gaan maken om ons. Om mij.

Ik stond op en liep naar de badkamer. Misschien wel de laatste keer. Ik nam een douche en kleedde me vlug aan. Bij alles deed ik onwijs dramatisch, en bedacht ik me elke keer dat het de laatste keer zou zijn. Ik pakte een rugzak stopte de dropjes en nog veel meer kostbaars erin en liep naar beneden, waar opa, oma, Timo en papa zaten om ons uit te zwaaien. Ik had niet verwacht dat ze nog zouden komen aangezien Timo gister al was was. Papa keek me kort aan en draaide zich snel weer om. Zenuwachtig pakte ook hij zijn laatste spulletjes bij elkaar en propte alles in zijn rugzak. Zijn zilverkleurige haar tot net onder zijn oor stond rechtovereind en om de drie seconden gleed hij met een hand door zijn haar om het weer naar beneden te duwen.

Opa keek me aan met een blik dat ik moest komen. Met een aparte zenuwachtige pas liep ik op hem af en hij nam me meteen in zijn armen. Een knuffel van opa, dat gebeurde niet vaak. Nu kwam ook oma erbij staan en drukte een kus op mijn voorhoofd. Een traan liep langs haar wang. Niemand zei iets totdat Timo mijn hand pakte.

"Wees sterk en denk aan mama die vanaf de maan vast niet ver van je vandaan zal zijn," begon hij aarzelend, "Mama kijkt naar je en ze kan je daar nog beter zien."

Hij kreeg een kleine glimlach op zijn bleke huidje en keek me opgelucht aan.

"Eigenlijk moeten jij en papa wel gaan, want dan kun je een moeder redden. Namelijk: moeder Natuur." Dat had hij erg mooi gezegd.

Ik liet mijn hand over zijn kleine krulletjes glijden. "Ja Timo. Ik zal zeker gaan, voor de mama van de natuur. Ze heeft ons hart nodig, en iedereen mist haar. Net als wij, wij missen mama ook."

De woorden floepte gewoon uit mijn mond. Normaalgesproken was ik heel erg tegen oorlogen. Dat ben ik nog steeds, maar sinds ik had bedacht dat ik zou gaan vechten voor een moeder, was het een minder groot probleem.

"Ik wil de sfeer niet bederven, maar we moeten gaan Saar." Mijn vader keek me streng aan. Alsof ik iets had fout gedaan, waarom nou die blik. Ik gaf iedereen een knuffel en liep met mijn vader mee. Op naar het vliegveld.

_____________________________________________________________

Vote? Comment? Ik hoor graag tips of ideetjes voor het boek! En natuurlijk wat je ervan vindt! :)

One World (NL)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu