3

8 3 1
                                    


Geforceerd tovert hij een verlegen glimlach op z'n gezicht gevolgd door de magische woorden: "hoe gaat het?"

De klassieker der openingszinnnen leeft zelf nog verder in dit wolkenpaleis.

"Goed," antwoord ik even geforceerd.

Goed? Waarom altijd goed? Alsof we nooit iets anders hebben geleerd! Gedrild om elke keer het optimistische g-woord over onze lippen te krijgen, terwijl we kapot van binnen gaan. Ik heb het geprobeerd, maar telkens ging het compleet de mist in.

"Hoe is het jou vergaan?" ratel ik snel, omdat ik merk dat er een kille stilte is gevallen.

Misschien is het niet de beste vraag ooit. Hoe het hem is vergaan, verraadt hij zelf. Zonder het wellicht te willen en zonder verstrikt te raken in een spinnenweb van woorden. Zijn ziel vertelt terwijl mijn ogen waarnemen.

"Vlak voor de bevrijding van Mauthausen kon ik niet meer... ik was helemaal opgebrand. Er was zonlicht op komst, maar ik koos voor de nacht."

Zijn woorden galmen in me door terwijl zijn uiterlijk de tekening van z'n verhaal vormt. De pyjama die in wazig wit voor me opdoemt is versleten en zit vol gaten. Hij lijkt rusteloos, maar zijn woordkeuze is verrassend. Was dit echt wel de jongen die ik kende vanuit het achterhuis?

"Wat heb jij zoal in tussentijd gedaan?" prevelt hij.

"Wat mijn hart van me verlangde. Ik heb een wereldreis gemaakt. Dat was de laatste realistische droom die ik kon vervullen. Het was mijn missie en het is nog gelukt ook. Zelfs om zaken van dichtbij te bewonderen!" Ik glunder als een klein meisje. Als ik mijn ogen dichtknijp, kon ik haarscherp het beeld voor me zien toen ik Kitty mijn dromen toe vertrouwde.

"Er is dus toch nog leven na de dood." Hoorde ik hem met sarcastische ondertoon mompelen.

"Wat zou ik anders moeten doen? Ronddwalen en elke dag opnieuw medelijden tonen met het lot van anderen en dat van mezelf?"

"Dat doet de rest toch ook? Eerlijk gezegd had ik verwacht dat je zou genieten van alle aandacht," grijnsde hij met een verwoede ondertoon.

Verrassing twee van de dag: de ooit extreem verlegen Peter die nu als zijn eigen kat naar me briest. Het was wennen en schrikken tegelijk. Had het kampleven hem gebroken en daarna verbitterd?

"Welke aandacht bedoel je?"

"Doe nou niet flauw, dat weet je toch zelf wel?"

"Wie doet nu flauw? Ik ga hier echt geen kat en muis spelletje van maken tot ik volgens jou het juiste antwoord weet!"

"Je dagboek? Je bent wereldberoemd! Rijen dik staan elke dag voor het achterhuis om toch maar een glimp van de boekenkast op te vangen! Je dagboek en alle andere schrijfsels worden door zowat heel de werldbevolking gelezen. Films, theater zelfs een stripboek allemaal door jouw dagboek geïnspireerd en als dat nog niet volstaat wordt je door ook bijna heel de wereld bestempelt als symbool voor de jodenvervolging! Ik moet bekennen dat wat je bereikt hebt zeer bewonderingswaardig is door alleen een simpel schriftje met jou gedachtenkrabbels."

Hij spotte terwijl hij bewondering uitsprak. Iets zat hem heel diep. Soms wil ik dat ik de gave bezat om gedachte te kunnen lezen, want om te ontrafelen wat deze jongen zo dwars zit heb ik misschien nog maanden nodig. Ik herinner me Peter als een schat van een jongen, die makkelijk naar het kwade en het goede beïnvloedbaar is. Hij was der tijd zo verlegen, dat je zou denken dat hij bang was van zijn eigen schaduw.

Ik herken de opgekropte woede die hij nu uit.

Zo was Peter...

Zo verlegen als wat, maar als hij iets van het hart moest dan was hij als een vulkaan. Eerst stil en ingetogen, maar dan was zijn vuur niet meer te stoppen.

Het is ook nooit goed! Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu