De vloer onder me voelt koud. De muren om me heen zijn zo koud dat als ik ze aanraak ik pijn in mijn handen krijg. En het plafon? Geen idee, kan ik niet bij. Ik heb geen idee hoe lang ik hier al zit. Het enigste dat ik weet is dat ik hier al lang zit. Maar who cares. Niemand die de moeite zou nemen om ook maar aan me te denken. De enigste keer wanneer ik licht zie is wanneer ik eten krijg. Dan gaat de deur een aantal secondes open. Soms hoor ik door de muur andere wezens schreeuwen. Elke dag ben ik bang dat dat ook bij mij gaat gebeuren. Opeens uit het niets gaat de deur open. Ik heb net toch eten gehad? Denk ik paniekerig bij mezelf. Met de kracht die ik nog heb kruip ik een van de hoekjes in. Ik ga zitten met mijn gezicht in mijn handen. Bang dat ze me gaan meenemen. 'Meenemen.' Hoor ik een kille stem zeggen. Ik ben enorm bang voor wat er gaat komen. Ik wil schreeuwen. Maar dat kan ik niet. Ik ben mijn stem dagen geleden al verloren. En het kleine beetje eten die ik krijg help ook niet echt mee. Ik schrik op als ik 2 paar handen om mijn armen voel. Ik kan beter zeggen botten met vel. Ik begin hevig tegen te stribbelen. 'Stop met stribbelen we doen je echt niks hoor. Wij niet tenminste.' En hij lacht heel gemeen. Ik krijg er de rillingen van. Overal om me heen hoor ik mensen schreeuwen, hoe kunnen mensen zo wreed zijn! Monster zijn het! Af en toe hoor ik ook een gestoord lachje. Ik krijg de rillingen. Nog steeds stribbel ik tegen. Ookal heeft het geen nut. Dit alles heeft geen nut. Waarom konden ze me niet alleen laten verdomde hufters dat het zijn! 'We moeten rechts en niet links.' Hoor ik een stem naast me zeggen. Nog steeds lopen we door de eindeloze gangen. Wat tenminste eindeloos lijkt. Ik weet niet eens meer wat echt realiteit is. Na een eindeloze wandeling komen we aan bij een trap. Als we de eindelijk bovenaan de trap zijn. Staan we voor een grote ijzeren deur. 'Hoe orgineel.' Mompel ik. De 2 bewakers moeten grinniken om mijn opmerking. Ze kloppen in een soort code op de deur. 'Een klok tikt..?' Hoor ik aan de andere kant van de deur. Best slim dit, mors codes.'Een klok tikt wat hij moet tikken.' Hoor ik de bewaker zeggen met een geïrriteerde stem zeggen. En de deur gaat open. 'Niels hou toch eens op met die klote codes.' Vervolgt de bewaker dan. En de bewaker bij de deur moet lachen om de opmerking. Maar stopt direct als hij mij ziet. 'Wat moet je.' Grom ik hem toe. 'Iemand herft een slecht humeur...' zegt hij met een grijns op zijn gezicht. Ik geef hem een sarcastische lach terug. 'Genoeg gekletst we moeten door. Anders wordt David boos.' Zegt de bewaker voor me. 'Jaja ga maar weer Tim. Altijd weg van je probleempjes he.' Zegt de bewaker die volgens mij Niels heet. Ik grinnik om zijn opmerking. En dan loopt de beqaker die Tim heet door en ik loop achter hem aan. Nu we wat hebben gelopen beginnen mijn spieren weer fatsoenlijk te werken. Na een poosje over wat gras gelopen te hebben komen we aan bij een enorm kasteel. Ik sta met opwn mond te kijken naar het kasteel. 'Groot he?' Hoor ik Tim vragen. 'Meen je het? Ik vindt het kapot klein hoor.' Antwoord ik met een sarcastische stem. Hij moet lachen om mijn grap. 'Leo je kunt wel gaan hoor, ik red me wel.' Zegt Tim tegen de bewaker achter me waar ik geen idee van had dat hij er nog stond. Zonder wat te zeggen loopt Leo weg. 'Hij is ook niet erg spraakzaam wel?' Zeg ik tegen Tim. Tim schudt lachend zijn hoofd van links naar rechts. 'Is hij nooit geweest.' Zegt hij met nogsteeds een grijns op zijn gezicht.
P.o.v. David (koning enzo.)
'Waar blijven die nieuwe "soldaten" volgens jullie!' Schreeuw ik vanaf mijn troon naar mijn bediendes. Ze kijken me allemaal bang aan. En ik staar ze nogsteeds kill aan. Ik sta op het punt om opnieuw te schreeuwen tot Tim, mijn rechterhand. Komt binnen gelopen met een vrouw. Ze is erg mager en ik schat haar rond de 20. Ze is niet lelijk. Tenminste, als ze niet zo dun was. Achter hen komen wat heren twijfelend achter ze aankomen lopen. 'Komen jullie? Ik bijt niet hoor.' Vraagt de vrouw aan de heren. Snel beginnen de heren aanstalten te maken en lopen achter haar aan. Verbaasd kijk ik haar aan. Ze gaat voor mijn troon staan en de andere komen lang haar staan in een keurige rij. Ik kijk ze verbaasd aan. Nog nooit heb ik zoiets gezien. Allemaal tegelijk buigen ze voor me. Nog steeds verbaasd kijk ik Tim aan. Aan zijn gezicht te zien is het voor hem ook heel nieuw. Tim draait zijn hoofd naar mij en zegt dan: 'Hier zijn de soldaten heer. Ze hebben alleen nog training nodig.' Zegt hij rustig. Een voor een ga ik ze langs. De enigste die niet naar beneden kijkt is de vrouw. 'Oké goed. Begeleid ze naar de keuken en geef ze goed te eten.' Vertel ik Tim met een kalme stem. Normaal ben ik niet kalm. Even kijkt hij me verbaasd aan maar dan buigt hij kort en loopt weg om ze me te nemen. 'Ik wil de vrouw even spreken.' Vervolg ik rustig. Een bange blik zie ik in haar ogen. Ze is bang voor me? Maar dat is niet gek. Ik kijk Tim weer aan. Hij knikt en loopt weg met de heren achter hem aan. 'Stap naar voren dan hoef ik niet te schreeuwen.' Zeg ik tegen de vrouw. Aarzelend stapt ze naar voren en ze slikt. 'Dus, wat is je naam?' Vraag ik haar. 'Julia.' Zegt ze zach maar hard genoeg dat ik het kan horen. 'Oké Julia, ik ben David.' Zeg ik rustig. Ze kijkt me verbaasd aan. 'Je hoeft niet bang te zijn hoor. Ik doe je niks. Dat beloof ik.' Zeg ik kalme maar krachtige stem. Alweer kijkt ze me verbaasd aan. Tot mijn opluchting is ze wat meer ontspannen. 'Je mag gaan eten als je wilt.' Zeg ik na een korte stilte. Ze kijkt me dankbaar aan en loopt weg. Opeens blijft ze kort staan en loopt snel terug naar mijn troon en gaat voor me staan. En buigt. 'Leuk u te ontmoeten heer.' Mompeld ze. Verbaasd staar ik haar aan. Niemand heeft ooit zoiets gedaan. Voordat ik kan antwoord loopt ze snel weg naar de plek waar de heren net heen gegaan zijn. Verbaasd kijk ik haar na.
JE LEEST
Fallen Angels.
FantasyJulia is een meisje die veel geheimen heeft. Niemand kent ze behalve Julia zelf maar dat is logisch. Totdat er een nieuwe wiskunde leraar op school komt. Zal hij haar geheimen ontdekken? ~Niet kopiëren~