Hoofdstuk 2| Melissa

137 6 0
                                    

POV Jane 

Ik werd wakker op een onbekende plek. Naar mijn weten had ik het nog nooit eerder gezien. Ik voelde rillingen over mijn hele lichaam. Het was hier koud en pikkedonker. ik kon bijna niks zien, maar voor zover ik wat kon zien herkende er ik niks van. Ik dacht terug naar hoe ik hier gekomen was.

Ik herinner me nog dat ik op school zat. In de natuurkunde les van meneer de Wit niet op zat te letten en op mijn donder kreeg. Ik had ook nog eens een 4,2 gehaald voor dat stomme vak. De klok tikte te langzaam voor woorden verder, maar uiteindelijk was het dan zover. Het prettigste geluid van de hele dag. De schoolbel die liet weten dat je les voorbij was. En in mijn geval naar huis mocht. Met veel vreugde pakte ik mijn fiets. Het voelde eeuwen geleden dat ik weekend had gehad. Ik sprong op mijn fiets en reed naar het winkelcentrum war ik had afgesproken met mijn vriendin. Daarna reed ik op volle snelheid naar huis. Na 20 minuten was ik bekaf en begonnen mijn benen pijn te doen. Ik fietste nu midden in het bos. Dat was de kortste weg naar huis. Mijn moeder heeft het me verboden om door het bos te fietsen. Volgens haar was het te gevaarlijk. Maar ik was eigenwijs ik had liever dat ik snel thuis was. Halverwege in het bos belde mijn moeder me. Ze had gevraagd of ik al bijna thuis was en me dringend verzocht niet door het bos te fietsen. Ik had gewoon normaal geantwoord dat ik er al bijna was en zich geen zorgen hoefde te maken. "Ik rij gewoon over het fietspad." Had ik nog gezegd.

Maar toen kreeg ik een klap op mijn hoofd. Ik voelde een pijnlijke scherpe steek. Ik had nog mijn moeder geroepen maar ze had al opgehangen. Vanaf dat moment weet ik niks meer. Ik weet niet hoe ik hier terecht ben gekomen.

Ik hoor een zware mannenstem mijn naam roepen. "Sta op" roept hij. Ik blijf zitten. Die man heeft geen recht mij zo te behandelen. "Sta op" roept hij nog eens. Weer blijf ik zitten. Maar dit keer vraag ik: "Wat doe ik hier, Waar ben ik?" De man geeft geen antwoord en loopt razend op mij af. "Ik zei sta op!" Hij grijpt naar mijn arm en trek die nog net op tijd weg. Hij pakt mijn benen stevig vast. Ik kan niet meer los komen. Hij sleurt me mee aan mijn benen naar een andere ruimte. De ruwe vloer schuurt langs mijn rug. Ik heb het idee dat mijn rug nu zo'n beetje knalrood is en mijn shirt in stukken.  Eindelijk laat hij mijn benen los en komen met een harde klap op de grond terecht. Nu pakt hij mij onder mijn armen beet en sleurt mij in een stoel. "Laat me los freak!" schreeuw ik. Maar het lijkt hem niks te doen. Hij klikt een soort gordel vast. Ik kijk on me heen. Er staan een aantal grote angstaanjagende apparaten in deze ruimte. De ruimt is niet zo groot. Maar groot genoeg om een paar mensen in op te sluiten. Ik hoor een hoge schelle piep in mijn oor. Ik word er gek van maar ergens word ik er rustig van omdat ik weet dat het toch niet uitgaat. Ik geef me over aan het geluid en kom in een soort trance terecht. Na een tijdje stopt de schelle piep. Hij begint tegen me te praten. "Ben je nu rustig? Ik ben James. En jij gaat naar mij luisteren. Anders zitten er nare gevolgen aan. Begrepen?" Ik knikte. Hij kwam niet erg aardig over. Het is een grote gespierde man met een erg kille uitstraling. Maar ik laat niet zomaar over me heen lopen door een of andere gek die denkt de baas te kunnen spelen over mij. Maar ik heb niet het idee dat hij mij nu laat gaan dus vraag maar nogmaals wat ik hier doe. Weer geeft hij geen antwoord. Ik voel langzaam woede in me opkomen. Die man, ik word niet goed van hem. Hoe durft hij me zo te commanderen. Wat voor een recht heeft hij mij zo te benaderen. Ik besloot hem vanaf nu zo veel mogelijk te negeren en dwars te zitten. Ik weet dat het niet een heel slimme keus is aangezien ik een veel sterkere man tegenover me heb staan. Maar hij verdient dit en ik laat me niet kennen. Ik laat me niet aan de kant zetten door zo'n figuur.

De volgende morgen werd ik wat onrustig wakker. Die heeft me na zijn naam gezegd te hebben alleen gelaten en me de rest van de dag vastgebonden in de stoel gehouden. Ik zat helemaal niet comfortabel maar mijn vermoeide lichaam had gewonnen waardoor ik in slaap gesukkeld was.

Ik werd al net zo oncomfortabel wakker als dat ik in slaap was gevallen. waarschijnlijk heeft die man gemerkt dat ik wakker was geworden want een ogenblik later stond hij in de ruimte. Hij stond naast me in mijn nek te hijgen. "Zo jonge dame, ga jij vandaag wel meewerken?" hoorde ik hem zeggen. Ik negeerde het en bleef strak voor me uit staren. Nu ging hij pal voor mijn neus staan en vroeg het nog eens. Maar dit keer zat er een tikkeltje ongeduldheid in zijn stem. Dit keer moest ik hem wel aankijken. Ik keek recht in zijn kastanje bruine ogen. Nu pakte hij een ijzeren staaf vast en vroeg het nog een keer. Weer antwoordde ik niet. Het maakt me niet uit wat hij doet. Mij zal hij niet krijgen. Ik voelde de ijzige koude staaf tegen mijn arm en een hevige schok ging door mijn lichaam. Ik crepeerde van de pijn. Zo gaat hij het dus doen. mij net zo lang martelen tot ik me overgeef. Dacht het mooi niet. Ik geef me niet over. Hij duwde de staaf nog eens tegen mij aan maar nu tegen mijn buik. Dit keer was de schok en dus ook de pijn veel heviger en schreeuwde het uit. "Ga jij naar me luisteren!?" schreeuwde hij. Ik gaf geen kik en bleef recht voor me uit staren. Hij pakte een spuit en stak die met veel geweld in mijn boven arm. Langzaam voelde ik een soort vloeistof door mijn lichaam verspreiden. mijn hele lichaam werd koud. Ijs en ijs koud. De rillingen kon ik voelen over mijn hele lijf. Maar helaas niet alleen rillingen maar ook schokken. Pijnlijke hevige schokken. Het voelde net alsof je een stroomdraad aanraakt alleen dan met veel hogere voltage. Eerst waren het een paar schokken rustig achter elkaar. Maar nu werd het tempo steeds hoger en kwamen de schokken steeds sneller achter elkaar. Hierdoor had ik nu geen kans meer om tussendoor te ademen. Ik voelde nu dat ademen steeds moeilijker werd. Ik moet volhouden. Ik ga straks niet bij die man uithuilen. Mijn hele lichaam kon nu alleen nog maar denken aan blijven ademen en vind rust. Mijn lichaam was opzoek naar alle mogelijke manieren om een beetje lucht binnen te krijgen en om rust te vinden. Langzaam maar zeker begaf mijn lichaam het vechten tegen het vloeistof. Ik moet doorzetten. Als ik dat niet doe krijg ik straks geen lucht meer. Wat wil die man. Heeft hij me ontvoerd om me te martelen en in een rivier te gooien wanneer hij van me af moet? De raarste en meest wilde ideeën schoten door mijn hoofd. Langzaam kwamen er zwarte vlekken voor mijn ogen en verloor ik mijn bewust zijn.
Geschreven door Melissa

The blue eyesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu