4

1 0 0
                                    

Pov Annabeth

Het is druk bij de Coffee Company, we kunnen met wat moeite een plekje veroveren. Delano bestelt wat te drinken en zet het een kwartier later op de tafel neer. 'Delano.' Hij steekt zijn hand naar ons uit. 'Annabeth.' Ik schud hem de hand en Thomas volgt mijn voorbeeld. Ik keer me naar Liz en maak met mijn vinger een oké gebaar. Ze lacht breed. We kletsen wat en lachen te hard. Mensen in de buurt kijken ons boos aan en dan verontschuldigen we ons. Na een uur verlaten we het cafeetje en nemen afscheid. 'Ik ga nog even bij Jochem gamen.' zegt Thomas. Hij fietst samen met Delano de andere kant op. Liz en fietsen naar mijn huis en we sluiten ons op op mijn kamer. 'Vind je hem knap?' vraagt Liz. 'Hmm.' zeg  ik terwijl ik voor me uit staar. 'Wat is er?' vraagt ze. Voetstappen klinken in mijn oren, vrolijke muziek galmt erdoorheen. Ik schud mijn hoofd, de geluiden blijven. Ik geef een gil. 'Annabeth?' de stem van Liz klinkt ver weg. Alles voor mijn ogen wordt wazig.

^^

Langzaam open ik mijn ogen. De lampen boven mijn hoofd worden langzaam duidelijker.  Het zijn lampen die ik niet herken. Alles om me heen is wit, op de achtergrond hoor ik vage stemmen. 'Is ze wakker?' De stem van mijn moeder hoor ik duidelijk. 'Ja.' Een zware mannenstem antwoord kort op mijn moeder. 'Leeft ze nog?' Voetstappen veranderen in een zware stem. De stem kan ik me vaag herinneren, is het mijn vader? Een man met een baardje verschijnt voor mijn zicht. 'Goedemorgen, jongedame. Ik ben dokter Bovendek. Ze noemen me ook wel dokter Baard.' Ik ga recht op tegen de achterkant van het bed zitten en kijk om me heen. 'Je hebt gister waanbeelden gehad. Ik heb van je moeder gehoord dat je ook vaak moe bent?' Ik knik. 'We hebben bloed geprikt en zullen kijken of je misschien de ziekte van Pfeiffer hebt.' Dokter Baard legt alles heel duidelijk uit. 'Dank u wel.' Mijn moeder legt een boek op mijn schoot. 'Ik maak me zorgen om je. Hier heb je een dagboek, daar kun je in schrijven hoe je je voelt. En wat je voelt. Misschien vrolijkt het je wat op.' Ik laat het boekje wat met roodbruin leer bedekt is tussen mijn handen glijden. De gouden randjes maken het boekje vrolijker. In het midden is er een mogelijkheid om je naam te schrijven. Dan komt er een slungelige man binnen. 'Pap?' stamel ik. 'Ja.' Meer zegt hij niet. Hij slaat zijn armen om me heen en knuffelt me. Dan verlaat mijn familie de kamer en ben ik alleen. Voorzichtig pak ik mijn dagboek op en sla het open. Met trillende handen pak ik een pen van mijn nachtkastje en houd hem vlak boven het papier. Langzaam raakt de punt van mijn pen het papier. Het is vreemd, begin ik mee. Dan laat ik mijn pen het werk doen.

Het is vreemd. Om hier te liggen, in een spierwit ziekenhuisbed. Om me heen, allemaal echt zieke mensen. En ik? Ik ben gewoon een meisje dat waanbeelden gehad heeft. Wat moet ik? Gistermiddag voelde ik me zo raar. Liz had Delano meegenomen naar de Coffee Company, ons vaste plekje. Zij was in L.O.V.E. en ik? Ik zat daar maar. Thomas, mijn broertje, voelde zich ook sterk tot hem aangetrokken. En ik? Ik kon alleen maar denken aan één persoon. Agape. Ben ik verliefd? Ben ik verliefd op haar?

Liefde&HaatWhere stories live. Discover now