Hoofdstuk 4

18 1 1
                                    

Snel pak ik mijn mobiel en wil 112 bellen, maar dan zegt de jongen iets: ‘Doe maar rustig ik ben het Jady. Wat is er aan de hand.’ Even maakt m’n hart een sprongetje, het is Jady maar. Maar dan bedenk ik me sinds vandaag vertrouw ik niemand meer. Plus Jim heeft me voor hem gewaarschuwd. Maar goed wat Jim zegt geloof ik niet meer. Dus besluit ik Jady in vertrouwen te nemen en Jim achter me laten! Als hij de ontvoerder is zij het zo. Ik vertel Jady alles en begin te twijfelen of hij wel echt luistert, maar elke keer dat ik me dat afvraag zie ik aan hem dat hij echt luistert. Als ik dan eindelijk klaar ben met mijn verhaal zegt hij: ‘Heftig! Maar er zijn vast wel andere mensen bij wie je terecht kan! Toch?’ ‘Nou, nee niet echt. Mijn broer zat hier al heel lang op school, maar ik zat eerst op het Hugo College, omdat dat dichterbij was. Maar sinds deze vakantie zijn we hier naartoe verhuisd en zit ik nu hier op school.’ ‘Maar je hebt toch vast wel hier vrienden hier? Lisa bijvoorbeeld.’ ‘Ja Lisa woont in een paar dorpjes verderop. Ze gaat altijd met de bus.’ ‘Dus je kan naar niemand toe?’ ‘Nee.’ ‘Je kan moeilijk hier op straat blijven. Anders ga je met mij mee naar huis.’ O shit daar is de vraag waar ik al zo bang voor was. Wat moet ik zeggen? ‘Ik snap dat dit een beetje raar is, maar ik wil niet dat je op straat blijft rondhangen! Je belt je ouders dat je bij mij bent en mijn moeder is thuis dus er kan niets gebeuren.’ Ik weet dat het misschien het domste is dat ik kan doen, maar op dit moment kan het me niets meer schelen! ‘Ja, ik ga met je mee naar huis.’ En zo gebeurt het, ik ga met hem mee naar huis. Als hij de deur open doet laat hij me naar binnen en zie ik hoe prachtig hun huis is. Zijn moeder komt naar me toe gelopen en kijkt me raar aan. Hoe vaak dat wel niet gebeurd is sinds ik hier woon. Ze glimlacht naar me en wenkt Jady dat hij naar de keuken moet komen. ‘Bel je moeder maar.’ lacht hij. Ik knik en zie de telefoon op de tafel staan. Ik draai het nummer van onze huistelefoon en druk op de bel toets. ‘Met Karin.’ Het is mijn moeder, wat moet ik nu zeggen. ‘Mam? Ik ben het Kalie. Ik blijf slapen bij een vriend dus ik kom vanavond niet thuis.’ ‘O schat ik was zo bezorgd! Kom alsjeblieft naar huis.’ ‘Nee mam ik ben echt heel boos op jullie allemaal. Zeg tegen Jim dat hij morgen mijn boeken in mijn kluisje legt.’ ‘Is goed, maar vertel tenminste bij wie je bent.’ ‘Ik ben bij een jongen uit mijn klas Jady. Nou ik ga, zijn moeder is thuis dus er kan niets gebeuren.’ Zonder nog iets te zeggen hang ik op, omdat ik weet dat Jim zich er anders mee ging bemoeien. Ik ga zitten op de mooie witte sofa en wacht tot Jady terug komt. Ik weet niet hoe het komt, maar vanaf het begin van het jaar vind ik hem al een spetter en een super lieve jongen. ‘Dus je weet zeker dat haar ouders het weten Jady?’ ‘Ja mam.’ ‘Oké, dan zet ik het extra bed klaar.’ Dan hoor ik iemand naar boven lopen en Jady komt de woonkamer in. ‘Het is acht uur. Heb je je huiswerk al gemaakt?’ ‘Ja alles behalve wiskunde en ik wou eigenlijk nog even leren voor Engels.’ ‘Nou dan gaan we dat even doen.’ Hij loopt naar boven en wenkt naar me dat ik mee naar boven moet komen. Ik trek mijn schoenen uit en loop achter hem aan. We lopen naar de zolder en daar is zijn kamer. Ik kijk rond, want het is hier echt mega groot. Zo ziet dat er aan de buitenkant niet uit. Hij pakt een stoel en zet hem bij het bureau. Ik ga op de stoel zitten en kijk naar zijn spullen. Ik zie een kamer met hier en daar wat kleding, maar toch is de kamer best wel netjes! Nou ja voor een jongen dan. Jady trekt een kastje open en haalt een boek tevoorschijn. Hij legt het voor me neer. Ik sla het open en zie dat het Engels is.

 Ik glimlach naar hem en neem de bladzijden voor me die ik moet leren. Jady gaat op zijn bed zitten met z’n mobiel in zijn handen. Als hij daar blijft zitten snap ik dat hij me voorlopig met rust laat en ik kan leren. Ik vind Jady niet alleen lief en knap hij is ook nog een keer anders dan de normale jongens. Een normale jongen zou me niet een boek geven zodat ik zou kunnen leren, nee die zou flirten tot dat ik weg zou zijn. Maar Jady is anders, hij is niet zo! Als ik bij een grammatica stuk aan kom waar ik echt niets van snap trek ik een raar gezicht. Voordat ik nog iets kan zeggen staat Jady naast me. ‘Snap je het niet?’ ‘Ik snap het inderdaad niet zo goed.’ ‘Ik wil je het wel uitleggen, als je dat oké vind.’ ‘Ja, dat zou ik heel fijn vinden zelfs.’ Hij pakt nog een stoel en zet deze naast de mijne. Ik voel dat ik een beetje rood wordt, maar probeer zo onopvallend te doen. ‘Nou kijk….’ Ik luister en luister en kan wel heel de avond naar hem luisteren. Dit gaat hem alleen niet worden, omdat hij zo goed uit kan leggen dat ik het na 5 minuten al snap. Ik bedank hem en leer het laatste woordblokje. Als ik daar dan mee klaar ben klap ik het boek dicht. Jady kijkt op en daarna weer op zijn mobiel. ‘Oké het is nu 9 uur. Wil je een film kijken?’ ‘Ja, lijkt me leuk!’ Hij kijkt me aan en dan zegt hij: ‘Uuhm wil je misschien een pyjama?’ ‘Oh daar heb ik nog helemaal niet aan gedacht.’ ‘Als je naar beneden loopt en dan de 2de kamer links is de kamer van mijn zus. Die is er nog niet dus daar kan je in de la een pyjama pakken.’ ‘Is goed.’ Ik loop naar beneden en ga de kamer in. Ik kijk in de kast en hoor dan opeens iemand zeggen: ‘Zozo een kledingdief in huis.’ Ik schrik en draai me om. Er zit een meisje op het bed met een boek in haar hand. The hunger games om precies te zijn. ‘Oh sorry. Je broer zei dat ik een pyjama uit jou kast mocht pakken. Dus dat deed ik.’ ‘Oh maakt niet uit, maar waarom ben je hier eigenlijk?’ ‘Heb je even?’ ze knikt lief en maakt plaats op haar bed. Ik ga zitten en vertel haar het hele verhaal. Ze kijkt me aan en is even stil. ‘Sorry dat ik niks zeg, maar het is zo heftig dat ik niet weet wat ik moet zeggen.’ ‘Maakt niet uit hoor. Als ik jou was zou ik ook niet weten wat ik zou moeten zeggen. Ik weet soms zelf niet eens wat ik hierover zou moeten zeggen.’ Weer is het stil en dan wordt er op de deur geklopt en gebeld.’ We kijken elkaar allebei aan en horen dat er al iemand naar beneden loopt. Waarschijnlijk Jady… O shit Jady! Ik was hem helemaal vergeten. Als we geschreeuw horen kijken we elkaar weer aan en lopen de trap af. Als ik voor de deur sta zie ik dat het Jim is. Hij is rood van de woede en is aan het schreeuwen tegen Jady. ‘Laat mijn zus met rust! Laat haar weer naar huis komen nu. Hou haar niet langer vast! Anders doe ik je wat!!!’ Ik schrik van z’n woorden. Ik kijk voor me uit wat er nu zou gebeuren. Wat gaat Jady nu zeggen? ‘Ik houd je zus hier niet vast. Ze wil zelf hier zijn.’ ‘Geloof je het zelf? Je bent een klootzak Jady en je blijft met je tengels van mijn zus af begrepen?! Nou haal haar van je kamer af.’ ‘Kan niet ze is bij m’n zus op haar kamer. Ze hebben het over meiden dingen. Iets waar wij niets van weten.’ Lacht hij. Ik ben heel trots op Jady dat hij rustig blijft praten en gewoon eerlijk is. ‘Je haalt haar nu Jady, hoor je me nu!’ Jim is weer aan het schreeuwen. ‘Jim als ze thuis wil komen mag dat van mij, maar als ze hier wil blijven ook. Denk je dat ze naar huis zou willen komen als ze jou zo ziet schreeuwen? Ik weet dat je je schuldig voelt en je haar mist, maar doe nou toch eens rustig.’ ‘Nee ik doe niet rustig ik wil mijn zus nu terug! En jij weet niet hoe ik me voel!’ ‘Dat weet ik wel. Als je nou kalmeert dan ziet ze je morgen op school.’ Net als Jady dan de deur dicht wil doen, gebeurd er iets wat ik nooit maar dan ook echt nooit van Jim had verwacht. Jim slaat Jady vol in zijn gezicht. Jady komt met zijn hoofd tegen de deur aan en valt op de grond.’ Ik geef een gil en loop naar de deur. Ik kijk Jim 1 seconde aan en Jim kijkt mij geschrokken aan. Dan schreeuw ik: ‘Donder op Jim! Je hebt en helemaal verpest ik weet niet wat er met je aan de hand is, maar je bent niet meer de broer waarmee ik wil leven!’ ‘ Kalie ik bedoelde het niet zo.’ ‘Hoe kan je dit nou niet zo bedoelen je slaat mijn vriend die voor me klaar staat, omdat jij het verpest.’ ‘Hij is een klootzak Kalie.’ ‘Nee, Jim jij bent een klootzak.’ ‘Nou als jij bij hem wil horen hoef ik je nooit meer te zien een beetje met dit soort mensen omgaan.’ Ik word rood, maar dit keer niet omdat ik me schaam maar omdat ik boos ben. Ik loop naar hem toe en geef hem een bitch-klep. De afdruk van mijn hand staat er nog in.

Jim kijkt me verbazend aan en er rollen tranen over zijn ogen. Dit komt door de pijn, hij vind het niet erg dat hij pijn heeft maar wat hij wel erg vind is dat ik hem deze pijn heb bezorgd. Normaal zou ik me super schuldig voelen, maar het boeit me niets meer. Ik doe de deur dicht en loop naar Jady toe die nu inmiddels in de keuken staat met een cool-pack op zijn oog. Ik voel me zo schuldig dat ik dit Jady heb aangedaan! Ik heb me nog nooit zo schuldig gevoelt. Ik kijk hem aan en z’n zus (waar ik eigenlijk nog steeds de naam niet van weet) staat bij hem. ‘Het spijt me jongens dat ik jullie in deze ellende heb meegetrokken. Ik trek m’n schoenen aan en ga wel ergens anders naar toe. Heel erg bedankt voor alles en nogmaals sorry.’ Ik draai me om en doe mijn schoenen en jas aan. Jady gooit zijn cool-pack op de grond en loopt naar me toe. ‘Blijf hier alsjeblieft!’ ‘Dankzij mij heb je een blauw oog. En ik wil niet dat dat nog eens gebeurt.’ ‘Dat gebeurd ook niet! En hij bedoelde het niet zo, dat zei hij toch.’ Ik kijk Jady verbaasd aan. Mijn broer heeft hem net een blauw oog bezorgd en hij neemt het alsnog voor hem op? Wonderbaarlijk! ‘Oké dan.’ ‘Nou, zullen we dan maar met z’n drieën een film gaan kijken?’ ‘Ja, maar onder één voorwaarde.’ Ze kijken me allebei vol verwachting aan. ‘Ik wil weten hoe je zus heet.’ We lachen een poosje en dan zegt ze: ‘Sophie.’ We lopen naar boven en kiezen een film. Uiteindelijk wordt het een horror. We gaan met z’n alle op Jady’s bed zitten en Jady zet de film aan. Hij begint al super scary en ik kruip tegen Jady aan. Dan pas besef ik dat dat misschien wel stom is, maar dan slaat Jady z’n arm om me heen. Ik voel dat ik rood word,  maar gelukkig is het donker in de kamer en kan niemand het zien. Even kijk ik naar Sophie of hij ook om haar een hand heeft, maar dat is niet zo. Sophie zit met een kussen in haar handen en knijpt erin zo hard als ze kan. Ik kijk weer naar de bloederige film en kruip nog even lekker tegen Jady aan. Als de film voorbij is gaat Sophie naar haar bed. Jady gaat even z’n kamer uit, want ik moet mijn pyjama aan doen. Als hij weg is doe ik mijn pyjama aan en zeg dat hij binnen mag komen. Hij zet het bed dat zijn moeder voor mij had klaar gezet naast de zijne. Dan gaat hij voor mij staan, ik kijk naar zijn oog. Blauw, zijn oog is blauw door mijn broer. Mijn tweelingbroer, waarvan ik dacht dat ik hem kende. Mooi niet dus! Ik loop de trap af naar de badkamer en pak een washandje, maak hem nat en wring hem een beetje uit. Met het natte washandje loop ik terug naar de kamer van Jady. Jady zit op zijn bed en ik ga naast hem zitten. Voorzichtig leg ik het washandje op zijn oog. ‘Au.’ zegt Jady. Vind je het gek dat dat pijn doet? Mijn broer was super agressief en sloeg hem vol in zijn gezicht. Ik snap niet dat Jady hem niet terug geslagen heeft. Ik kijk in zijn mooie bruine ogen. Hij kijkt naar de mijne. Ik vraag me af wat er in dat hoofd op dit moment afgaat. Denkt hij ook aan mij? Of is het niet wederzijds? Ik zou het niet weten, Lisa zou hem gelijk hebben gezoend dat weet ik wel! Zou ik dat ook doen? Nee, dat zou niet toepasselijk zijn! Ik bedoel ik verblijf bij hem en ik hoef maar één fout te maken en ik onze vriendschap is verpest. Na 5 tot 10 minuten besluit ik om de doek van zijn oog aftehalen. Ik kijk hem nog één keer aan en doe dan het licht en ga in mijn bed liggen. Jady kruipt onder z’n dekens, ik doe het zelfde alleen dan onder m’n eigen dekens. Als ik bijna lig te slapen zie ik Jim voor me. Hij kijkt me verward aan en vraagt waarom ik hem verraadde, waarom ik me niet aan zijn afspraak hield. Ik zou wel willen, maar er is helemaal niets mis met Jady. Dan vraag ik me af waar de moeder van Jady en Sophie de hele avond is gebleven, want nadat ze naar boven is gegaan heb ik haar niet meer gezien of gehoord. ‘Jady? Slaap je al?’ ‘Nee, wat is er?’ ‘Waar was je moeder?’ ‘M’n moeder is een beetje ziek dus ze is op bed gaan liggen.’ ‘Oké, wat ga je tegen haar zeggen over je oog?’ ‘Dat ik op de punt van de stoel gevallen ben. Trusten’ ‘Trusten!’ Met Jadys gezicht val ik in slaap.

Zand erover?!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu