hoofdstuk 6

11 0 0
                                    

Het wordt zwart voor mijn ogen en voordat ik het weet word ik wakker in een kamer. Jady zit op de bank langs mijn bed samen met mijn ouders. Ik wil overeind gaan zitten, maar ga al snel weer liggen. Het voelt alsof er een specht in mijn hoofd zit die niet wil ophouden te tikken met zijn snavel. Zo’n pijn doet het! ‘ Ze is wakker.’ zegt Jady en hij loopt naar me toe. Hij wordt opzij geduwd door mijn vader. ‘ Schat gaat het?’ vraagt mijn moeder. Ik geef geen antwoord. ‘ Hoe is het gebeurt?... Doet het pijn? Gaat het weer een beetje.’ Ik reageer gewoon niet. ‘Oh nee toch ze is zo hard gevallen dat ze niet meer kan praten.’ zegt mijn moeder in paniek. Ik rol met mijn ogen, natuurlijk kan ik wel praten, maar ik wil gewoon niet met hun praten. Dat is een heel groot verschil. Jady komt naar mij toe, nu mijn moeder met een halve paniek aanval op de bank zit en mijn vader die haar probeert te kalmeren. ‘ Gaat het weer een beetje schat?’ Schat? Zei hij nou schat? Mijn hart maakt een sprongetje! Ik probeer rustig te blijven en zeg: ‘Ja, hoor.’ met een glimlachje. ‘Het zou alleen fijn zijn als ze die specht uit mijn hoofd zouden halen.’ lach ik. Jady lacht ook een beetje. Mijn moeder die de tranen wegveegt uit haar gezicht, staat op en komt langs m’n bed staan. ‘ Je kan wel praten!’ Weer zeg ik niets. Ik weet dat het misschien een beetje hard is, maar ik ben echt boos op haar! Mijn vader snapt wel waarom ik niet tegen mijn moeder en hem tegen praat. Niet dat hij het zegt, maar je ziet het gewoon aan zijn gezicht. Dan gaat de deur open, en loopt er een man in een lange witte doktersjas de kamer in. ‘ Goedemiddag! Ik ben dokter Broek.’ Ik glimlach een beetje. ‘Ik wil zeggen dat Kalie vanavond en misschien zelfs morgen avond nog niet naar huis mag.’ Daar schrik ik een beetje van! Waarom zou ik niet naar huis mogen? Ik kijk hem een beetje vragend aan, maar dan vervolgd hij zijn verhaal. ‘Er mag één  iemand bij haar blijven. Ik kom over een kwartiertje terug en ga dan wat testjes doen. Ook wil ik dan weten wie er blijft.’ Hij knikt vriendelijk en loopt de kamer weer uit. Even is het stil, maar dan gaat de deur van de kamer weer open. Ik voel me rood worden, maar niet omdat ik me schaam, maar omdat ik boos ben of beter gezegd woedend! ‘ Wat doe jij hier? Ga alsjeblieft weg.’ zeg ik tegen Jim ‘Kalie doe even normaal! Hij komt gewoon kijken hoe het met je is.’ zegt mijn moeder. ‘Nee, mam ik wil hem hier gewoon niet oké!’ ‘ Hij is bezorgt!’ ‘Mam dat geloof ik niet meer.’ ‘ Wat waarom niet?’ vraagt Jim nu. ‘De vorige keer kwam je ook zo mijn kamer binnen en toen ging hij te keer.’ ‘Kalie volgens mij hebben wij die ruzie achter de rug. En hadden we besloten dat jij het gewoon verkeerd had begrepen.’ ‘Helemaal niet! Dat hadden jullie besloten aan mij heb je niets gevraagd.’ ‘Kalie doe daar nou niet zo moeilijk over.’ zegt Jim. ‘Jim jij moet gewoon je bek houden, oké! Jij brengt de laatste tijd alleen maar ellende in mijn leven!’ ‘Ik denk dat dat best wel mee valt.’ Begint mijn vader nu. ‘Oh ja denk je dat? Deze lieve jongen, die trouwens mijn vriendje is, heeft mij opgevangen in zijn huis toen jullie hele slechte ouders waren. Zo gedragen jullie je op dit moment nu ook, maar gaat het nu niet om. En Jim sloeg Jady toen in zijn gezicht.’ ‘Wat? Ben jij haar vriendje?’ Jady knikt. Jim wordt woedend en rent op Jady af. Voordat hij Jady kan slaan pakt mijn vader hem vast. Ik moet om papa, mama en Jim lachen. Ik lach ze bijna uit. ‘Nou daar hebben jullie je perfecte kind nou. Geloof je nu de dingen die ik zei?’ ‘Ja schatje echt waar.’ zegt m’n moeder ‘Mooi, want dan kunnen jullie nu de spijt voelen. Eerst brachten jullie ons elke dag naar oma, vervolgens mogen wij thuis blijven tot acht uur, en daarna laat je je eigen kind weglopen omdat je je agressieve zoon geloofd. Jullie realiseren wel dat dit allemaal jullie schuld is heh?’ ‘Oké jongedame, nu ga je echt te ver!’ zegt mijn vader boos ‘Het vriendje van je zus in elkaar willen rammen dat gaat te ver, maar volgens mij heb je daar ook nog niets van gezegd.’ Heel lang is het stil. Ik weet dat het eigenlijk niet kan, maar ik flapt het eruit. ‘Ik wou dat ik andere ouders had.’ Het voelt goed om te zeggen, maar ik voel ook een beetje schuld. Dan realiseer ik me dat ze dit allemaal hebben verdiend! ‘Ik heb liever dat jullie weggaan.’ ‘Maar wie blijft er dan vanavond bij je?’ ‘Dat weet ik nog niet, maar in ieder geval niet één van jullie.’ Mijn ouders lopen de kamer uit en wensen me beterschap. Niet dat het me wat kan schelen! Ze stikken maar in hun beterschap. De enige die ik nodig heb op dit moment is Jady. Oh nee Jady, wat denkt hij nu wel niet van mij dat ik een agressieve trut ben, met een verschrikkelijke familie. Ik weet dat ik eigenlijk op dit moment hem alles moet uitleggen. Dus doe ik m’n mond open om erover te praten. ‘Kalie je hoeft niets uit te leggen! Ik houd nog steeds van je en ik snap het.’ Alsof hij m’n gedachten kan lezen! Dan barst ik in huilen uit. Jady gaat op de rand van het bed zitten en ik leg huilend mijn hoofd op zijn borst. Daar lig ik dan, als een huilende baby op schoot. Schaam ik me? Ja natuurlijk, maar ik kan er niets aan doen! De emoties en de tranen willen gewoon niet weggaan. Het enige goede aan deze verhuizing is Jady! ‘Jady wil jij bij mij blijven vannacht?’ ‘Tuurlijk schat, tuurlijk!’

 

Zand erover?!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu